Het wezen der materie en de geesten die haar oergrond vormen

              ontvangen door Jakob Lorber op 02-01-1847

                                                                  Aarde 04

 

In dit hoofdstuk wordt het wezen van materie en de geestelijke oorsprong ervan besproken. De tekst benadrukt dat materie er niet op zichzelf is; haar voortdurende cyclus van ontstaan en vergaan toont aan dat ze slechts een middel is voor het leven. Voorbeelden zoals de vergankelijkheid van bladeren, dieren en bergen illustreren deze transformatie. Het hoofdstuk stelt dat materie gedoemd is te vergaan, maar dat dit niet treurig is, omdat het doel van materie het bevrijden van leven is. De essentiële kracht van materie blijkt voort te komen uit een 'zwaartepunt' dat door de wil van God wordt geactiveerd, en deze geestelijke energie geeft leven aan de materiële wereld. Geesten, of 'oergeesten', spelen een rol in deze dynamiek, waarbij zij de materie tot leven brengen en zich op een hoger plan ontwikkelen. Het hoofdstuk sluit af met de belofte dat er meer over deze mechanismen en de interacties binnen de aardse structuren zal worden onthuld.

 

Het zwaartepunt van de materie is voortdurend in beweging, wat betekent dat materie geleidelijk oplost. Vuur transformeert het laatste zwaartepunt van de materie, waardoor as ontstaat als het laatste vluchtige restant van alles wat is. Bomen uit de oerwereld worden als overblijfselen nog aangetroffen onder de naam steenkool. Materie  vertegenwoordigt de dood; het leven is gevangen in de dood en moet worden bevrijd uit de materie. Materie functioneert enkel als een middel om het vrije leven te reguleren en vrij te maken. Het onveranderlijke bestaan van materie kan onmogelijk het uiteindelijke doel zijn. Materie is niets meer dan een doelmatige manifestatie van Gods vastgestelde wil. Tijdens het proces van geleidelijke ontbinding van materie wordt het levengevende zwaartepunt steeds kleiner. Een immense schakering van talloze verbannen oergeesten, oftewel vuurkrachten, moet de materie tot leven brengen, zodat zij stap voor stap kunnen worden gekleed in een lichtere vorm van materie en op het juiste moment kunnen overgaan in het vrije leven. Deze vuurgeesten bepalen het zwaartepunt binnen de aarde. [bron: Aarde en Maan - Jakob Lorber]

 

Vorige                                            Volgende                     Voor de originele tekst, klik op:  hoofdstuk 4