Het onkruid op de akker
(hoofdstuk 51 van 53)
Mattheus 13:24-30 beschrijft een dialoog tussen het goede en het slechte zaad
(onkruid), dat bij elkaar opkomt en aan het einde van de oogst er een schifting
moet plaatsvinden tussen beide. Ook hier doet in dit hoofdstuk de Heer een
belangrijke uitspraak: ´De gelijkenissen van
dit hoofdstuk bevatten de hele geschiedenis van Mijn leer en de geschiedenis
van Mijn schepping van het begin tot het einde´. ´En zoals de indruk, die Mijn
woord op miljoenen mensen maakt bij iedereen verschillend is, zo is ook het
ontwikkelingsproces van elke wereld verschillend van die van een andere´. ´Het
bevestigt jullie dat het einde, de oogst het goede van het slechte zal scheiden
en de goeden hun rechtvaardige loon zullen ontvangen, maar de halstarrigen en slechten zullen de lange weg door de
materie moeten doormaken, totdat zij al het onreine afgelegd hebben en zich in
Mijn hemelse rijk van de geest als een geestelijke toon kunnen voegen in de
daar heersende harmonie´.
Verder: ´De ontzaglijke menigte afgevallen geesten, die met
Lucifer vielen en daarna als dragers van de materie in haar gebonden
werden…´ De Heer heeft vanaf het begin van de schepping, dat wil zeggen, de
materiële aarden, al Zijn geesten ingeprent, wat hun uiteindelijke doel en hun
hele streven moest zijn. Zoals de Heer Zijn leer eens aan Zijn leerlingen
(discipelen) predikte, zo zal de Heer op deze aarde dit ook slechts aan
weinigen bekendmaken.
´Mijn woord, of de uitdrukking van liefde in iedere
betekenis, bevat de hele schepping en bevat Mijn hele leer´. Als de mensen niet op de juiste weg
wandelen, dan zullen zij pas aan het einde van hun aardse loopbaan erkennen,
hoe ver zij zijn afgedwaald van de eigenlijke weg naar hun zielenheil. De Heer
zegt hierover.´In de andere wereld moet dan deze strijd, die zo velen met
hun einde op deze wereld meenden te hebben beëindigd, weer opnieuw begonnen
worden van binnen naar buiten onder andere omstandigheden, met weinig middelen
en grote hindernissen´.
Dan doet de Heer in dit hoofdstuk een opmerkelijke uitspraak, dat bij het
einde van al het materiële, het einde
van alle wereldse verzoekingen, dat nog voor Zijn wederkomst zal intreden.
´Omdat daarna het geestelijk rijk op jullie aarde zijn
aanvang zal nemen…´ ´Bij Mijn aankomst als Koning van het licht zal er geen
schaduw, geen duisternis meer aanwezig zijn´.
Extreem materialistisch ingestelde slechte mensen zullen in het geestelijke
rijk nog heel wat voor de kiezen krijgen, waarover de Heer zegt: ´ ´Zij worden in het vuur geworpen, in het vuur van kwelling en lijden.
Eerst dan, gelouterd na een langdurige strijd, zullen zij aan het geestelijk
rijk kunnen deelnemen, dat zij voorheen zo sterk verloochend hebben´.
´Hun ontwaken (aan gene zijde) zal droevig zijn, - en toch moet Ik hen wekken, omdat Ik niet één
atoom en nog veel minder een mensenziel zou willen verliezen, die Ik eens zowel
innerlijk als uiterlijk naar Mijn evenbeeld geschapen heb´.
Vorige
Volgende Voor de originele tekst, klik op: hoofdstuk 51