Huid weerspiegeling van de ziel (week
9 van 52)
Het menselijk uurwerk dient
afgestemd te zijn met de ziel. De Heer beschrijft de besmettelijke melaatsheid.
Er kleeft SMET aan de melaatse (mal van malade) betekent
ziek, gek en dat in zekere zin ´etsend´. De giftige builen op de huid zijn
onaanzienlijk. De melaatse dient in AFZONDERING te leven en zijn ´zonde´ nader
te onderzoeken. Melaatsheid kun je niet verbergen. Het spiegelt alle slechte
eigenschappen, alle kwade hartstochten en gewoontes van de ziel en diens
geweten wordt als het ware gedwongen haar geweten aan anderen te onthullen. Zij
zal bittere ervaringen moeten opdoen. Zo staat het eigenlijk in dit hoofdstuk
beschreven.
Mayerhofer schreef
via de Heer: ´Evenzo is ook de geestelijke
melaatsheid besmettelijk, omdat hij (de melaatse!) door zijn slechte principes ook anderen tot slechte
handelingen verleidt. Zo ontstond, doordat de een de ander besmette, deze
immorele wereld, zoals jullie die nu zien!´
Op stoffelijk vlak is melaatsheid,
zo schrijft Mayerhofer, ´manifesteert
die ziekte zich zo, hetzij door losbandigheid, door een onnatuurlijke
levenswijze wat betreft eten en dranken, hetzij door onzinnelijkheid, zoveel
vreemde giftige stoffen in zijn organisme heeft binnengehaald, dat het hele
menselijke uurwerk niet meer loopt.´
De mens moet zichzelf geestelijk
genezen. Daarbij speelt de vrije wilskracht een belangrijke rol. Tenslotte
vermaant de Heer Jezus ons, om de huid van de ziel en het leven grondig te
onderzoeken. (bron: hfdst.9)
Origineel hoofdstuk9