Het verdriet van Jezus over Jeruzalem
(hoofdstuk 35 van 53)
Ook in dit hoofdstuk citeert de Heer de evangelist Lucas.
Hij weende over de toenmalige stad Jeruzalem en het joodse volk en voorzag haar
definitieve ondergang en het volledige einde als zelfstandige natie. Hoewel de tegenwoordige Joden – de hoogste
uitverkoren natie - over de gehele wereld verspreid wonen, dat tot op de
huidige dag nog aanhoudt.
De Heer zei: ´Er
waren na Mijn dood nog geen vijftig jaren verstreken en Mijn waarschuwing ging
al in vervulling. Het uitverkoren volk had opgehouden als zelfstandige natie
te bestaan´. (opmerking: circa 38 jaar na Jezus´ Hemelvaart in 31-32 n.
Chr.)
Ook nu weent de Heer over de huidige toestand van de
wereld. De Heer zei: ´Want Ik ben nu
eveneens bedroefd over het lot van zovele zielen, die Ik zelfs als God niet kan
redden, omdat Ik hun de vrijheid van handelen niet mag ontnemen´.
De Heer zou tegen de mensheid willen zeggen: ´Zoals eens tegen Jeruzalem en zijn inwoners: ´Mocht gij toch begrijpen wat tot uw vrede
dient; want er zal een tijd komen,
waarin jullie allen bitter zullen voelen, wat jullie niet beseft hebben in
die tijd, toen jullie door Mijn zegen en Mijn genade werd bezocht´.
Er zal volgens de Heer eens een tijd komen dat alle
wetenschappers of onderzoekers zullen gaan merken, dat er Iemand is, die
Meester is over alle materie en geest. De
Heer maant: ´Hoor de stem, die jullie de
ogen wil openen en jullie wil laten zien, hoe lichtzinnig jullie allen als
dronkaards rondwaggelt aan de afgrond van de
eeuwigheid en ieder ogenblik gevaar loopt om
voor een lange tijd door deze te worden verslonden´.
Verder: ´Onrijp en
ontijdig zullen jullie dan in die tijdloze ruimten slechts door veel inspanningen
en met de grootste moeite dat kunnen bereiken, wat hier in dit aardse
proefleven met zoveel minder moeite te verwerven is!´
Het zal volgens de Heer niet meer zo lang duren voordat
onze sociale verhoudingen, waarvan de mensheid denkt, dat deze voor altijd
zullen bestaan, volledig zullen instorten. Na de volledige verwoesting van
Jeruzalem in 70 n. Chr. hield over het geheel genomen vrijwel de joodse cultus
op te houden in haar existentie. De verwoeste ringmuren van Jeruzalem waren de
enige overgebleven restanten. We dienen ons te behoeden van het algemene
wereldse verval en rechtop blijven staan en niet instorten zoals de muren van
Jeruzalem.
Vorige
Volgende Voor de originele tekst, klik op: hoofdstuk 35