De nieren van de Aarde
ontvangen door
Jakob Lorber op 18-01-1847
hoofdstuk
12
(1) Na
de lever bekijken we de nier. Deze is in drie opzichten een zeer opmerkelijk
levenswerktuig in het dierlijk organisme, want het heeft drie essentiële en zeer
belangrijke taken, zonder welke het dierlijk leven helemaal niet zou kunnen
bestaan en de voortplanting niet denkbaar zou zijn, terwijl ook geen enkel
wezen zich zonder dit orgaan ooit in een vrolijke stemming zou kunnen voelen.
Want een zekere fysieke opgewektheid komt voort uit de nieren; vandaar dat dit
orgaan ook in de heilige schrift vaak aangehaald en genoemd wordt.
(2) De
nier heeft in de eerste plaats de taak, het uit de lever afgescheiden water,
dat voor het organisme niet meer bruikbaar is, op te nemen; wat uit het water
nog voor het leven bruikbaar is wordt daar geabsorbeerd en de helemaal
ondeugdelijke bestanddelen van het water worden naar de blaas afgevoerd.
(3)
Het geabsorbeerde, edele deel is de eigenlijke materiële stof van het bevruchtende
zaad, dat eerst nog door het bloed wordt opgenomen en daardoor dan in
bijzondere reservoirtjes wordt geleid, waarna het dan als positieve polaire
kracht door de negatieve kracht van de zogenaamde teelballen geschikt wordt
gemaakt voor de bevruchting. - Dit is dus de tweede belangrijke taak van de
nier.
(4) De
derde nog belangrijker functie van dit orgaan bestaat daarin, dat dit orgaan
door geheel eigen, heel kleine en meer verborgen liggende vaatjes met hart,
longen, maag, milt en lever in zeer nauwe verbinding staat en daarom - meer
geestelijk gezien - zolang een mens of dier leeft, de ziel tijdens de
geslachtsdaad tijdelijk tot een noodzakelijke verblijfplaats dient; en omdat
dit orgaan deze taak op die manier vervult, verwekt het in het natuurlijke
leven een bepaald blij, welbehaaglijk gevoel, dat natuurlijk niet aan het
lichaam, maar aan de ziel en nog meer aan de haar ten grondslag liggende geest
is toe te schrijven.
(5)
Want wie ooit rechtens geslachtsgemeenschap gehad heeft, weet zich niet te
herinneren hoe zich door zijn hele organisme heen een verrukkelijk, heerlijk
gevoel van welbehagen verbreidde. Wie weet zich ook niet te herinneren dat -
als hij zich gedurende wat langere tijd van de onnodige gemeenschap onthouden
had - zich dan een langdurig opgewekt gevoel van welbehagen van hem meester
maakte, waardoor hij vaak zonder te weten waarom, zo opgewekt en monter was,
dat hij in alles wat hij zag een zalige vreugde ondervond.
(6)
Deze toestand ontstaat fysiek in de nier en daarom heeft dit orgaan ook bijna
het uiterlijk van een zeer gemakkelijk kussentje en men zou kunnen zeggen:
"Kijk, daar is een aangename, zachte zitplaats, daar kan men goed
uitrusten." Zo is wat de lichamelijke gelukzaligheid betreft, er door dit
orgaan voor gezorgd, dat de anders alleen in het hart en het hoofd werkzame
ziel hier een soort rustplaats vindt en daar soms - zoals men wel pleegt te
zeggen - er haar gemak van neemt.
(7)
Ook bij het zogenaamde somnambulisme (helderziendheid) treedt de ziel meestal
in dit orgaan, dat door de zogenaamde Ganglioncellen (zenuwcellen) in nauwste
verbinding met de maagholte staat, door welke plek de ziel dan in zo' n
toestand gewoonlijk ook ziet, hoort, voelt en zich als het nodig is ook met de
buitenwereld in verbinding stelt.
(8)
Als dit orgaan nu zo'n prijzenswaardige bestemming heeft, dan zal het ook nodig
zijn haar bouw enigszins te begrijpen. De opbouw van dit orgaan heeft weer een
duidelijke gelijkenis met die van de milt en de lever, alleen met dit
onderscheid, dat het door de bekende kussenachtige indeling zich essentieel
van de andere onderscheidt. Aan beide kanten heeft ze een soort kwabzakken, die
van elkaar zijn gescheiden door een aanzienlijke indeuking en een witachtig
celweefsel. Ze vormen slechts in het midden, dat ook uit een witachtig
celweefsel bestaat, een samenhangend geheel. Hier doorheen lopen de voornaamste
waterkanalen, die de edele zaadstof aan de kwab leveren; ze hebben die - zoals
al gezegd - uit het van de lever afkomstige water geabsorbeerd. In de kwabben
wordt dit sap door de in haar opgewekte elektriciteit rijper, subtieler en meer
vloeibaar gemaakt. Het wordt dan zo in de tere bloedvaten van dit orgaan
opgenomen en eerst samen met het bloed naar het hart gevoerd, van waaruit het
dan weer door geheel eigen vaten in de voor hem bestemde voorraadkamer wordt
geleid, waar het dan voortdurend door de zogenaamde teelballen zijn voedsel
verkrijgt en zo bruikbaar wordt gemaakt voor zijn bestemming. Nu hebben we,
voor zover het voor ons doel nodig is, de bouw van dit orgaan bekeken en we
kunnen nu hetzelfde orgaan in onze aarde gaan opzoeken.
(9) De
nier van de aarde ligt tamelijk zuidelijk, ongeveer even ten zuiden van de
equator en dus dichter bij de zuid - dan bij de Noordpool. Ze heeft - wat haar
vorm betreft - een grote gelijkenis met het overeenkomstige orgaan van een
zwijn en meer nog met dat van een olifant, die eigenlijk ook tot de familie van
de zwijnen hoort. Het aardorgaan heeft bijna helemaal dezelfde taak als dat
orgaan bij de dieren en is de hoofdbron, waaruit alle zeeën haar water putten
en waaruit ook, beetje bij beetje, al het andere water aan de oppervlakte van
de aarde komt.
(10)
De aarde heeft weliswaar - voordat de zee aan bod komt - nog een heleboel
urineblazen, die zich vooral als grote waterreservoirs tussen de aardkorst en
de binnenste vaste aarde bevinden en waarvan enkele groter zijn dan een heel
werelddeel, bijvoorbeeld Europa. Uit deze grote urineblazen van de aarde
krijgen dan eerst de zee en daarna andere wateren van het vasteland hun voeding
en hun steeds gelijkmatige watertoevoer. Dat is de eerste taak van dit
aardorgaan.
(11)
De tweede taak is de afscheiding van het edele water, dat voor de teelt zorgt en
afkomstig is uit de grovere aardurine. Dit edele teeltwater stijgt niet
dadelijk naar de oppervlakte, maar wordt eerst - net zoals bij de dieren - naar
het hart van de aarde teruggeleid en van daaruit door een paar speciale kanalen
en aderen omhoog gebracht naar de oppervlakte. Daar verschijnt het
gedeeltelijk als zout bronwater en gedeeltelijk als dauw, die op de hele
plantenwereld de meest bevruchtende invloed heeft. Dat is de tweede taak van de
aardenier. Hierna zullen we de derde en de meest merkwaardige in ogenschouw
nemen.
[Bron: Aarde en Maan –
Jakob Lorber]
Kort
samengevat: De stemming komt vanuit de nieren [dat is een zekere fysieke
opgewektheid]. De nieren van de Aarde ligt even ten Zuiden van de Equator. Alle
zeeën op deze Aarde putten het water uit de nieren. De Aarde kent vele
urineblazen, dat zich als grote waterreservoirs tussen de korst van de Aarde en
het binnenste van de Aarde bevinden en die soms groter zijn dan heel Europa. De
zee krijgt haar voeding van deze urineblazen, later ook die van de rivieren en
de meren. De voortplanting komt uit de nieren.
UpToDate 2022