Inleiding
Eerst iets over de schrijver Gottfried Mayerhofer
(1807-1877). Wie was hij? Na de mysticus en profeet Jakob
Lorber (1800-1864) was Gottfried
Mayerhofer één der eersten, die het "Innerlijke
Woord" in zich hoorden en opschreven voor de mensheid.
De meeste en belangrijkste openbaringen, die Mayerhofer langs deze inspiratieve
weg ontving staan in de volgende, bij het Lorber
Verlag te Bietigheim (Duitsland) in de
oorspronkelijke taal verschenen werken: "Lebensgeheimnisse",
"Schöpfungsgeheimnisse", en vooral het hier
voor U liggende, thans in de Nederlandse taal verschenen "Predikingen van de Heer".
Gottfried Mayerhofer werd in 1807 in München geboren als
zoon van een hoge Beierse officier. Na beëindiging van zijn studie, die
voornamelijk was gebaseerd op wiskunde, begon ook hij aanvankelijk een
militaire loopbaan. Toen de tot koning van Griekenland gekozen Beierse prins
Otto in 1833 naar Athene verhuisde, volgde Mayerhofer
hem als majoor "à la suite". In Athene huwde hij dan met Aspasia d'Issay, dochter van een
groothandelaar.
Het verblijf in Athene was evenwel slechts van korte
duur. Toen in 1837 Mayerhofers schoonvader zijn
groothandelsbedrijf verplaatste naar Triëst, besloot Mayerhofer na lang aarzelen, op aandringen van zijn vrouw
die erg aan haar vader hing, eveneens naar Triëst te
verhuizen. Daar de Griekse regering geen uitkeringen naar het buitenland
uitbetaalde, was deze verandering van woonplaats in zoverre voor Mayerhofer onaangenaam, dat hij nu financieel geheel
afhankelijk was van het vermogen van zijn vrouw.
In Triëst leefde Mayerhofer veertig jaar tot aan zijn dood in 1877. In deze
tijd wijdde hij zich aanvankelijk het meest aan zijn lievelingsstudies, muziek
en schilderen. Maar mettertijd trad bij hem zijn belangstelling voor geestelijke
dingen steeds meer op de voorgrond.
Deze hang naar het religieuze en geestelijke kreeg rijke
voeding door het lezen van de geschriften van Jakob Lorber, welke boeken hij in Triëst
leerde kennen. Hoe meer hij zich verdiepte in de werken van deze Oostenrijkse
mysticus, die hij persoonlijk nooit heeft leren kennen, des te meer groeide
zijn geestdrift voor de openbaringen van het Innerlijke Woord en steeds meer
verinnerlijkte zich zijn wezen en nam hij toe in deemoed. Dank zij deze
verinnerlijking werd Mayerhofer al spoedig steeds
meer geestelijk gerijpt. In maart 1870 vernam hij voor de eerste keer in zich
de Stem van de Heer. Deze diende hij als een getrouwe "schrijfknecht"
zeven jaar lang, tot aan zijn dood in 1877.
De manier, waarop zich meestal het Innerlijke Woord bij Mayerhofer voordeed, is opmerkelijk. Gewoonlijk stonden,
voordat Mayerhofer de drang in zich voelde tot
schrijven, de te behandelen stukken in de vroege morgen in beelden van
heerlijke helderheid voor zijn geestelijke oog. Bij het dan schriftelijk
weergeven van wat hij had aanschouwd vertroebelde helaas - wat Mayerhofer zelf steeds betreurde - deze helderheid van het
gezicht zeer. In deze omstandigheid is ook wel een van de oorzaken te zoeken,
die leidde tot de stilistische onvolkomenheden van de geschriften van Mayerhofer.
Tot slot willen we enige verklaringen betreffende het
Innerlijke Woord van Mayerhofer zelf weergeven, die
hij in een brief aan zijn vriend richtte. Zij luiden: "Dat u persoonlijk
de laatste boodschappen niet zo aanspraken als die over "Licht, Leven en
Liefde", daarbij moet u er aan denken, dat mijn vrienden hier (in Triëst; de uitg.) niet allen op
gelijke trap van geestelijke ontwikkeling staan en ook met u zelf niet kunnen
worden vergeleken. De Heer geeft mij in Zijn genade vaak slechts dat, wat
enerzijds voor mijn vrienden hier begrijpelijk is, anderzijds misschien ook
eens - wie weet wanneer en door wie - in regelmatige volgorde voor een trapsgewijze geestelijke ontwikkeling zal moeten dienen. En
zo komen vaak dictaten door, die niets nieuws zeggen, maar slechts datgene wat
al eerder werd ontvangen in een andere vorm weergeven; want ik ben steeds
volkomen passief bij zulke mededelingen, weet hoogst zelden waarom het gaat.
Er grijpt mij gewoonlijk een niet te verklaren onrust aan, ik moet dan aan mijn
schrijftafel gaan zitten, en pas wanneer ik de pen ter hand neem, verneem ik
wat de Heer wil, en ook dan weet ik noch begin, noch voortzetting, noch einde;
ja, niet één woord vroeger dan het andere. Zo bijvoorbeeld zegt Zijn Woord mij:
"Neem het evangelie van Johannes, hoofdstuk 3 :7". Ik, die in de Bijbel niet het
minst thuis ben, weet dus niets van de inhoud van dit hoofdstuk, noch van het
vers, zoek het op, ga zitten en schrijf wat mij daarover wordt gedicteerd.
Zo ontstaan mijn dictaten, willoos, zonder te weten
waarom en waartoe, zo gebeurt het en niet anders". Deze uiteenzettingen
van Mayerhofer laten zien, dat het bij zijn
opgeschreven stukken om werkelijke inspiratie gaat en niet om werkstukken van
zijn eigen fantasie. Dat toont het originele handschrift van Mayerhofer ook uiterlijk; want het is uiterst snel en zeer
vloeiend geschreven en bevat slechts uiterst zelden een kleine verbetering van
de hand van Mayerhofer.
Om de lezer een
gemakkelijk vergelijken met de ten grondslag liggende bijbelteksten
mogelijk te maken, hebben we in deze uitgave elke prediking laten voorafgaan
door de betreffende bijbeltekst. De nadere
aanduidingen van de zondagen zijn de wekelijkse benamingen, zoals die ten tijde
van Mayerhofer gebruikelijk waren.
Wie meer zou willen weten van de Nieuwe Openbaringen, die werden ontvangen
door Jakob Lorber en Gottfried Mayerhofer, kan zich
wenden tot de Jakob Lorber
Stichting voor het Nederlandse taalgebied.
(Ontvangen van de Heer door Gottfried Mayerhofer in Triëst, 22 nov.
1871).
Reeds sinds vele jaren wordt er in de kerken iedere zondag een evangelie uit
de geschiedenis van Mijn aardse leven aan de bezoekers voorgelezen en, al naar
het geestelijke standpunt van de predikant, de toehoorders uitgelegd.
De tijd nadert, waarop in de hele christelijke cultus een verandering zal
optreden en misschien de meeste van de tot nu toe in zwang zijnde gebruiken en
plechtigheden zullen worden opgeruimd, zodat bij de samenkomsten van een
christelijke gemeente alleen de prediking overblijft of de uitleg van Mijn
evangelie, dat Ik u heb nagelaten.
Ik wil daarom door Mijn schrijver voor alle tegenwoordige en toekomstige
echte navolgers en vereerders van Mijn Woord, een reeks Bijbelteksten uit het
Nieuwe Testament nader verklaren, zoals ze eigenlijk in hun diepste betekenis
moeten worden begrepen, zoals ze echter tot nu toe nog door niemand uitgelegd
en verduidelijkt werden, opdat geen valse en verkeerde uitleg aanleiding geeft
tot afgoderij en het aanbidden van dingen, die hoogstens vereerd moeten worden,
maar niet aanbeden.
Deze reeks teksten uit de evangeliën, die u Mijn woorden weer voor de geest
brengen, moeten zo uitgelegd worden als zij op uw levenswandel van toepassing
zijn en moeten u daarnaast aantonen, hoe deze woorden, die bijna tweeduizend
jaar geleden werden uitgesproken, in vervulling gaan; want daar sprak Ik reeds:
"De wereld met al wat er op staat zal vergaan, maar Mijn woorden zullen
eeuwig duren!" Amen.