Het afscheid van de Heer
(hoofdstuk 27 van 53)
Met de opstanding
van Jezus had Zijn Goddelijkheid haar
bevestiging gevonden. De Heer zegt dat Zijn opstanding naar menselijk begrippen
een BUITENGEWONE DAAD was. Zijn leer was niet alleen voor de discipelen
bestemd, maar voor de gehele wereld, voor het gehele geestenrijk en voor de
eeuwigheid.
De Heer heeft ons
er voor gewaarschuwd dat met Zijn huidige Wederkomst (o.a. de literatuur van
Emanuel Swedenborg en de voltallige boeken van Jakob Lorber en Mayerhofer) de verstandsmensen, de geleerden en de
theologen resp. priesters, alles in het werk stellen om de mensheid te
overtuigen van het tegendeel, dat Hij de mensen zal zeggen.
Verder zegt de
Heer: ´En zoals het was in die tijd (2000 jaar geleden), zo zal het nu weer gaan. Slechts een kleine kring van Mijn
werkelijke volgelingen zal het in het
begin ten deel vallen Mij als terugkerende Jezus, maar ook als God, Heer en
Schepper van het oneindige te kunnen verdragen en herkennen´.
De Heer heeft
allang (onzichtbaar) Zijn Wederkomst ingeleid om voor Hem een aantal
volgelingen te vormen, die de weg zullen effenen. Hij doet een oproep om onze
medemensen het voorbeeld te geven: ´Doop jullie
medebroeders en zusters met de geest der verdraagzaamheid, opoffering en
vergeving! Leer hen allen de verdraagzaamheid, zoals Ik die tegenover jullie en
de hele mensheid reeds sinds oneindige
tijden hebt beoefend!´
Met ´oneindige
tijden´ bedoeld de Heer waarschijnlijk ook de andere werelden in de oneindige
universele ruimtes.
Verder staat er: ´Leer hen de grote, lang voortdurende
eeuwigheid aan de andere ant van het graf niet te
verspelen door het najagen van ijdele, nietszeggende, wereldse goederen!´
De Heer kiest bij
Zijn persoonlijke zichtbare Wederkomst als Herder geschikte OMKLEDING, zodat de
Zijnen Hem kunnen herkennen. Ooit zal ook de materiële aarde het beeld volgen
van de geestelijke wereld. De Heer zegt daar verder over: ´Alles ontwikkelt zich tot geestelijke rijpheid, zelfs de grootste
materialisten, de meest verstokte ongelovigen en onverschilligen laat het niet
met rust´.
Er dient niet
naar het wereldse, maar naar het geestelijke gestreefd worden. We mogen over
niet al te lange tijd het GROOTSTE FEEST van opstanding meemaken. De Heer: ´Het is niet alleen het grootste feest voor
jullie mensen, maar ook het belangrijkste voor Mijn gehele, grote geestrijk…´
We dienen ook
anderen in de geheimen van onze harten Zijn evangelie te verstaan en te
begrijpen. De Heer: ´Wie over het kleine
is gesteld en het plichtsgetrouw beheert, aan hem zal eens het grote
toevertrouwd worden´.
Vorige
Volgende Voor de originele tekst, klik op: hoofdstuk 27