Aarde 82

Dit hoofdstuk biedt een beschrijving van de volkeren van Zuid-Afrika vanuit een koloniale en antropologische invalshoek. De tekst schetst een tijdsbeeld waarin deze bevolkingsgroepen worden aangeduid met voor ons beeld kwetsende en verouderde terminologie. Desondanks was dit eeuwen geleden nog een realiteit, en mogen we dit niet negeren.

De Heer als Auteur beschrijft een groep mensen zonder heerser, die leeft in primitieve omstandigheden met een dieet dat voornamelijk uit rauw vlees en bloed bestaat. Hun communicatie gebeurde zonder gesproken taal, met gebaren en kliks. Er is een contrast tussen deze volkeren en de Madagaskariërs, waarbij de laatste, volgens de Heer, een lagere geestelijke status zou hebben dan de eerste.

Verder wordt er ingegaan op de gruwelijke praktijken van mensenhandel onder volken die onder een koning of koningin leven, waarbij vrouwen systematisch worden uitgebuit voor de voortplanting. De tekst noemt de onmenselijke en brutale aard van deze tradities en de goddeloosheid van de heersende klasse.

Er wordt ook opgemerkt dat er onder deze bevolking interesse is in leren en dat zendelingen relatief gemakkelijk contact kunnen maken vanwege hun beperkte behoeften. De beschrijving eindigt met een sombere constatering over de onverbeterlijke aard van deze volkeren en hun toekomst in de geestelijke wereld.

Het is belangrijk op te merken dat de inhoud van deze tekst, gezien de huidige opvattingen over respect en gelijkheid, vandaag als problematisch geldt en dat de beschrijving van deze volkeren in een hedendaagse context met grote voorzichtigheid behandeld moet worden.

Vorige                                                          Volgende                             Voor de originele tekst, klik op:  hoofdstuk 82