De ziel van Satana
ontvangen door Jakob Lorber op 23-3-1847.
Aarde 53
In hoofdstuk 53, getiteld "De ziel van Satana,"
wordt de deelbaarheid van de ziel besproken. De auteur legt uit dat zielen
samengesteld zijn uit meerdere intelligente deeltjes en dus kunnen worden
verdeeld. Dit wordt geïllustreerd met voorbeelden uit de natuur, zoals
verschillende metaalsoorten en de gelijkenis tussen ouders en kinderen, die
naar de ziel van de ouders wijzen. Ook in de geestelijke wereld manifesteren
zielen zich op verschillende manieren, afhankelijk van hun aard en levensstijl
op aarde. Zielen die tijdens hun leven niet deugdzaam waren, verschijnen in
groteske vormen na de dood.
Verder wordt gesteld dat de wereld
en de hemelen voortkomen uit de ene ziel, maar dat de geest van deze ziel niet
deelbaar is. De mensen op aarde krijgen een geest van God, terwijl die van
andere hemellichamen engelengeesten ontvangen. Dit geeft de mensen op aarde
unieke mogelijkheden voor spirituele groei, ondanks de nabijheid van kwade
geesten. De auteur legt uit dat de tijdsduur van verschillende hemelsystemen
varieert, wat invloed heeft op wanneer hun "vruchten" (of zielen)
rijp voldoende zijn om te incarnieren. Uiteindelijk
concludeert de auteur dat de ziel deelbaar is en dat de aarde een unieke rol
speelt in de geestelijke schepping, waaruit voortdurend nieuwe zielen
voortkomen.
Een ziel bestaat uit talloze substantiële intelligentiepartikels. Elk mens
en dier heeft een unieke ziel, wat ook resulteert in uiteenlopende uiterlijke
vormen die de innerlijke ziel typeren. De ziel is zeker deelbaar, vergelijkbaar
met Eva die uit Adam is voortgekomen. Uit hun ziel ontstonden twee
afzonderlijke zielen. Kinderen lijken op hun ouders en bestaan uit delen van
zowel vader als moeder, wat de fysiognomie als familiegelijkenis weerspiegelt.
Wanneer de levenswandel van de ziel op aarde zich te vaak misdraagt en zijn
gedrag niet in de stralende paragrafen van het levensboek is vastgelegd,
verschijnt deze in de geestelijke wereld met de meest afschrikwekkende
dierlijke gedaanten. Dit gebeurt omdat de ziel op aarde een grote hoeveelheid
aan kwaliteiten, die nodig waren voor zijn verdere ontwikkeling, heeft
verkwist, wat in de geestelijke wereld ontbreekt. Een dergelijke ziel is aan de
andere zijde zeer onvolkomen. Koppige mensen kunnen hoorns en geweien krijgen,
omdat koppigheid als zeer dierlijk wordt beschouwd. Een uitgesproken zinnelijke
ziel heeft te veel onzuivere substantiële intelligentiespecifieke kwaliteiten
verzameld, wat leidt tot een onzuivere menselijke vorm van de ziel.
De gehele aarde kan worden beschouwd als de ziel van Satan, en ook alle
hemellichamen in elk universum behoren tot zijn ziel. Maar de woning van Satan
is beperkt tot deze aarde, en daarin is zijn geest gevangen, terwijl deze niet
op andere planeten kan rondwaren. Elk mens op aarde ontvangt de geest van God
en kan het kindschap van Hem ontvangen. Elke engel, inclusief aartsengelen,
moet de weg door het vlees maken. Daarom kan de mens uiteindelijk ook scheppen.
Schepsels van engelen – secundaire kinderen – kunnen eveneens dit kindschap van
God bereiken door op aarde te incarneren. Deze aarde is slechts een deel van de
oerziel [Satan] en kan dus alleen door deze omgeschapen geest [Satan] worden
bewoond.
Vorige Volgende Voor de originele tekst, klik
op: hoofdstuk 53