Er waait een geestelijke wind

      (hoofdstuk 2 van 53)

 

Het is de Heer er niet aangelegen dat de kerken Hem eren met uiterlijke gebruiken en rituelen. Dan zullen er geleidelijk meer religieuze ´stromingen´ komen die veel waarde leggen op de uitleg van de Bijbel via het boek ´Predikingen´ terwijl anderen weer verlicht mogen worden door het ´Nieuwere Evangelie´ dat het ´Oudere Evangelie´ steeds meer vervult.

 

We dienen de hemel met geweld aan te grijpen, zodat het onze eigendom zal zijn, wat Jezus eens zei over de grote stad van Juda, dus Jeruzalem, geldt nu ook voor alle grote steden van de aarde. De Heer zegt hier: ´Zij (de mensheid) kennen de stem van de Heer nog niet; zij zijn verdwaalde schapen, die pas na lang ronddolen in de duisternis, tot het licht van liefde, van waarheid en van een vrij bewustzijn zullen komen.´

 

Verder deelt de Heer ons mee over Zijn ´NIEUWERE EVANGELIE´: ´Mijn directe bekendmaking aan ENKELEN (bijvoorbeeld Swedenborg, Lorber en Mayerhofer) is opnieuw Mijn voorloper.´ ´Er waait al een geestelijke wind als drager van EEN NIEUW TIJDPERK.´ ´Nog steeds klampen de mensen zich vast aan ceremoniën en gebruiken,- een teken, dat zij in wezen nog zeer materieel zijn, en alleen materiële zaken verlangen en begrijpen.´ ´Laat de wereld voor wat zij is; zij kan jullie slechts voor enkele momenten gelukzaligheid geven, maar kan jullie op de lange duur niet bevredigen.´

 

Jezus nodigt ons uit door te zeggen: ´Kom tot Mij allen die vermoeid en belast zijt

Ja, belast door alle wereldse spanningen, de problemen in het aardse leven. De Heer bedoelt hiermee de noodzakelijke beproevingen van het leven. Want een moeilijk belastbaar leven zal de ziel zeker roeren tot in haar binnenste kern. De Schepper van alles helpt ons ook om deze last te kunnen dragen. ´Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht.´ (Matth.11:30)

 

Vorige                                                          Volgende                             Voor de originele tekst, klik op: hoofdstuk 2