Het wezen en het gevolg van de woede
ontvangen door Jakob Lorber
op 6-4-1847
Aarde 61
Hoofdstuk 61 behandelt de
gevaarlijkste vorm van bezetenheid: de bezetenheid door de "duivel van de
toorn". Deze woede is een negatieve kracht die het vlees van mensen in
zijn greep houdt, met een legioen aan ondersteunende kwade geesten. Woede staat
in directe oppositie tot liefde en voedt zich met negatieve emoties zoals haat,
hoogmoed, en zelfzucht. De tekst legt uit dat deze woede vaak reeds bij de
geboorte in de mens aanwezig is en dat opvoeding cruciaal is voor de
ontwikkeling van deze negatieve eigenschappen.
De auteur stelt dat zonder goede
opvoeding, deze woede kan uitgroeien tot een zelfstandige kracht binnen de persoon,
wat leidt tot destructief en gewelddadig gedrag. De tekst waarschuwt ook dat
verwenning door ouders het probleem verergert, wat kan resulteren in de opkomst
van een "vleesduivel" in hun kinderen. Zieke toestanden worden soms
gezien als een belangrijk middel om deze kwaadwillige invloeden te verminderen,
maar zonder een goede opvoeding zullen deze kinderen alsnog problemen
veroorzaken.
De schrijver pleit voor strikte
disciplines in de opvoeding en benadrukt dat overtollige liefde en verwenning
vaak tot de ondergang van de ziel kunnen leiden, soms zelfs tot de dood van het
kind, wat in sommige gevallen beter is dan een leven vol slechte eigenschappen.
Het is essentieel dat ouders negatieve eigenschappen zoals toorn en ijdelheid
actief bestrijden om hun kinderen te helpen transformeren in waardevolle leden
van de samenleving.
Samenvattend is de boodschap van het
hoofdstuk dat woede een diepgaande invloed heeft op de menselijke natuur, dat
goede opvoeding essentieel is om negatieve eigenschappen te bestrijden, en dat
verwenning leidt tot ernstige gevolgen voor de ontwikkeling van kinderen. Toorn
staat in scherp contrast tot liefde. Net zoals liefde niet zonder voedsel kan
bestaan, namelijk wederliefde, zo kan ook woede of toorn niet bestaan zonder de
woede tegenover zich, want die is zijn voeding.
Bij een foutieve opvoeding worden
verderfelijke stoffen opgeslagen in de lever; als deze stoffen eenmaal
overvloedig aanwezig zijn, wekt deze stof in zichzelf de zelfstandigheid van de
woededuivel. Zulke mensen zijn te herkennen aan het feit dat ze over elke
kleinigheid die hen ook maar enigszins beroert, buitengewoon opbruisen en
meteen klaarstaan om te vloeken en te slaan. Ze zijn als roodgloeiend ijzer,
dat op zichzelf heel stevig en rustig lijkt te zijn.
De grootste fout hierin is de
verwenning. Mazelen, roodvonk, etc. zijn bijvoorbeeld afvoermiddelen voor de
negatieve specifica, maar er blijft toch nog wat achter. Als de vleesduivel
niet in het bloed kan rondwaren, dan maar in de zenuwen, die dan worden aangetast.
Van Hogerhand – om nog meer vervuilde specifica af te voeren – laat de Heer
dysenterie, zware hoestaanvallen, etc. ontstaan. Het enige kind wordt vaak
verwend.
De Heer heeft met de mensen een
hoger doel voor ogen dan alleen maar spelletjes of overdadig speelgoed voor
kinderen. Een te grote liefde van de ouders voor hun kinderen veroorzaakt
doorgaans de dood. Daar moet niemand zich over verwonderen, als er zoveel
kinderen in hun jeugd, en vaak al in de wieg, sterven.
Vorige Volgende Voor de originele tekst, klik
op: hoofdstuk 61