De torenklok – een gelijkenis
(Ontvangen door Jakob
Lorber op 4-6-1847)
(1) Op een hoge toren in een stad
liet een hertog een prachtige klok inbouwen. Omdat de toren achthoekig was,
liet hij aan elk van de acht vlakken, die natuurlijk tussen de acht hoeken
vielen, een wijzerplaat maken, opdat iedereen vanuit alle mogelijke plaatsen de
juiste tijd kon zien en zo het uur van de dag op de minuut en seconde precies
kon vaststellen.
(2) Behalve de juiste tijdsindeling
van het uur tot op de seconde gaf de klok ook de dag van de maand aan, de stand
van de maan en ook die van de andere planeten, alsmede de dagelijkse duur van
het licht vanaf de opgang tot aan het ondergaan van de zon en bovendien ook de
vier jaargetijden, maar natuurlijk al die astronomische gegevens op
afzonderlijke, onder de hoofdplaat voor de tijd aangebrachte, astronomische
wijzerplaten.
(3) Maar naast alles wat deze klok
op haar wijzerplaten liet zien, had zij ook een voortreffelijk slagwerk voor
uren en kwartieren en boven dien ook nog een zuiver klokkenspel en voor al dit
uitermate gecompliceerde kunstig mechanisme slechts één enkel aandrijf gewicht;
kort en goed, een soortgelijke klok als deze laat zich waar ter wereld ook niet
vinden!
(4) Dat doet echter niets ter zake,
ook niet dat zij zo'n veelsoortige dienst zo bijzonder goed verrichtte; maar
dat al deze onderling zeer verschillende verrichtingen slechts door één en
hetzelfde aandrijfgewicht in de juiste beweging werden gezet, dat was nu juist
wat zo wonderbaarlijk was aan deze klok.
(5) Een vreemdeling die in deze stad
kwam, viel allereerst deze overal zichtbare klok op en hij vroeg aan de eerste
die hij tegenkwam, hoeveel drijfveren en gewichten deze klok wel zou hebben.
Toen men hem antwoordde: "Slechts één!", was hij geheel verbluft en
ongelovig en sprak: "Dat is onmogelijk! Zo veel en zulke verschillende
werkingen en maar één aandrijfkracht!? Nee, nee, dat gaat niet, dat is onmo gelijk!"
(6) Weer een andere vreemdeling kwam
en bezag de klok en verwonderde zich bovenmate toen men hem vertelde, wat de
klok allemaal in het werk zette. Hij dacht dat elke wijzerplaat een eigen
aandrijfmechanisme moest hebben, waardoor de toren natuurlijk louter met
verschillende klokken volgepropt moest zijn. Toen men hem evenwel zei, dat
slechts één aandrijfkracht alle wijzers in beweging bracht, werd hij heel
boos, omdat hij dacht dat men hem vanwege zijn onkunde voor de gek hield en
hij ging weg en vroeg verder niet naar dit uurwerk.
(7) En weer kwam een ander uit
vreemde streken, bewonderde deze klok en vroeg naar de meester daarvan. Men gaf
hem als antwoord; "De meester van deze klok was een zeer eenvoudige
landman en het is niet zeker of hij kon lezen en schrijven!"
(8) Dit goede antwoord maakte de
vreemdeling zo woedend, dat hij daarop zweeg en gauw weg ging, omdat hij niet
was gekomen om als domme dwaas op zo'n plompe manier met zich de spot te laten
drijven.
(9) En zo kwamen er nog veel meer,
die vroegen zoals de eersten. Wanneer men hen echter in de geheimen van dit
kunstwerk wilde inwijden, werden zij allen geërgerd en zeiden: 'Wij kunnen dat
niet geloven, voordat wij het met eigen ogen hebben gezien!'
(10) Welnu, men bracht hen in de
toren. Maar bij het zien van het bijna talloze raderwerk, de vele hefbomen,
cilinders, haken, stangen en nog duizend andere mechanische installaties en
verbindingen, raakten zij letterlijk buiten zinnen en schreeuwden: "Wie
kon dit doorzien en begrijpen? Dat kan geen mens hebben gemaakt! Er zijn
honderd mensenlevens voor nodig, om alleen maar de onderdelen van dit werk te
tellen, om nog maar te zwijgen van ze te maken!" - en al deze
vreemdelingen gingen geheel verdwaasd weg.
(11) Slechts weinigen lieten zich
over dit werk beleren, hoewel voor deze betere mensen de te eenvoudige en niet
wetenschappelijk opgeleide meester van het werk min of meer een steen des
aanstoots bleef.
(12) Wat leert dit beeld ons? Wat is
zijn diepere betekenis? Daarover mag ieder een beetje nadenken en zich zo
oefenen in het opzoeken van de verborgen waarheden en daarin zoveel als hem
mogelijk is ontdekken, tot te zijner tijd de algehele oplossing zal worden
gegeven! Amen.