Over de speelduivel en de moderne opvoeding

 

ontvangen door Jakob Lorber op 1-4-1847

   Aarde 60

 

 In hoofdstuk 60 wordt kritisch ingegaan op de moderne opvoeding en de invloed van spel en speelgoed op kinderen. De auteur argumenteert dat ouders vaak een verkeerd opvoedingsconcept hanteren, waarbij de nadruk ligt op vermaak en oppervlakkige activiteiten. In plaats van de kinderen te onderwijzen in waardevolle kennis en vaardigheden, worden ze overgeleverd aan een overvloed aan speelgoed dat hen afleidt van belangrijke leerprocessen.

 

De schrijver stelt dat dit leidt tot oppervlakkige, onwetende en egocentrische volwassenen die zichzelf als deugdzaam beschouwen, terwijl ze in werkelijkheid moreel en geestelijk ver achterblijven. Vooral meisjes worden volgens deze opvoedingsmethode zwaar beïnvloed door mode en uiterlijk, waardoor hun ontwikkeling in de richting van entertainment gaat, in plaats van dat ze echte kennis opdoen.

 

De rol van de geestelijke opvoeding wordt ook ter sprake gebracht. Het idee is dat in plaats van een echte goddelijke boodschap, kinderen voornamelijk leren wat hen bij de sociale elite van pas komt. De nadruk ligt op uiterlijk en sociale status, waardoor de geestelijke groei van het individu in gevaar komt.

 

De Heer concludeert dat de moderne opvoeding, door het overmatig benadrukken van spel en amusement, in wezen de ontwikkeling van een gezonde geestelijk leven ondermijnt. Hierdoor worden kinderen vanaf hun vroegste jeugd voorbereid op een leven dat hen in de "hel" leidt, waar ze zich niet bewust zijn van hun ware morele en spirituele tekortkomingen.

 

 Vergoten [onjuiste ijdelheid] vreugdetranen veroorzaken, als opgeloste specifica in de ziel, een merkwaardige uitwerking rondom de oren. De specifica van zulke tranen zoeken hun toevlucht bij de oren [omdat er foutief gehoor aan gegeven wordt], en nagenoeg groeien de oren in ongebruikelijke lengte. Men kan de wereld slechts wereldse, maar geen goddelijke raad geven. Materieel winstbejag is verkapte heerszucht. De oorzaak van ontaarding is het bezeten zijn van ‘speelduivels’. In plaats van voor de hemel, worden kinderen al in de wieg voor de hel [met overdadig veel speelgoed!] opgevoed, die dan tenslotte ook triomferen. 

 

Een dief en een moordenaar kunnen berouw voelen. Een hoerenloper, een echtbreker en ook een dronkaard kunnen, onder bepaalde omstandigheden, zover gebracht worden dat zij hun grote dwaasheid inzien. Men kan tot hen zeggen: ‘Je zonden zijn je vergeven, ga heen en zondig niet meer!’ Er zal in de wereld der geesten veel voor nodig zijn om zulke mensen op de levensweg te brengen, want voor hen – men gelooft het nauwelijks – is Mijn naam weerzinwekkend. In de geestelijke wereld, waar nauwelijks modebladen doordringen, waait een andere wind. Het is weliswaar een wind van genade, maar voor dergelijke zielen ruikt het erger dan de pest. Uit deze klasse mensen zullen velen in de kuil van de satan belanden, wat zoveel wil zeggen als in het allerlaatste afval van de materie.

 

  Vorige                                                        Volgende                             Voor de originele tekst, klik op:  hoofdstuk 60