Ik verdraag geen schaduw

                  (hoofdstuk.33 van 53)

 

Toen Mozes op aanraden van de Heer de goddelijke wetten invoerde, werden deze in latere tijden niet meer nageleefd. Dat was tegen de zin van de Heer en zo kwam Hij Zelf naar de aarde toe om de geestelijke levensboom weer recht aan te doen en de overgeleverde godsdienst van de Joden van verval te redden. De leer van Jezus mag niet zomaar, dus zonder enige voorbereiding, opgedrongen worden, want de eisen die de Heer daaraan stelt, zijn niet zo gemakkelijk. We dienen sowieso aan ieder mens het voorbeeld van goede daden te bewijzen.

 

De Heer zegt: ´Voordat Ik kom, moeten alle schaduwen in geestelijk opzicht verwijderd worden, want Ik ben het Licht en Ik verdraag geen schaduw´.

 

(Een kleine randbemerking: in Psalm 121:5 staat, dat ´de Heer is uw Bewaarder, de HEERE is uw Schaduw, aan uw rechterhand´. Dit citaat lijkt eigenlijk in contrast te staan met bovenstaande. Maar eigenlijk staat er: STERKTE, want het Hebreeuwse woord Tsel komt van EVENBEELD (Tselim). De Heer kan Zich niet in Zijn volheid tonen, anders zou de mens onmiddellijk sterven. Daarom is Hij vaak omhuld door een wolk, zoals zijn Woord ook als een WOLK te betrachten is, dat ook een schaduw afwerpt.)

 

´Mijn leer is gegeven om alle hoeken in de materiële en geestelijke schepping te verlichten´.

´In de geestelijke wereld bestaat geen nacht, behalve die, welke de geesten zichzelf bereiden. Daar is eeuwig licht, eeuwige warmte, eeuwige liefde en eeuwige werkzaamheid´. ´Kijk maar eens naar jullie ziel! Ook zij slaapt niet, ofschoon zij aan een aard lichaam is gebonden, maar zij werkt dag en nacht aan uw geestelijk lichaam om dat zo volmaakt mogelijk in het grote hiernamaals te brengen´.

 

De leer van Jezus zal door velen bespot en verdacht gemaakt worden. Maar wij dienen listig te zijn als de slangen (oplettend) en zo liefelijk en eenvoudig als de duiven. We dienen dit evangelie vaak te lezen en daarmee ontvangen we als het ware de sleutel van Zijn woorden. De aarde zal eens weer – en dat BINNENKORT – tot een paradis worden. 

 

Vorige                                                          Volgende                             Voor de originele tekst, klik op: hoofdstuk 33