De verzoeking in de woestijn (week 13 van 52)
In Matth.4:1-11 beproeft satan Jezus
als mens drie keer. ´Want hij kon Mijn
onmetelijke rijk der schepping als geen andere geest met zijn geestelijke ogen
overzien´, zegt Jezus hier.
´ …´Want ieder mens doet, die zich op een belangrijke
stap in het leven voorbereidt, dat deed ook Ik…´…Ook ik moest Mij concentreren en Mijn lichamelijk voedsel tot
het meest noodzakelijke terugbrengen, omdat Mijn Geest met het geestelijke
en het eeuwige bezig wilde zijn en niet
beïnvloed mocht worden door de materie.´
(Als mens was Jezus een zeer slanke
man, en niet zelden maakten Zijn leerlingen zich zorgen over Hem)
Tijdens de veertig dagen in de
woestijn kreeg Jezus het zwaar te verduren. Daarover zei Hij: ´Op die momenten kwamen alle invloeden van de menselijke
hartstochten op Mij af. Alleen daardoor dat Ik geheel mens werd en het
Goddelijke zich in Mijn binnenste terugtrok, kon Ik Mijn geesten (aan gene
zijde) het voorbeeld geven…´
De Heer zei dat de honger in de
woestijn Hem als mens het eerst hinderde, toen de satan
Hem vroeg om van een steen brood te maken. Jezus antwoordde satan toen: ´De mens leeft niet van
brood alleen, maar van ieder Woord, dat komt uit de mond van God.´
Bedenk zegt de Heer: ´Dat jullie geschapen zijn ter vervolmaking van je ziel en
niet om je lichaam te verzorgen.´
Het tweede aspect in het
´verzoekingverhaal´ was de verleiding. Satan probeerde de goddelijke macht van
Jezus te verleiden. Daarover werd gezegd: ´De
begeerte kwam over Mij om met Mijn goddelijke eigenschappen te gaan pochen….
Satan probeerde Mijn menselijke ijdelheid op te wekken…Het derde verzoek was
Mijn heerszucht op te wekken….´ Daarom zei Jezus tegen hem: ´Ga weg satan; er staat immers geschreven: De Here uw God
zult gij aanbidden en Hem alleen dienen!´ Wat betekent
dit? Jezus zei: ´Weg met deze lage hartstocht van
heerszucht, die alle andere hartstochten tot gevolg heeft, zoals hoogmoed,
wraakzucht, toorn en vergelding! Het menselijke in de mens gebied deemoed,
liefde, vergeving en naastenliefde. Het geestelijke, dat God in de mens in het
hart heeft gelegd, verlangt van jullie, dat jullie zullen afdalen en de
kleinste zult worden en alle anderen zullen willen dienen, wanneer jullie eens
over grote dingen gesteld worden.´
´….Er is
niets slechters in de wereld, dan steeds de eigendunk…´ Er is slechts één
waarheid, en wie daartegen zondigt, moet de gevolgen van de leugen voelen!
De Heer zegt dat Hij het kwaad in de
wereld heeft toegelaten. Het bewustzijn op aarde is maar beperkt en aan gene
zijde heeft het een veel grotere kracht dan hier. ´Jullie kennen nog voor geen derde deel van je
eigen natuur!´
Willen we geestelijk op de Heer
lijken, dan zullen we ook het geestelijke als het hoogste moeten achten. Het komt
er op neer dat de mens niet alleen van materiële dingen kan leven, maar vooral
van het geestelijk voedsel. (bron: hfdst.13)