"En toen het avond was geworden, kwam Hij met de
twaalf"
Als bij de mens alles tegenloopt, komt
hij tot het kruis. Alle wetenschap en belezenheid geen waarde en de mens
heeft tevergeefs zijn geestelijke eetzaal en tafel daarvan voorzien, als Degene
niet aanwezig is, die deze spijzen moet zegenen, verteren en omzetten in een
sap, dat de geest opwekt. Wie zijn dan de discipelen die zich ergeren en
weggaan? Dat zijn de verkeerde gevolgtrekkingen uit al het gelezene
en bestudeerde. Deze worden als in strijd met de grondslagen van de
Christelijke leer voorgesteld.
Ook alle wetenschap en belezenheid heeft geen waarde en
de mens heeft tevergeefs zijn geestelijke eetzaal en tafel daarvan voorzien,
als Degene niet aawezig is, die deze spijzen moet
zegenen, verteren en omzetten in een sap, dat de geest opwekt.
In Marcus 14:17 wordt deze overdenking op
verschillende manieren bekeken en in verband gebracht met de menselijke
ervaring, vooral wat betreft de geestelijke duisternis en de behoefte aan
geestelijke voeding. Deze overdenking biedt een interessante en diepgaande
interpretatie, waarbij de symboliek van de avond wordt gebruikt om geestelijke
vermoeidheid en de zoektocht naar geestelijke voeding te verkennen. De context
schetst de uitdaging waarmee veel mensen in hun leven geconfronteerd worden:
momenten van duisternis en verwarring, die hun geestelijke helderheid en
motivatie kunnen beļnvloeden. De Heer stelt dat de avond in de tekst symbolisch
is voor een fase van geestelijke duisternis in het leven van een mens. Wanneer
het 's avonds is, begint het licht van de dag te vervagen, wat overeenkomt met
een periode waarin men zich uitgeput voelt, ondanks eerdere inspanningen van
leren en studeren.
De avond als symbool voor
geestelijke duisternis is krachtig, omdat het ons herinnert aan de momenten in
ons leven waarin we ons verloren of uitgeput voelen. Dit kan voortkomen uit de
drukte van het dagelijks leven, stress of het gevoel dat we niet verder komen
in onze geestelijke zoektocht. Het verglijden van het daglicht vertegenwoordigt
niet alleen fysieke vermoeidheid, maar ook de innerlijke strijd die we kunnen
ervaren wanneer we ons nu eenmaal confrontaties krijgen met ons geloof en ons
zelfbeeld. De Heer legt uit dat de avond een tijd is waarin de geestelijke helderheid
afneemt, vergelijkbaar met het vergaan van zonlicht. Dit kan leiden tot
frustratie, apathie en een gevoel van verlies van richting
Hij komt 's
avonds met de twaalf (de apostelen), wat aangeeft dat, ook al is er geestelijke
duisternis, er hoop is op Zijn komst. De Heer staat symbool voor het brengen
van verlichting en zingeving, terwijl de twaalf apostelen de leer symboliseren
die Hij eerder heeft onderwezen. De komst van de Heer in deze situatie
herinnert ons eraan dat zelfs in onze donkerste momenten er hoop en verlichting
is. De aanwezigheid van de Heer kan ons helpen om de betekenis van onze
ervaringen opnieuw te ontdekken. Dit geeft de boodschap dat we niet alleen zijn
in onze strijd en dat we altijd de mogelijkheid hebben om steun te vinden in de
geestelijke dimensie van ons bestaan.
De mens levert het levende aan de dood over en gaat daarbij zelf te gronde
en dat is dan de op de avond gevolgde nacht, of nu is alles dood in de mens.
Vorige Volgende Voor de originele tekst, klik op: hfdst.9.htm