33

 

De 6e zondag na Trinitatis

 

Over de valse profeten

 

Matth. 7, 15-23: Wacht u voor de valse profeten, die in schaapsvacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven. Aan hun vruchten zult gij ze kennen: men leest toch geen druiven van dorens of vijgen van distels? Zo brengt iedere goede boom vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruch­ten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen. Iedere boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen. Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil des Vaders, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.

 

(10 april 1872)

 

Dit hele hoofdstuk gaat over leefregels zoals zij, gegrond op Mijn leer, in acht genomen moeten worden, opdat de mensen - en in die tijd vooral Mijn discipelen en toehoorders zouden weten, hoe zij hun eigen godsdienstige geboden in de praktijk van het leven moesten uitoefenen. Daar de uitleg van de mozaïsche wetten vooral in die tijden niet naar Mijn zin was, moest Ik zelf komen om de geestelijke levensboom van de aan de Joden overgeleverde godsdienst van verval te redden, opdat hij weer vruchten zou dragen, die overeen komen met de wetten van Mijn geesteswereld.

Dus leerde Ik in dit hoofdstuk geduld te hebben met de fouten van anderen, evenals de voorzichtigheid om Mijn leer niet zonder voorbe­reiding bij een ieder op te dringen, voorts de milddadigheid en liefde, welke de mensen overeenkomstig Mijn voorbeeld tegenover anderen moeten beoefenen. U ziet het gebod van de naastenliefde in de diepste zin verklaard en u wordt er ook op attent gemaakt dat Mijn eisen niet zo gemakkelijk zijn, omdat de opofferingen voor Mijn liefdegeboden in tegenstelling zijn met de verzoekingen van de wereld en de eigenliefde, die zo gemakkelijk veld wint.

Ik verkondigde niets nieuws, maar verklaarde Mijn discipelen en aanhangers het reeds bekende in zijn ware betekenis, opdat ook zij in het vervolg aan de medemensen de ware inhoud van de geboden konden meedelen. Ik moest daarbij allereerst de leraren en daarna de leerlingen zekere maatregelen en kenmerken geven, waaraan de eerst­genoemden hun ware weetgierigen en gelovigen, de laatsten echter hun leraren konden herkennen en de valse leraren of profeten van de echte konden onderscheiden. In enkele teksten is gezegd dat woorden niet voldoende zijn om een ander te overtuigen, maar dat daden het bewijs moeten leveren, dat de leraar werkelijk doordrongen is van de waarheid van zijn woorden.

Deze maatstaf om valse leiders van echte te onderscheiden moet het oordeel van de toehoorders bij alle gelegenheden als richtsnoer dienen, omdat zij anders, door dwaalleraren misleid, op geheel verkeerde wegen zouden kunnen geraken.

Omdat Ik vooruit wist, dat na Mijn heengaan ook anderen naast Mijn discipelen zouden gaan optreden, die onder de dekmantel van Mijn liefdeleer slechts hun eigen voordeel wilden doen, maakte Ik Mijn toehoorders hier destijds op attent. Ik zei hun ook vooruit wat het lot van deze valse leraren zal zijn, evenals dat van diegenen, die op dergelijke waanleringen hun geestelijk welzijn bouwen, wanneer geestelijke en fysieke stormen hun levensschip in gevaar zouden brengen, waarin alleen diegene met kalmte de toekomst tegemoet kan zien, die Mijn leer ook daadwerkelijk uitoefent, hoe deze zich ook zou ontwikkelen. Ik vergeleek hen met mensen, waarvan de een zijn huis op een rots en de ander zijn huis op zand had gebouwd.

De levensregels die Ik destijds aan Mijn discipelen en aanhangers op hun weg vol doornen heb meegegeven, zijn op alle tijden van toepas­sing, tot en met de huidige en de nog komende tijden; want Mijn woorden zijn immers woorden van eeuwigheid. Zij kunnen nooit vergaan of buiten gebruik geraken, omdat zij, eveneens gebouwd op de rots van Mijn waardigheid, de tempel van Mijn geestelijke hemel uitmaken.

Net als daar geldt ook nu deze waarschuwende roep. Hij zal zowel de leiders, als ook diegenen tot richtsnoer dienen, die zich aan hun handen hebben toevertrouwd en van hen in benarde en nog benardere komende tijden troost en hulp verlangen.

Er is reeds veel misbruik gemaakt van Mijn liefdeleer en velen zijn ten prooi gevallen aan dwaalleraren; maar nu is de bijl aan de boom gelegd, die de verdwaalden zo lang overschaduwde en daardoor het eigenlijke, goddelijke licht verhinderde om tot hen door te dringen.

Voordat Ik kom, moeten alle schaduwen in geestelijk opzicht ver­wijderd worden; want Ik ben het Licht en Ik verdraag geen schaduw. Mijn leer is gegeven om alle hoeken in de materiële en geestelijke schepping te verlichten. Uw schijnleven heeft weliswaar licht- en schaduwzijden, zoals uw aarde de dag en de nacht, - maar dit is noodzakelijk, omdat u, zoals de gehele materiële wereld naast het werk ook rust moet hebben, waarin de verbruikte krachten aangevuld en het organisme tot verdere werkzaamheid gesterkt moet worden. Zo is het echter niet in de geestelijke wereld! Daar bestaat geen nacht, behalve die welke de geesten zichzelf bereiden. Daar is eeuwig licht, eeuwige warmte, eeuwige liefde en eeuwige werkzaamheid.

Kijk maar eens naar uw ziel! Ook zij slaapt niet, ofschoon zij aan een aards lichaam is gebonden, maar zij werkt dag en nacht aan uw geestelijk lichaam om dat zo volmaakt mogelijk in het grote hiernamaals te brengen.

Hetzelfde streven ligt in de hele geestelijke schepping, en wat zich hier tegen wil verzetten vervalt in zijn ondergang, zoals de huidige tijd u maar al te duidelijk laat zien. Instellingen, hoe slim en welberekend zij ook opgezet en sedert eeuwen onderhouden werden en hoeveel goeds zij ogenschijnlijk zouden verspreiden, zijn toch slechts op zand ge­bouwde huizen, die de stortregens en stormen van Mijn goddelijk waarheidslicht niet kunnen weerstaan.

Zoals kalksteen zich bij aanraking met de levens - of zuurstof van uw atmosfeer oplost in een brij, waarbij zijn compacte vorm verandert en als fijn stof, aan de winden overgeleverd in alle richtingen verdwijnt zonder het geringste spoor van zijn vroegere vorm achter te laten ­wanneer hij niet met zand vermengd als specie in een andere vorm tot versteviging van een gebouw moet bijdragen -, zo zal het de aardse instellingen ook vergaan. Omdat een dergelijk allang bestaand gebouw en diens beheerder niet zo gemakkelijk aan de druk van de omstandig­heden toegeven, roep Ik u allen toe: "Hoed u voor de valse profeten, die in schaapsvacht tot u komen, maar in hun binnenste verscheurende wolven zijn!"

Ik weet heel goed dat deze leer, die nu direct door Mij aan u gegeven is, in het begin door velen bespot en verdacht gemaakt zal worden en, wanneer het op deze manier niet lukt om hun doel te bereiken, zij dan zullen besluiten deze leer van Mij als dekmantel te gebruiken, om hun bestaan te rekken; maar dan geldt wat Ik eens tegen Mijn discipelen zei: Aan hun daden zult u herkennen, of zij werkelijke, ijverige uitvoer­ders van Mijn liefdeleer zijn of alleen maar haar verkondigers met het woord.

Het is nergens zo noodzakelijk om op zijn hoede te zijn als juist daar, waar deze valse profeten en valse uitleggers van Mijn woord zien, dat al hun inspanningen mislukken en zij zich of moeten bekeren of moeten ondergaan. Want zij zullen alle middelen aanwenden, die hen naar hun vroegere glans en hun vroegere macht moeten brengen.

Daarom geldt hier wederom Mijn waarschuwende roep: Wees listig als de slangen en eenvoudig als de duiven, opdat u de misleiding van uw grootste tegenstander al van verre bemerkt en door de eenvoud van uw hart alle gifpijlen van u en van uw medegelovigen kunt afkeren. Mochten enkele u treffen, dan leiden ze u naar het leven in plaats van naar het verderf.

Zoals het begin van dit hoofdstuk hoofdzakelijk geldt voor u als gelovigen en vereerders van Mijn ware liefde-woord, dat u geduld en zachtmoedigheid aanraadt, zo is ook de verdere inhoud voor u geschikt, dat u uw aanhangers opmerkzaam moet maken op alle gevaren, die hen in de chaos van de wereld bedreigen, waar naast het ware het valse, naast het werkelijk zijn de schijn een voorname rol speelt, opdat zij niet, misleid door valse leraren en profeten, u van bedrog beschuldigen.

Wees daarom ook voorzichtig als de slangen en geloof niet blinde­lings iedereen die zich tot u wendt en om hemelsbrood vraagt of - zoals in het evangelie staat - "Here, Here!" tot Mij zal roepen! Zij hebben heel andere bedoelingen dan u te volgen; zij willen alleen door u ervaren, wat voor hun doel dienstbaar zou kunnen zijn.

Lees dit evangelie heel vaak! Er schuilt veel meer geestelijke, diepe waarheid in dan Ik u hier kan geven. Let op dat wat gezegd is, opdat ook u uw huis niet op zand bouwt, maar op de vaste rots van het vertrouwen! Anders gaat het u zoals zovelen, die bij het geringste geestelijk of moreel onweer het evenwicht verliezen en niet weten, hoe hen te raden en te helpen is.

Veel woorden en nog veel meer geestelijke zaken geef Ik u in duizenderlei vormen. Nu ontvangt u in deze zondagspredikingen als het ware de sleutel van Mijn woorden, die Ik eens aan Mijn discipelen en Mijn eerste volgelingen heb gegeven.

En weet u, waarom dit alles gebeurt? Zie, omdat Ik maar al te goed weet, hoe de tijdsomstandigheden in de toekomst verder zullen gaan verlopen, waarin sterkte, zekerheid en een vaste volharding steeds noodzakelijker zullen zijn! Bij menigeen zal beproefd worden, of hij zijn geestelijk huis op de rots van Mijn geloofs- en liefdeleer heeft gebouwd of dat hij zich slechts met het lezen en horen van Mijn woorden tevreden heeft gesteld, wat overeenkomt met het huis op het zand. Zoals de wind het zand verwaait of de regen het wegspoelt, evenzo wist de tijd de gehoorde of gelezen woorden weg uit het geheugen.

De vaste bouwstenen voor Mijn en tot uw toekomstig, geestelijk woonhuis zijn daden, - daden, uitgevoerd op grond van de Gods- en naastenliefde. Alleen deze zijn blijvend, geven u rust en vrede en schitteren als mooie voorbeelden voor anderen, die u aan uw goede werken zullen herkennen als echte en niet als valse profeten en leraren, wier hart niet dat van verscheurende wolven is, maar dat van goedmoe­dige lammeren en geen haat, toorn, nijd, afgunst of wraak, maar slechts liefde ademt, liefde verspreidt en weer liefde wil oogsten.

Zo zult u Mijn uitverkorenen worden, die met Mijn woorden in de hand elke schaduwen twijfel verdrijven en het licht van een grote, hoog boven u verheven geesteswereld zullen verspreiden, opdat er bij Mijn  wederkomst slechts één kudde en één Herder moge zijn en uw woon­plaats, de aardbol, weer tot een paradijs omgevormd moge worden, hetgeen hij eens is geweest en hetgeen niet door Mij, maar eens is verloren gegaan door de uit liefde geschapen mensen.

Neem dit ter harte en leef er zoveel en zo vaak mogelijk naar. Alleen zo bloeit bij u rust en vrede, en alleen zo bent u geschikt om ook aan anderen troost te geven. Amen.