De opwekking van de jongeling te Nain
(hoofdstuk 41 van 53)
In iedere daad van Jezus (2.000 jaar geleden) kunnen we
erkennen dat uit Zijn driejarige leerjaren iets verborgen ligt dat voor alle eeuwigheden
geldt. In dit hoofdstuk gaat het over een gestorven jongeling, de enige zoon
van de moeder, die Jezus opwekte. De Heer: ´Zie,
ieder sterfgeval is een overgang van het
ene extreme naar het andere…´ ´Er bestaat in de schepping een materieel-schijnbare en een geestelijk-werkelijke
dood´. ´Op jullie aarde is momenteel meer ontbinding
an geestelijk leven aanwezig´.
Zo staat het met de gehele mensheid voor. Daarover hier: ´Ik wek zowel mensen afzonderlijk als ook
hele volken op, door gebeurtenissen en ongelukken van allerlei aard en laat hun
de gevolgen van hun verkeerde levenswandel voelen, omdat zij het geestelijke
totaal verwaarlozen´.
´De mensheid, zoals zij nu is, lijkt vanwege de korte duur van haar
proefleven op een jongeling, die zijn opdracht nog lang niet vervuld heeft´.
De Heer roept de tot ontbinding overgaande mensheid toe: ´Sta op, want jullie zijn niet geschapen om
de langdurige weg van de materie te gaan, maar de kortere van de geest´.
Er zal ooit weer een tijd komen op aarde, waarin wij weer
als geestelijk ´heer´mogen zijn over al het gedierte en over alle elementen in
het aardse paradijs, zoals eens Adam in het paradijs ´heer´ mocht zijn over
alle dierlijke wezens en vegetatief leven.
Vorige
Volgende Voor de originele tekst, klik op: hoofdstuk 41