De barmhartige Samaritaan
(hoofdstuk 38 van 53)
Iedere keer ontvangen we van de Heer een hemels cadeau,
en niet zomaar een, maar een groot hemels geschenk, dat op aarde is neergedaald
voor ieder mens, die het wil aannemen.
De barmhartige Samaritaan had medelijden met zijn naaste
mens. De Heer zegt: ´Gij zult uw naasten
liefhebben als uzelf!´. En dit moet geestelijk opgevat worden. Wat is
eigenlijk ´naastenliefde´ en wie is volgens de Heer onze ´naaste´?
Omdat in beide begrippen ´de sleutel tot Zijn rijk´ ligt heeft de Heer uit alle geboden de
NAASTENLIEFDE tot TWEEDE HOOFDGEBOD´ gemaakt. De LIEFDE veredelt alle
schepselen en de Heer zegt daarover van Zichzelf: ´Zonder liefde zou noch Ik, noch iets dat geschapen is, dat duurzaam
zou kunnen worden´. ´Deze zich over
alles uitspreidende liefde zal de maatstaf voor de mensenliefde zijn…´
Volgens de Heer stamt ieder menselijk wezen af van een
hogere afkomst. In de hemelse sferen bestaat er alleen maar LIEFDE. (in tegenstelling tot de
helse sferen, waar haat en eigenliefde op de voorgrond staan!) En hierbij de vraag: ´Wanneer is
mijn eigenliefde de juiste, zodat hij nuttig is voor mij en de anderen?´
De Heer maakt hier onderscheid tussen ´liefde´ en
´zichzelf´. ´Zowel in het materiële als
in het geestelijke wezen van de mens kan een gebrek of een overvloed aan
eigenliefde aanwezig zijn´. ´Tegenover dit extreem gebrek aan eigenliefde staat
dan weer een overmaat aan zelfzucht.
In dit verband beschrijft de Heer in dit hoofdstuk de ware
redenen van zelfmoordenaars, hoe zij ertoe gekomen zijn een einde te maken aan
hun leven, dat nog niet rijp genoeg was om in de geestelijke sferen te
vertoeven. EIGENLIEFDE sluit naastenliefde volledig uit. We dienen eerst onze
eigenliefde op orde te brengen.
De Heer: ´Gedenk
daarom bij iedere handeling, jullie hogere bestemming, en vergeet daarbij niet
dat jullie mensen GEEN goden bent…´
Vorige
Volgende Voor de originele tekst, klik op: hoofdstuk 38