De koninklijke bruiloftsmaaltijd

                   (hoofdstuk 45 van 53)

 

De Heer zegt over de betekenis van een bruiloft: ´Het eerste beeld betekent de vereniging van twee tot één geestelijk wezen, ook al zijn ze gescheiden in twee lichamen…waarin gelijkgezinden elkaar vinden en verenigd dat volbrengen, wat voor de enkeling niet mogelijk geweest zou zijn´.  Verder: ´Zie, dit bruiloftsmaal betekent de hele periode vanaf de schepping van de mens tot aan de zondvloed´.

 

De zondvloed moest een einde maken van de toen levende mensheid, maar de Heer bleef ook in latere tijdens steeds weer uitnodigingen sturen om het ´verenigde´ feest met z´n allen te mogen vieren. Bij alle uitgenodigden was er een enkeling die zich niet stoorde aan de kleding en hij zag er niet uit. De Heer daarover: ´En deze enkeling, die Mij, de Koning, zo brutaal het hoofd wou bieden, is niemand anders dan de door Mij sinds lang verstoten geest Lucifer of satan, die als gepersonifieerd kwaad principe de tegenpool van Mijn eigen Ik uitmaakt.

 

Hij werd overgelaten aan de duisternis van zijn eigen gemoed, totdat een in hemzelf opkomende verbetering zijn terugkeer mogelijk maakt 

 

De Heer zegt, dat zolang er bij Lucifer geen vrijwillige ommekeer hem waardig maakt om Mij te naderen, blijft hij uitgesloten van de Koningsmaaltijd, want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.

´Voor alle geesten van Mijn schepping waren en zijn de poorten van Mijn grote geestrijk open, maar slechts weinigen zal het lukken om in die ruimten binnen te dringen waar eeuwige vrede  en zaligheid heersen´. ´Nog altijd houd Ik niet op met boden uit te zenden…´ Maar de meesten stoppen hun oren toe om de stem van de liefde en vrede niet te horen.

 

Daarom zal de Heer een catastrofe over de mensen laren komen en dat is Zijn lichtwaarheid. ´Wanneer dan overal licht zal zijn, rest de duisterlingen niets anders dan te vluchten voor deze glans en zich te verbergen in de binnenste duisternis van hun eigen zwakheden´.

 

´Ook nu zullen sommigen zich vertoornen over dit geweldige licht..Mijn rijk is een rijk van licht. Ofwel ( voor de duistere mensen) in de eeuwige duisternis van de eigen ziel, die gelijk is aan de dichtste materie, een lang reinigingsproces voor zich zien. (dat wil zeggen opnieuw weer vele miljoenen, zo niet miljarden jaren de materieronde doen van bikkelharde steen, mineraal, plant, dier en tensotte een mensenziel.)

 

´Bij Mijn naderende komst moeten evenzo alle harten licht hebben of toch minstens ontvankelijk gemaakt voor het licht, opdat het bruiloftsfeest gevierd kan worden´.

 

 Vorige                                                         Volgende                             Voor de originele tekst, klik op: hoofdstuk 45