Hoe dringen duivels zich bij de mensen op? (week 15 van 52)

 

Dit hoofdstuk heeft diepe indruk op mij gemaakt. Bij de val van de oergeesten (oerengelen, geschapen door Lucifer!) en dat was in een zeer ver verleden, wilden deze engelen niet meer terugkeren naar hun God en hingen lucifer aan, en zij hielden van het ´duistere´, maar de mogelijkheid bestond nog wel om naar dat Licht terug te keren. Maar toen zij bleven volharden, werden ze door de Godheid uiteindelijk verbannen in de materie.

 

Plaaggeesten vervelen zich vaak en sarren de mensen die hun ´deur´ voor negatieve invloeden hebben openstaan. Sommige mediums worden dan ook hier en daar ´bezeten´ door zulke plaaggeesten, en krijgen dan bijvoorbeeld een automatisch handschrift door. Een dergelijke geest neemt bezit van het lichaam en dringt zich op om iets op te schrijven. Er bestaan ook klopgeesten. Ja, dan moet men wel geloven, dat er andere werelden bestaan in de geestelijke sferen.

 

Jezus zei daarom in Gethsemane tegen Zijn discipelen: ´WAAKT EN BIDT, OPDAT GE NIET IN VERZOEKING VALT!´ Want ook Jezus, toen als MENS, had te strijden tegen duistere ´machten´. Als kwade geesten (vaak ook ´lagere´ mensen op aarde) je willen verleiden hetzelfde te doen wat zij doen (de verlokkingen) maar daaraan geen gevolg wordt gegeven, zullen ze je uiteindelijk met rust laten, mits je ook dan standvastig WAAKT EN BIDT.

 

´In de geestelijke wereld worden al je gedachten gewogen. Daar is de mens als geest maar een afdruk van zijn geestelijke ik, dat hij hier op aarde verwierf´

 

De Heer zegt verder: ´Iedere gedachte, die vluchtig door je hoofd of hart gaat, staat in je innerlijk geestelijk mens als een onherroepelijke afdruk en zal eens de uiterlijke geestelijke bekleding van je zielmens bepalen!´

 

Pas op, schrijft Mayerhofer via de Heer, ´dat je niet in het duivelse valt en al hier op aarde en verder aan gene zijde gedurende lange tijd voor Zijn rijk verloren is.´ Daarom zegt de Heer verder: ´Doe alle moeite om reeds hier (op aarde= zoveel kracht te verwerven, dat je daar (aan gene zijde) de verzoekingen kunt weerstaan en ook meteen met de betere geesten samenkomt, bij wie natuurlijk strijd en verleiding geen sprake is.´ (Bron: hfdst.15)

 

Origineel hoofdstuk15