De inwendige bouw van de Aarde
ontvangen door Jakob Lorber
op 04-01-1847
Aarde 05
In hoofdstuk 5 wordt de inwendige
bouw van de aarde vergeleken met het lichaam van een dier en een boom. Er wordt
gesteld dat zowel de aarde als levende organismen uit drie delen bestaan: de
buitenste laag (vergelijkbaar met de schors of huid), de middelste laag (vast
hout of geraamte), en de centrale kern (de levende organen). Het hart van de
aarde fungeert als de enige stuwkracht die levensprocessen in gang zet,
vergelijkbaar met de werking van het hart in dieren. Deze structuur en
functionele overeenkomsten wijzen op een fundamenteler verband tussen de natuur
van de aarde en het leven op haar oppervlakte. De Heer als auteur sluit af met
de belofte om de verbinding en werking van deze drie lagen in de aarde verder
uit te leggen.
De pulserende of stuwende beweging
van het Aardehart wordt elke zes uur herhaald en is afhankelijk van de
achterliggende stuwkracht. De Aarde heeft grote longen en staat in samenhang
met het Aardehart. Het is te verklaren dat zowel de regelmatige als de
onregelmatige uitzettingen en samentrekkingen van het aardelichaam uitsluitend
daardoor veroorzaakt worden, namelijk door eb en vloed. Niet alleen de Aarde,
maar ook elke vrucht, elk dier en elke mens bestaat uit drie lagen. Neem
bijvoorbeeld een ei: eerst de schaal, dan de lymfmassa en tenslotte het bloed
(de dooier), wat het leven zelf is. De binnenkant van deze buitenste aardlaag
ligt op een diepte van ongeveer 150 km, soms ook minder (vanwege uitzetting en
inkrimping). [bron: Aarde en Maan – Jakob Lorber]
Vorige Volgende Voor de originele tekst, klik op: hoofdstuk 5