Echte en valse profeten
ontvangen door Jakob Lorber op 22-4-1847.
Aarde 71
In hoofdstuk 71,
getiteld "Echte en valse profeten", legt de Heer uit dat men niet
altijd blindelings moet vertrouwen op de voorspellingen van wedergeborenen. Voorspellingen
moeten voorwaardelijk zijn; als iemand claims doet zonder de mogelijkheid van
verandering te erkennen, is dat geen ware profetie. Dit wordt geļllustreerd met
voorbeelden van profeten zoals Jeremia en Jona, wiens voorspellingen later verwezenlijkt werden of
aangepast werden aan de omstandigheden. De spreker benadrukt dat echte profeten
geen absolute waarheden kunnen verkondigen, omdat de vrijheid van mensen en het
concept van vrachttijd essentieel zijn.
Het hoofdstuk
bespreekt ook de verantwoordelijkheden van profeten en het gevaar van valse
profeten die uit eigen beweging handelen. Ware liefde en barmhartigheid zijn de
kern van ware profetie, en enthousiasme voor macht of het zoeken naar materieel
gewin leiden tot misleiding. De spreker moedigt aan tot vergeving en het
vermijden van oordelen tussen mensen, omdat dit in strijd is met de ware
boodschap van liefde.
Deze
uiteenzetting benadrukt dat iedere gelovige het recht heeft om te vergeven,
maar waarschuwt dat het zich opwerpen als rechter of het handelen zonder
inzicht in de boodschap van liefde leidt tot zonden en verdoemenis. Het
hoofdstuk sluit af met de belofte van verdere uitleg over vergeving en het
valse profetendom.
Vorige Volgende Voor de originele tekst, klik
op: hoofdstuk 71