Hoofdstuk 34
"Wie in Mij gelooft, zoals de
Schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien".
(Joh. 7:38)
21 februari
1844 ’s avonds
De tekst uit
Johannes 7:38 wordt in deze passage uitgelegd als een oproep tot een levend geloof,
dat samen moet gaan met liefde en daden. Het geloof alleen, zonder liefdevolle
daden, wordt vergeleken met een lege beurs: het heeft geen waarde en brengt
geen levend water voort. Jezus benadrukt dat stromen van levend water, symbool
voor goddelijke wijsheid, alleen vloeien uit een geloof dat actief is in de
liefde. Er wordt gewezen op de noodzaak om de wil van God te doen, en niet
slechts te geloven of te luisteren. Kortom, het ware geloof is dat wat door
liefdevolle daden leeft en werkt. In deze tekst wordt een diepgaande uitleg
gegeven van: "Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: stromen van
levend water zullen uit zijn binnenste vloeien." De Heer die zich
identificeert met Jezus, verklaart de betekenis van geloof en liefde in de relatie
tussen de mens en het goddelijke.
De Heer zei: ´Zijt daders en niet alleen hoorders van Mijn Woord!´ Wie
naar Mijn woorden handelt, die zal erkennen of Mijn leer van de mensen of van
God is! In de Duitse Bijbelvertaling M.Luther staat
in Joh.7:38 ´lichaam´ in plaats van ´binnenste´.
Er wordt benadrukt dat geloof niet alleen een
intellectuele acceptatie is, maar een geloof dat moet gepaard gaan met liefde
en daden. Het "levend water" dat belooft wordt, is een metafoor voor
de spirituele wijsheid en ervaring die voortkomt uit een authentieke relatie
met God die gestoeld is op liefde. De tekst beschrijft tegenstellingen in de
wijze waarop geloof wordt ervaren. Enerzijds is er het "Heer,
Heer!"-belijden, wat niet automatisch leidt tot de toegang tot het hemelrijk,
en anderzijds het geloof dat leidt tot daden van liefde en leven. De Heer spreker roept op tot actieve deelname
in het geloof door handelingen die de liefde tot God en de naasten
weerspiegelen. Het lege, oppervlakkige geloof zonder deugdzame daden heeft geen
waarde.
Het geloof moet niet alleen
natuurlijk zijn, maar ook geestelijk, wat betekent dat het moet resulteren in
daden die overeenkomen met de wil van God. Het echte geloof moet in
overeenstemming zijn met de liefde. De tekst wijst op het gevaar dat mensen
zichzelf bedriegen door te denken dat een oppervlakkig geloof voldoende is,
zonder echte geestelijke diepgang en het ervaren van een actieve relatie met
God. Tenslotte wordt de lezer aangemoedigd om zich te bezinnen op zijn eigen
geloofservaring en de vraag te stellen of zijn geloof daadwerkelijk leidt tot
stromen van levend water in hun leven. De boodschap is duidelijk: enkel geloven
is niet voldoende; er moet een diepere verbinding zijn met de liefde van God en
de daadkracht die daaruit voortvloeit. Dit houdt in dat de gelovigen zichzelf
voortdurend moeten onderzoeken en zich moeten inzetten voor liefdevolle daden
die hun geloof tot leven brengen.
Vorige Volgende Voor de originele tekst, klik op: hfdst.34.htm