Het stillen van de storm

                         (hoofdstuk 50 van 53)

 

Mattheus beschrijft in hoofdstuk 8:23-27 het stillen van de storm door Jezus. Toentertijd sprak Jezus persoonlijk tot de Zijnen en het volk, nu moeten wij 2.000 jaar later het doen zonder Zijn persoonlijke aanwezigheid en met Zijn gegeven woorden.

 

De Heer zei daarover: ´Nu zullen en moeten Mijn woorden voldoende zijn, daar de tijd van het noodgedwongen geloof voorbij is en er geen wonderen meer gedaan, noch toegelaten worden door medewerking van andere mensen´.

´Het vergaat de meeste mensen als Mijn discipelen. Zolang het hen niet slecht gaat, komen zij niet tot Mij´.

 

De Heer bedwong de wind en de zee. Analoog daaraan is het volgende citaat:  ´Dan zwijgen de winden van hartstochten en zorgen, en rust en vrede keren met hem in de buitenwereld terug, want de buitenwereld zelf was niet troebeler, maar alleen de kijk erop was vertroebeld´. ´Want alles wat zich op deze zichtbare aarde voordoet, is lechts een eenvoudig werk van de liefde, om het ziele-geestelijke in de mens tot zijn recht te doen komen. Dit proces doet zich ook voor in het leven van dieren, planten en stenen, maar is daar alleen zichtbaar voor het geestelijk oog´.

 

De discipelen van Jezus moesten sterk worden, opdat zij in de toekomstige levensstormen volgens Jezus niet meer zouden twijfelen, maar een vast vertrouwen.

 

´De mens zal sterker worden in het bewustzijn, dat hij niet slechts een burger van deze aarde is, maar ook van het heelal´. ´Daarom, zijn ook jullie ijverig om de goddelijke vonk in jullie innerlijk op te wekken, te cultiveren en te begrijpen…´

 

Vorige                                                          Volgende                             Voor de originele tekst, klik op: hoofdstuk 50