Het belang van het onderscheiden van
het kwaad
ontvangen door Jakob Lorber op 29-03-1847
Aarde 57
In Hoofdstuk 57, dat dateert van 29 maart 1847, wordt het belang van het onderscheiden
van het kwaad benadrukt. De spreker erkent dat de bovengenoemde duivelse
verhalen ongemakkelijk kunnen zijn, maar stelt dat het essentieel is om zich
bewust te zijn van de vijanden die niet zichtbaar of herkenbaar zijn.
De spreker maakt duidelijk dat, hoewel het bekend is dat de kennis van het
kwaad ongemakkelijk kan zijn, het noodzakelijk is om deze kennis te verwerven
om de geestelijke strijd aan te gaan. Zo wordt het beeld geschetst van graan
dat veilig opgeborgen is, terwijl het omringende stro (symbool voor de
onzuiverheid en het kwaad) verbrand kan worden zonder dat het graan schade
oploopt. Hieruit blijkt dat geestelijke groei en zelfreflectie overeind
blijven, zelfs temidden van verleiding en kwaad.
Een belangrijke metafoor is die van een apotheker die niet alleen met
heilzame stoffen moet omgaan, maar ook kwetsbare en giftige elementen moet
herkennen. Evenzo dienen mensen zich niet alleen te richten op het goede, maar
te weten welke slechte gedachten en daden er in henzelf en de wereld aanwezig
zijn. Dit stelt hen in staat om zich te beschermen tegen destructief gedrag.
De spreker waarschuwt tegen de neiging om zich alleen met het goede bezig
te houden en het kwaad te negeren, en pleit voor een praktische benadering: men
moet de aarde en het kwaad kennen om daadwerkelijk te kunnen handelen. Het
kennisnemen van het kwaad is net zo cruciaal als het verlangen naar het goede.
Degene die het kwaad wil vermijden, moet het eerst erkennen en begrijpen,
anders loopt hij het risico van naļviteit. Het hoofdstuk eindigt met een oproep
om niet bang te zijn voor het kwaad, maar om het te leren begrijpen, zodat men
beter voorbereid is om het in zichzelf en de wereld uit te dagen.
Een goede
apotheker moet niet alleen vakkundig omgaan met verschillende levensessenties,
maar ook met giftige stoffen; anders kan hij geen goede apotheker zijn. Dit
geldt ook voor het eeuwige leven van de geest. Het is van groot belang om de
hel evenals de hemel grondig te kennen. Wie het kwaad wil vermijden, moet het
eerst kennen; anders blijft hij als een onmondig kind dat geen onderscheid
maakt tussen afval en brood, en tussen slangen en vissen.
Vorige Volgende Voor de originele tekst, klik
op: hoofdstuk 57