De opstanding van Jezus (week 19 van 52)
De Heer zegt over Zichzelf nooit
geboren of geschapen te zijn. Hij is en blijft de enige altoos oergeschapen God
en Heer over alle dingen. Aan het kruis bad Jezus voor degenen die Hem bespotten
en vernederden. Maar de naastenliefde jegens de Hem omringende vijanden was
groter, dan hun haat. De sociale Bijbelse stelregel in onze maatschappij is nog
niet verloren gegaan: ´Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat
ook een ander niet!´
Jezus zegt over onze luttele
aardebol: ´Mijn heengaan van de kleine
aarde, die Ik uit miljoenen aardbollen en zonnen tot schouwspel had verkozen
van de grootste daad, die alleen Mij mogelijk was…´
´Overal op onze aarde zal erkend worden, dat de materie slechts het
omhulsel vann het geestelijke is en dat de materie,
of het wereldlijke, slechts omwille van het geestelijke geschapen werd.´
´Al het materiële moet
vergeestelijkt worden, opdat de mensen Mijn geestelijk rijk naderbij kunnen
komen en (ook) de andere geschapen wezens op de aardbol…´
Jezus zegt dat de
wereldgebeurtenissen van Zijn driejarige periode op aarde zich geleidelijk
zullen herhalen in geestelijke overeenstemming tot Zijn spoedig naderende
wederkomst, waarbij Hij drie punten accentueert van de wereldgeschiedenis in
het algemeen, die Zijn drie jaren in Palestina weerspiegelen.
1. De kindsheid, dat in overeenstemming is met het
onvoorwaardelijk geloven;
2. De jeugdige leeftijd, dat overeenkomt met het
beoordelen van het geloofde;
3. De volwassenheid, dat
de fase bereikt heeft om te onderscheiden van schijn en werkelijkheid.
Over de opstanding zegt Jezus: ´Dat is het geestelijk beeld van Mijn opstandinf als Mijn liefdeleer…Deze opstanding zal ook door
de hele mensheid en door ieder afzonderlijk in eigen hart gevierd worden. Zo
zal Ik verrijzen in de harten van Mijn gelovigen…´
We dienen dus volgens Jezus te
ontwaken en onze geestelijke ogen, oren en harten te openen en ons voor te
bereiden op dit feest van de opstanding: ´Het
is het feest van de vergeestelijking en de verheerlijking van ons eigen ik.´
De Heer zegt: ´Bedenk, dat jullie niet van deze wereld zijn! Jullie waren voorheen
geest en jullie zullen wederom geest worden…Beschouw de opstanding daarom
geestelijk…´ (bron:
hfdst.19)