Mannelijke en vrouwelijke voortbrengselen der Aarde

 

ontvangen door Jakob Lorber op 20-01-1847

                            Aarde 14

Deze tekst behandelt de voortplanting van materie vanuit de aarde als een dubbel geslachtelijk wezen, dat zowel mannelijk als vrouwelijk is. De aarde wekt leven voort zoals een man, maar baart als een vrouw. Dit gebeurt op vier verschillende manieren: door het voortbrengen van levende jongen, het leggen van eieren, het produceren van zaden en het vormen van mineralen. De rol van planten en dieren in de voortplanting wordt ter discussie gesteld; hoewel de aarde al het leven voortbrengt, hebben planten en dieren ook hun specifieke voortplantingsmechanismen.

Bijvoorbeeld, een boom komt voort uit een zaadje, terwijl een vogel uit een ei komt, en in beide gevallen is de aarde de oorsprong. De interactie tussen de aarde en de verschillende soorten wordt verder verduidelijkt door de polariteit van de aarde als Noord- en Zuidpool, die verschillende eigenschappen bezitten. Seizoenen worden ook gepresenteerd als mannelijke en vrouwelijke fasen, waarbij de winter als mannelijke energie opwekt wat de zomer baart.

Bovendien worden fenomenen zoals het groeien van bossen op kale bergen en het "regenen" van vissen en padden genoemd als bewijs voor de scheppingskracht van de aarde. Deze teksten benadrukken de complexe interacties en de dynamiek van de natuurlijke wereld, waarin de aarde zowel de schepper als de voedingsbron van al het leven is.

Kort samengevat: de aarde heeft vier manieren om minerale wezens, planten en dieren voort te brengen. Soms verwekt en baart zij als vrouw, soms als man, zoals vogels die eieren leggen en planten die zaden voortbrengen, terwijl dieren een aan hen gelijkend schepsel baren. Als vrouw neemt zij het verwekte op en baart het; als man verwekt hij, maar baart niet. Het voortgebrachte moet eerst rijpen en geboren worden, waarvoor het door de aarde in haar functie als mannelijk wezen werd opgewekt. Het zaad van bijvoorbeeld een boom was er blijkbaar eerder dan de boom zelf. De vogel was er eerder dan het ei; het eerste ei was het zaad.

De aarde kan zich zowel vrouwelijk als mannelijk gedragen. Beide natuurstellingen moeten in haar verenigd zijn. De ene pool geeft, en de andere ontvangt. De Noordpool ontvangt, terwijl de Zuidpool afgeeft. Maar binnenin de aarde is het precies andersom: de Noordpool geeft, en de Zuidpool ontvangt. De polen wisselen van geslacht. De winter is mannelijk (zij geeft en verwekt), terwijl de zomer vrouwelijk is en baart. In de winter is de ene helft van de aarde mannelijk en de andere helft vrouwelijk. Het zuidelijke deel is mannelijk en sterker, terwijl het noordelijke deel als een ‘manwijf’ gezien kan worden, en het zuiden weer als een ‘verwijfde man’. De nacht is vrouwelijk en de dag is mannelijk. [bron: Aarde en Maan – Jakob Lorber]

Vorige                                                          Volgende                             Voor de originele tekst, klik op:  hoofdstuk 14