Zelfmoordenaar in
hiernamaals
Waar
de natuur begint op te houden, daar begint de wereld der fantasie, opdat ze
echter in de genade en in de waarheid in de tegenwoordigheid van God mag vertoeven,
anders kan ze zich niet een plaats bereiden, waaraan de Verlosser geen deel
heeft. Want daar is dan ook geen zaligheid, maar slechts verdoemenis. Je
gelooft dus ook iets te zien van een stad of wat daar op lijkt? Dat is de
bewoonbaarheid van verschillende vormen van zelfmoordenaars, het tuchthuis van
de eeuwigheid. Iemand daalde af naar het geestenrijk en kwam terecht in een
sfeer, waar overleden mensen terechtkwamen, die zelfmoord gepleegd hadden. Op
het vibreren van zijn fantasie kwam hij terecht in de Hades,
en vandaar vrij vlot van de ene plek naar de andere; hij zweefde door een
donkere poort in een kerker, die geleek op een verstrekkende ruïne. Het kwam
deze persoon voor, alsof hij in een belegerde en veroverde verwoeste stad kwam,
in een soort schemertoestand, waar men net nog vormen en gestaltes kon zien. En
hij zag enkelen, die hem deed huiveren en ontstellen. Hij bemerkte namelijk
levende en zich bewegende geraamtes, die door andere geesten als gevangen
gehouden werden en heen en weer geleid werden. Wie zijn dezen? Vroeg ik aan
mijn hemelse leidster Siona. Deze dode geraamtes zijn de afgescheidene
zelfmoordenaars, zei ze. Ze kunnen geen andere vorm aannemen als deze; want ze
haatten hun lichaam en de oorzaak van hun dood bestond daarin, dat de fijnste
materie van hun lichaam, de levensgeesten, die hun lichaam nog in stand
hielden, die als enig werktuig van de onsterfelijke geest uitmaakten, waardoor
het op zijn lichaam en ook weer met terugwerkende krachten inwerkt op de
geest en onverdraaglijk werden. Nu kan de menselijke geest deze goddelijke vonk
echter onmogelijk zonder die verfijnde materie en zonder deze levensgeesten
functioneren. Het is onafscheidelijk met hen verbonden en het heet in deze de
zielsvereniging. Je kunt je dus voorstellen, hoe verschrikkelijk de arme geest
het te moede wordt, als hij uit de verdoving van de dood ontwaakt. En nu vind
hij, dat hij geenszins het onverdraaglijke bestaan door zijn dood ontlopen is, maar dat hij zelfs lange tijd in die situatie
moet blijven.
Het
komt namelijk erop aan, of de zelfmoordenaar in het tijdpunt, waar hij besluit,
zich het leven te nemen, noch goeds en boos juist en duidelijk kan
onderscheiden. Maar het komt tegelijk er op aan, of hij door schuldig is voor
de opzettelijke zonden en aan het delict aan zijn geestelijke zwakte of aan de
afkeer en haat van de geest tegen de levensgeesten.
Bij een
mens, die in zijn natuurlijke toestand sterft, verhoud zich de liefde tot het
lichaam zoals de liefde tot het leven; daarom neemt de geest alle materie, die
hij gebruiken kan mee in de Hades en verschijnt hij
daar dus in zijn volkomen gestalte. Daarentegen neemt de zelfmoordenaar uit
zijn haat tot het leven zo weinig mee als maar mogelijk is, en daarom
verschijnt hij in het hiernamaals in een afschuwelijke gestalte als van een
dood geraamte en is daarom voor alle geesten een gruwel en in het gehele
helrijk een spot en tegenstand met buitengewone verachting.
Zelfmoord door ziekte
Dit gaat echter niet alle zelfmoordenaars aan! Want er zijn mensen
die in totale wanhoop zich het leven nemen, geheel schuldloos. Mensen, die
voorheen vroom en zonder enige blaam geleefd hebben, maar echter door ziekte of
door zeer moeilijk en onverdraagzaam lijden zo zwaarmoedig geworden zijn, dat
ze niet meer weten wat ze doen. Deze kunnen evenmin bij het begaan van een
zelfmoord bestraft worden, als bij een slaapwandelaar, die van een gevaarlijke
hoogte naar beneden stort. Geen sterfelijk mens kan bepalen, in welke
zielensfeer een mens ergens op het moment van de zelfmoord staat – en daarom
geldt hier voortreffelijk elk grote wet der liefde: berecht niet, zo word jij
ook niet berecht. Geen mens mag over een zelfmoordenaar een oordeel vellen.
Maar zoveel kan ik je ook in de volste waarheid garanderen, dat bij verre na
niet alle zelfmoordenaars schuldloos zijn.
Een zelfmoordenaar die zichzelf voor zijn tijd zich van het leven beroofd,
heeft geen goede doodsengelen bij zich, wanneer hij sterft, maar deze boze gezels vergezellen hem onmiddellijk in het geestenrijk en
bemachtigen zijn arme geest en brengen hem voor het gerecht, waar hij dan een
rechtvaardig oordeel ontvangt. Een goede geest daalde af naar dat gebied en
mocht het volgende zien en horen: hij wierp zijn blik op de zelfmoordenaar dat
hem voorkwam als een nevelig uitgeteerde menselijk geraamtegestalte. Op elke
zijde stond een doodsengel, uit welk gelaat (antlitz
of fysionomisch gezicht) een duivelse blik voorbij
bliksemde. De arme zondaar scheen mij met een erbarmende gelaatsuitdrukking om
genade te smeken en dit ook te verwachten. Ik werd door innig medelijden van
deze arme doordrongen. Ik had hem, als ik rechter was geweest, hem alles
vergeven. Met een
doordringende bazuintoon sprak nu de gevreesde rechter: zoon van Adam, Merothai, wikkel af je rol in het leven! Toen zag ik in de
nevelige geestgestalte een verandering voorbijgaan.
Er
schenen hem duizend gestalten in actieve werkzaamheid om hem te zweven, maar
mijn ogen waren voor de spraak van de geestenwereld nog niet helemaal geopend.
Ik kon hun schrift nog niet lezen, daarom wendde ik mij weer tot Iona, mijn geestelijke leidster en vroeg haar mij duidelijk
te maken, wat er nu in de geest van de zelfmoordenaar bezig was. Zij
antwoordde: deze Merothai was altijd een braaf rechtschapen man;
hij leefde werkelijk gelukkig met zijn familie; hij was welgesteld en vreesde
God met zijn hart, maar zonder veel daarover te praten, of hoe men dit ook
zeggen kan, hing hij het schild aan van het christendom. Hij was in het geheim
liefdadig en streefde in het geheim een stil geloof door verborgen edele daden
zijn God en verlosser en was een getuige voor zijn medemensen met een onbetwistbaar
eerlijk leven. Maar eens, toen hij op een zeer hete dag met bloot hoofd in de
zonneschijn over de straat liep, kreeg hij een zonnesteek; daardoor werd zijn
hoofd zo zwak, dat hij met periodes als het ware een afwezigheid van geest had
en door een diep verborgen zwaarmoedigheid geplaagd, dat soms tot tegenzin in
het leven gaf. In plaats van zijn stille toch al tot depressie geneigde
karakter, verborg hij dit alles voor zijn familie. En om hen geen verdriet aan
te doen overviel hem opeens iets, dat hem zeer overweldigde en hij maakte dan
een wandeling en beroofde zich daar van het leven. Zie, dat is het wezenlijke
uit dit plaatje van zijn levensrol, dat je in hem ziet ontwikkelen.
UpToDate 2023-2024