Zelfdoding…of met behulp van…
In het septemberbulletin
van 2020, nr.55 werd een artikel geplaatst over het beëindigen van het leven.
De wijze waarop dit gebeurt kan een cruciale rol spelen voor het aankomen in het
hiernamaals in de geestelijke wereld. Wij ontvingen, gezien de grote
belangrijkheid van dit onderwerp, daarover aanvullende belangrijke informatie.
Hans de Heij uit Nederland
Het stukje over
zelfdoding herinnerde mij aan een aantal stukjes hemelsbrood die daar heel
mooie dingen over zeggen. Heel duidelijk komt naar voren dat het de ziel niet
helpt, want datgene wat geleerd had moeten worden, blijft staan. In het GJE
staan een aantal wat concretere voorbeelden, die minder barmhartig klinken. Ook
de Bijbel is er duidelijk negatief over.
De arts die de
handelingen uitvoert gaat niet vrijuit, dat blijkt uit de beschrijving die
wordt gegeven. Het is niet aan ons een leven van een ander te beëindigen. Je
zult een ander niet doden, zowel geestelijk niet als lichamelijk niet. Het
lijden dat een mens ondervindt is niet zonder zin, alleen wij begrijpen die zin
niet en willen maar al te graag geen pijn lijden. Ter overweging en info stuur
ik deze bijlage.
Hans: ‘Over zelfdoding is Jezus in de
werken van Lorber heel duidelijk: niet doen. Het
brengt de ziel niet verder, in tegendeel, het is veel moeilijker om aan gene
zijde nog dat te leren wat hier op aarde geleerd had kunnen worden. Helaas
weten mensen dit niet. Velen geloven niet in een eeuwig leven en dat het leven
hier op aarde een proefleven is, een scholing in liefde, is helaas aan zeer
weinigen bekend.’ [Zie o.a. GJE 4, 152; GJE 4, 125:11-12; GJE 6, 163:1]
Hemels Brood 7094
Niemand
weet hoeveel tijd hem op aarde gegeven is. En de wetenschap is het eraan gelegen
om datgene te ontwikkelen wat de mens een langer leven op aarde geeft, daarbij
denkend dat langer ook beter is.
Maar
de mensen maken met elkaar samen het leven op aarde wel of niet beter, dat ligt
niet aan de duur van verblijf op aarde. Wel ligt het aan wat Ik uit ware liefde
voor alle mensen aan duur van verblijf aan mensen geef. Daarbij zijn niet de
wensen die mensen hebben het criterium, maar het te bereiken doel, het ware
eeuwig gelukzalige leven. Toch bestaat er bij veel mensen de wens om een lang
leven op aarde te hebben, zelfs bij mensen die niet zo’n aangenaam leven hebben
als zij wel zouden willen.
Daartegenover
zijn er ook mensen die het liefst op een toegestane wijze hun leven beëindigen,
die niet langer willen leven, denkend dat het leven na de dood ophoudt. Of,
wanneer het niet ophoudt, beter zal zijn dan het op aarde voor hen is. Maar
daarvoor hebben zij geen enkel wetenschappelijk bewijs. Eigenlijk is het alleen
een wens waarvan zij hopen dat die zal uitkomen en dat er een aangenamer leven
zal zijn na hun dood. Maar of het aangenamer zal zijn hangt af van hun
gedragingen op aarde en van veel meer, waarvan mensen het besef nog niet
hebben.
In
de vrijheid van de mens is het beëindigen van het eigen leven een keus die
uitpakt naar de ordening van Mijn liefde en haar wijsheid, ten beste van die
mens, wat evengoed een onaangename situatie in het hiernamaals kan zijn. Velen
zijn in dat opzicht teleurgesteld uitgekomen, omdat zij de betekenis van hun
leven op aarde niet begrepen hebben en nog altijd een weg te gaan hebben om tot
de ware vervulling van hun leven te komen. Want daarvoor is de tijd van leven
op aarde gegeven, om tot de vervulling van werkelijk leven te komen in de
vrijheid van zijn.
Die
vervulling vindt alleen plaats door de ware onvoorwaardelijke onbaatzuchtige
liefde uit eigen vrije keus uit Mij te zijn. Simpel en eenvoudig, in ware
nederigheid. Wie dit begrijpt, die kan ook begrijpen of het voor hem wel of
niet beter is om zijn leven zelf te beëindigen. Want het blijft in alle vrijheid
ieders eigen keus, en elke keus wordt in Mijn liefde gedragen, alleen niet
steeds met de verwachte uitkomst. Voor iedereen geldt, de waarheid zal
zegevieren.
Hemels Brood 6905
Er
zijn mensen die het leven op aarde zo moeilijk vinden, dat zij dat het liefst
willen beëindigen. Van tijd tot tijd zijn daar mensen bij die dat doen, vaak
tot verdriet van degenen die hen na staan, tot verbazing, maar soms ook tot
begrip.
Moeilijke
tijden wil iedereen wel stoppen, en wanneer er voor de moeilijkheden geen oplossing
gezien wordt, lijkt het beëindigen van het leven op aarde de enig overgebleven
keus om wat te moeilijk geworden is te stoppen. Maar aan al degenen die dat in
overweging nemen zeg Ik, het leven stopt niet. Want velen van hen die hun leven
op aarde beëindigen, gaan ervan uit dat zij hun leven voor altijd beëindigen.
Anderen denken de situatie waarin zij verblijven te beëindigen en in een betere
situatie te zullen komen na hun sterven.
Zie,
het leven dat Ik gegeven heb, stopt voor niemand na zijn overlijden op de
aarde, het beëindigt alleen de tijd van verblijf op aarde. Het leven van alle
mensen is eeuwig en gaat hoe dan ook verder na het verblijf op de aarde. In
welke sfeer, in welke hoedanigheid, ligt aan ieder mens zelf, ligt eraan hoe
die mens op de aarde geleefd heeft. Dat geldt ook voor de mens die zelf een
einde maakt aan zijn verblijf op aarde. Hoe zijn situatie in het vervolg van
zijn leven verder gaat, hangt van allerlei factoren af, maar beëindigd is het
niet, alleen zijn tijd op aarde is beëindigd. Wie zelf de tijd van zijn leven
op aarde bekort, houdt als het ware een stukje aardse levenstijd over, waarmee
hij ook na zijn verblijf op aarde te maken krijgt.
Niemand
die voortijdig een einde aan zijn verblijf op aarde maakt, wordt daarvoor gestraft,
maar datgene wat voor diegene van belang is om tot eeuwige gelukzaligheid te
komen, daar zal hij toch nog mee te maken krijgen, al naargelang voor iemand
het beste is en altijd evengoed in Mijn liefde. Zie, voor sommigen is dat
meteen verhelderend, voor anderen is er eerst verwarring dat zij nog steeds
bestaan, wat zij niet verwachtten. Hoe dan ook, allen zullen met liefde
begeleid worden, ook al zal niet iedereen dat meteen zo voelen, maar
uiteindelijk zal toch iedereen begrijpen wat het werkelijke leven is en de
gelukzaligheid ervan voor altijd bereiken.
Hemels Brood 6733
Er
zijn nogal eens mensen die zeggen niets meer te hebben om voor te leven. Zij
bedoelen, niets meer voor zichzelf. Maar geen mens leeft voor zichzelf, maar
voor Mij en voor elkaar. Zouden mensen dat begrijpen, dan zouden zij altijd
iets hebben om voor te leven, al is het niet materieel en niet voor zichzelf.
Wanneer
iemand oud geworden is, wanneer iemand ziek geworden is, wanneer iemand zijn
dierbaren verloren heeft, wanneer niemand meer naar hem omkijkt, hij leed te
dragen heeft, dan nog is zijn leven niet zonder betekenis, dan nog heeft zijn
leven zin voor Mij en voor zijn medemensen, en voor hemzelf. Want nog is het
voor hem de kans om tot meer waar levensinzicht te komen, in zijn hart, in
gesprek met Mij. Zelfs iemand die weinig of niets meer kan, heeft Mij nog in
zijn hart om van te leren. Iedereen heeft in zijn leven genoeg gedaan zonder te
doorzien wat de impact daarvan was, en juist wanneer iemand niets meer kan,
lichamelijk gezien, kan hij met Mij in zijn hart zijn leven zoals het was
beschouwen en tot vernieuwde inzichten komen.
Een
lang leven is voor sommige mensen geen genoegen, omdat er geen eer meer te
behalen valt, omdat rijkdom geen waarde meer heeft, omdat er geen genoegens
meer kunnen worden nagejaagd, enzovoorts. Toch is ouderdom een zegen, want het
geeft gelegenheid om tot bezinning te komen, wat juist op aarde in kortere tijd
meer oplevert dan na het verblijf op aarde mogelijk is. Het geeft gelegenheid
tot groei in nederigheid door acceptatie, door het loslaten van alle voordeel
van alles wat belangrijk was, maar voor het ware leven eerder een belemmering
is om te kunnen ervaren wat werkelijk leven in ware liefde en haar wijsheid is.
Niet meer willen leven is niet meer willen verdragen, dat is een vorm van
hoogmoed die nederigheid in de weg staat.
Nu
zullen er mensen zijn die zeggen, maar zeker lijden is onverdraaglijk, het is
terecht dat zulk lijden beëindigd wordt. En ja, daar hebben zij gelijk in,
alleen niet op de door mensen gekozen manier, maar op Mijn wijze. Want er is
voor iedereen een “daarna” en hoe dat is staat in verband met alle keuzen die
mensen tijdens hun leven op aarde gemaakt hebben. Niemand weet hoe het hem zal
gaan nadat hij zelf gekozen heeft om zijn leven op aarde te beëindigen. Of dat
beter en verdraaglijker zal zijn ligt in Mijn Hand, dat is Mijn liefde en haar
wijsheid.
Aan
ieder van jullie zeg Ik, wie zijn leven op aarde beëindigt, heeft in eigen hand
genomen wat beter voor hem in Mijn Hand gebleven was. Maar weet allemaal dat
Mijn Hand ware liefde is en evengoed iedereen, ook die mens, tot het eeuwig
gelukzalige leven zal leiden.
Hemels
Brood 5422
Leven op
aarde heeft een bepaalde betekenis, waardoor mensen er willen zijn en er alles
aan doen, om er te blijven. Toch is het leven op aarde een tijdelijk verblijf
en ieders leven gaat na dat verblijf door. Alleen kan niemand met zekerheid
zeggen, hoe het leven precies doorgaat. Juist dat geeft veel mensen
onzekerheid, waardoor zij bang zijn om te sterven. Onzekerheid geeft mensen
meestal angst, angst voor het onbekende.
Maar wie
gaat begrijpen wat werkelijk leven is, Wie Ik Ben, werkelijk Leven, hoe ieders
persoonlijke bewustheid van bestaan direct verbonden is met Mijn Persoonlijk Bestaan,
werkelijk Leven, die zal minder onzeker zijn over zijn leven nu en na zijn
verblijf op aarde. Maar de wil om op aarde te verblijven is daarmee niet minder
geworden, omdat een verblijf op aarde voor ieder persoonlijk en voor alle
mensen tezamen een bepaalde belangrijke betekenis heeft, een bepaalde grote
waarde voor iedereen heeft. Ondanks grote moeilijkheden blijft bij de meeste
mensen de wil om op aarde in leven te blijven aanwezig.
Toch zijn
er mensen voor wie de situatie op aarde zo onaangenaam lijkt, dat zij een einde
maken aan hun leven op aarde, daarbij denkend, dat dat
een oplossing is voor hun onaangename omstandigheden. Zij kunnen dat op dat
moment ook niet anders zien. En hoewel hun gebrek aan waar levenszicht hen door
Mij vergeven wordt, is het evengoed wel nodig dat zij tot besef van hun daad
gebracht worden en tot zicht op het werkelijke leven, waarvan zij deel zijn en
eeuwig deel blijven.
Want ieders
verblijf op aarde is voor iedereen persoonlijk en voor alle mensen tezamen van
belang, van groot belang. Daarom, wie denkt met het beëindigen van zijn leven
op aarde een betere situatie te verkrijgen, zal toch enigszins teleurgesteld
uitkomen, omdat voor hem evengoed een weg te gaan is, om het ware leven, zoals
het voor hem in alle werkelijkheid bedoeld is, te bereiken. Maar ook daar zorgt
Mijn liefde voor. In de hoedanigheid die voor die mens het beste is, zal hij
verder geleid en geholpen worden om tot zicht op werkelijk leven te komen en
het ware leven te bereiken.
De weg die
deze mensenzielen nog te gaan hebben, is zelden een korte, maar in Mijn liefde
gedragen, is het ook voor hen mogelijk om tot Mij te komen, om Mij te
ontmoeten. Aan alle mensen die een situatie van levensbeëindiging meemaken, zeg
Ik, heb daarover geen oordeel, niet positief, niet negatief, want wie kent de
ziel van alle mensen beter dan Ik, jullie Schepper? Daarom, laat diegene aan
Mij en Mijn liefde zonder oordeel en hij zal in het hiernamaals de voor hem
juiste weg vinden en gaan, want daar is geen andere weg, dan Ik hem geef. Aan
iedereen die erover twijfelt, zeg Ik, ga je weg over de aarde, hoe moeilijk die
ook is, want die weg is de kortste en beste weg voor jou en iedereen en geeft
je, op de voor jou beste manier, alles wat je nodig hebt om tot het ware gelukzalige
leven te komen als een persoonlijk van jezelf bewust bestaan. Want het doel van
ieders bestaan eindigt niet bij het einde van het bestaan op aarde, maar de weg
verandert wel, als het bestaan op aarde door iemand zelf voortijdig beëindigd
wordt. Ook in dat opzicht heeft ieder zijn eigen vrije keus en ook in dat
opzicht wordt ieders keus door Mij in liefde gedragen.
Maar
evengoed heeft iedere keus, dus ook die keus, gevolgen. Daarom, blijf in je
hart bij Mij, blijf zoveel je kunt in Mijn liefde, dan zul je je weg op aarde tot het einde kunnen gaan, tot het door Mij
beëindigd wordt, op het juiste moment, welke volkomen goed is.
Hemels Brood 4558
Terwijl
de geest van de mens kans krijgt uit te groeien tot volwassenheid, doorloopt de
mens de verschillende fasen van zijn leven op aarde, met alle bijbehorende
mooie een minder mooie momenten. Zo doorloopt de mens alle stadia van het ouder
worden. In het begin kan hij niets zelfstandig en is zich daar ook niet direct
van bewust. Met de groei naar het steeds meer en meer zelf kunnen doen, groeit
het bewust zijn van bestaan en maakt hij meer en meer zijn eigen keus. Dan
wordt hij ouder en verliest aan mogelijkheden om te kunnen blijven doen, wat
hij gewend is en neemt het vermogen om zelfstandig te blijven handelen af, tot
hij nog weinig geheel zelfstandig kan doen, terwijl hij zich daar wel bewust
van is.
De
geest is tot volle bewustheid uitgegroeid, maar het lichaam komt tot een eind.
Hoewel de geest dan nog veel kan en wil, het lichaam houdt dat niet meer bij.
Het ligt aan de instelling van ieder mens persoonlijk, hoe hij daar mee omgaat.
Want ook dit proces van geestelijke groei en lichamelijk verval, is een
belangrijk onderdeel van het leven op aarde. Ik zou gemakkelijk een
lichaam aan de mens gegeven kunnen hebben, waarmee hij zonder enig verval oud
kon worden. Maar zo heb Ik het niet gemaakt.
Ook
dat heeft een wijze reden, uit Mijn liefde voortgekomen. Ook dat heeft een
betekenis voor de mens op aarde. Wie aan het eind van zijn leven niet tot een
zekere bewustheid van het belang van het geestelijke zijn is gekomen, maar
vooral belang gehecht heeft aan zijn lichamelijke bestaan, zal meer hinder
ondervinden van zijn lichamelijk verval, dan degene die zich ervan bewust is,
dat leven geestelijk bewust zijn is. Dat elk handelen uit geestelijk zijn is,
dat elk voelen uit geestelijk zijn is, dat verval van het lichaam geen verval
van het geestelijke ware leven is.
Daarom
heeft het ook geen zin om het lichaam te beëindigen, als het verval niet meer
gewenst is. Want daar waar de geest is, daar blijft de geest, ook na de
beëindiging van het lichaam. De ontwikkeling die de geest in het lichaam op
aarde nog te gaan zou hebben, blijft ook na het lichamelijk verblijf op aarde
nodig om te gaan en zal dan ook zijn vervolg toch nog krijgen. Want het blijft
de geest die van belang is om tot werkelijk leven te komen. En het blijft Mijn
liefde om elke geest, om ieder mens, tot waar leven te brengen, tot zelfstandig
waar leven in eenheid met Mij en al zijn medemensen.
Op
aarde en na het verblijf op aarde, wordt het te doorlopen proces tot waar leven
niet afgebroken, door de beëindiging van het lichaam op aarde, het levensproces
van ieder mens gebeurt in de geest en blijft doorgaan in de geest, tot het
volmaakte leven, volmaakte liefde bereikt is en eeuwig dan nog!
Antwoord
Met
zeer grote belangstelling heb ik je bericht gelezen, plus de toegestuurde
nummers van ‘hemelse brood’. Je geeft zelf al aan, dat bijvoorbeeld op drie
plekken in de Jakob Lorber-literatuur
hierover gewag maakt en zegt daarbij, dat de Heer hierover Zich ‘strenger’
[negatief] uitlaat, dan de ontvanger van ‘hemels brood’. Waarbij ik tegelijk
mij hier afvraag, waarom Jezus, de Heer dit zo serieus benadrukt!? Als bron
geef je o.a. aan: GJE4-125:11,12, GJE4-152, en GJE6-163:1]
Ik
heb over de door jouw toegestuurde tekst wat citaten aangehaald met wat
kanttekeningen.
1. Elke keus wordt
in Mijn liefde gedragen, alleen niet steeds met de verwachte uitkomst! [7094]
2. Wie zelf de tijd
van zijn leven op aarde bekort, houdt als het ware een stukje levenstijd over,
waarmee hij ook na zijn verblijf op aarde te maken krijgt. [6905].
3. Niemand die
voortijdig een einde aan zijn verblijf op aarde maakt, wordt daarover gestraft,
maar wat voor diegene van belang is om tot eeuwige gelukzaligheid te komen,
daar zal hij toch nog mee te maken krijgen. [6905].
4. Iedereen heeft in
zijn leven genoeg gedaan zonder te doorzien wat de impact daarvan was. [6733]
5. Niet meer willen
leven is niet meer willen verdragen, dat is een vorm van hoogmoed, die
nederigheid in de weg staat. [6733].
6. Wie zijn leven op
aarde beëindigt, heeft in eigen hand genomen, wat beter voor hem in Mijn hand
gebleven was. [6733].
7. Wie denkt met het
beëindigen van zijn leven op aarde een betere situatie te verkrijgen, zal toch
enigszins teleurgesteld uitkomen. [5422]
8. De weg die deze
mensenzielen nog te gaan hebben is zelden een korte [5422].
9. Ik [de Heer] heb
daarover geen oordeel, niet positief, niet negatief. [5422]
10. De weg verandert
wel, als het bestaan op aarde zelf voortijdig beëindigd wordt, maar evengoed
heeft iedere keus dus ook die keuze gevolgen. [5422].
11. Ik [de Heer] zou
gemakkelijk een lichaam aan de mens gegeven kunnen hebben, waarmee hij zonder
enig verval oud kon worden. [4558]
12. Daarom heeft het
ook geen zin om het lichaam te beëindigen, als het verval niet meer gewenst is.
[4558]
Beste Hans, bij de punten 2,7,8 en 10
is mij onduidelijk op welke wijze? En bij de punten 4 en 9 plaats ik toch wat
uitroep- en vraagtekens en bij punt 11 was het zo geweest als ten tijde van
Adam. De vraagkwestie is, waarom Jezus dit niet via Jakob
Lorber zo ‘positief’ heeft benadrukt, of ‘kleeft’ aan
deze woorden [in ‘hemels brood’, en blijkbaar door Jezus gesproken], er iets
aan, die ons uitnodigt, dat het allemaal niet zo verschrikkelijk is, zoals ons
dat altijd werd voorgespiegeld? Want zo staat het letterlijk in de tekst: ‘het
komt immers wel weer goed! Alleen duurt deze ontwikkeling in de eeuwigheid
ook werkelijk een eeuwigheid…
Lorber zegt het met veel andere woorden
nogal vrij rigoureus, doch zeer ernstig en waarschuwt de mensheid voor die
verschrikkelijke gevolgen, die niet mis zijn. In ‘hemels brood’ lees ik de ‘zoete
woorden’ die bijna uitnodigen, dat het in eerste instantie niet zo’n vaart
loopt. Het lijkt daar zo nu en dan, dat – ondanks de verborgen waarschuwing,
zulke gevolgen altijd onder de liefde van Jezus staan. Maar daarbij wordt niet
gezegd, wat deze gevolgen dan kunnen zijn, terwijl Lorber
er toch nadrukkelijk zeer ernstig voor waarschuwt.
Op deze wijze betracht staan bepaalde
punten in ‘hemels brood’ eigenlijk lijnrecht in contrast met de geschriften van
Lorber enerzijds, maar anderzijds nagenoeg ook weer
niet. En dat roept bij mij twijfels op. Twijfels over de zuivere inhoud van
deze berichtgeving in ’hemels brood!’ Ik mis dan daar het werkelijk ‘recht door
zee’-beleid’.
Waarom heeft de Heer ‘dit’
thema via Jakob Lorber
volgens jou niet altijd even ‘positief’ beschreven, maar ‘hemels brood’
wel. Denk je dan, dat de Heer er twee meningen op nahoud?
Toch zal ik niet ontkennen dat achter
‘hemels brood’ een wijze ‘onbereikbare’ intelligentie schuilt. Naast het
zuivere ‘Nieuwe Evangelie’ of het ‘Nieuwe Woord’ via Lorber,
duiken ook zo veel andere berichtgevingen op van ‘gene zijde’, waarbij ik het
gevoel krijg dan heel erg op mijn hoede en vooral kritisch te zijn, om
verwarring te voorkomen.
Over
Judas’ lot in het hiernamaals zei Jezus in de Grote Openbaringen:
[Hans gaf ons vanuit de
geschriften Jakob Lorber de
volgende bronvermeldingen]:
‘Overigens zal
hem op deze wereld bij Mij een ontzettend zware rekening wachten. Een
verraderlijke handeling en de daarop volgende bitterste vertwijfeling zal een
zelfmoordenaar van hem maken, en een strop en een wilg zullen zijn treurig
einde op deze wereld zijn! Want hij is iemand die God beproeven wil, wat een
grote misdaad is en moet zijn. Wie het echter waagt een misdaad tegen God te
begaan, zal dat ook tegen zichzelf niet achterwege laten. Eerst tegen God en
dan tegen zichzelf!
Maar Ik zeg jullie dat aan gene zijde de zelfmoordenaars moeilijk ooit
Gods aangezicht zullen zien! Ik zou jullie daarvan ook zelfs de mathematisch vastgestelde
oorzaak kunnen aangeven; maar dat loont werkelijk de moeite niet. Het is
voldoende dat jullie van Mij geloven wat Ik jullie aanduidde over het gevolg
van de zelfmoord. De oorzaak daarvan ligt altijd in een soort domheid,
voortkomend uit vertwijfeling, en die is een gevolg van een misdaad tegen God
of tegen Zijn geboden.’ [GJE4-125::11,12]
Zelfmoord
bespreekt de Heer uitvoerig in het Nieuwe Woord van Johannes:
[1] (DE HEER:)
"Ook bij zelfmoordenaars vind je verschillen. Iemand, die zich het leven
beneemt omdat iemand anders zijn grote hoogmoed te veel vernederde en hij geen
kans zag zich daarvoor te wreken, maakt zich schuldig aan een erge soort van
opzettelijke zelfmoord. Een dergelijk motief van zelfmoord kan aan een ziel
nooit volledig goedgemaakt worden. Duizendmaal duizenden jaren zijn nodig om
zo'n ziel zo ver te brengen dat zij tenminste een huid over haar dorre, alle
liefde missende, schijnbare beenderen heeft, om nog maar niet te spreken
over de belichaming van haar gehele wezen; want juist de belichaming is een
product van de liefde en wekt ook weer liefde op.
[2] Als iemand
naar een jonge vrouw kijkt die lichamelijk volmaakte, weelderige vormen heeft,
wordt hij meteen door en door gegrepen door zo'n gestalte, en zijn hart zal
direct een van liefde gloeiend verlangen koesteren om deze jonge vrouw de zijne
te kunnen noemen. Hoe komt dat? Omdat de lichamelijke aantrekkelijkheid van de
jonge vrouw puur een product is van veel liefde, en materie die gebaseerd is op
liefde, kan en moet in de medemens datgene opwekken wat het zelf ook is.
[3] Kijken wij
echter naar een jonge vrouw die ontzettend mager is, dan zeg Ik jullie dat deze
niemands hart op hol zal doen slaan; heimelijk zal
men medelijden met haar hebben, maar iemand zal niet gauw verliefd op haar
worden. Wat is daar dan weer de reden van? Omdat haar beenderen met te weinig
van dat materiaal omhuld zijn dat een product van de liefde is!
[4] Een ziel
die hier al helemaal liefde is, ziet er in het hiernamaals meteen heel
aantrekkelijk, weelderig en dus naar de vorm helemaal volmaakt uit. Een gierige
en egoïstische ziel ziet er zeer mager uit, maar heeft nog altijd wel wat vlees
en bloed, omdat zo 'n ziel toch in ieder geval eigenliefde heeft. Maar zelfs
die liefde heeft een zelfmoordenaar niet, en daarom heeft zijn ziel in het
hiernamaals noodgedwongen het uiterlijk van een dor geraamte. En dan hangt het
er nog maar van af of het een menselijk of een dierlijk geraamte is!
[5] Eerder
hebben wij het er al over gehad dat er verschillende soorten zelfmoord
kunnen zijn, en de ergste heb Ik reeds uitvoerig vermeld. Wel, een
zelfmoordenaar van de ergste soort komt in het hiernamaals niet in de vorm van
een menselijk geraamte te voorschijn, maar in die van een draak, een slang of
een wild, verscheurend dier. Waarom? Dat kunnen jullie je nu toch wel
gemakkelijk indenken! Zo'n ziel zal nooit meer tot een volledige
levensvoleinding kunnen komen.
[6] Daarnaast
zijn er mensen die zelfmoord plegen uit jalousie om een maagd, welke buiten
haar schuld een ander beter beviel dan de jaloerse man die haar bij iedere
ontmoeting kwelde met allerlei verwijten en haar van ontrouw beschuldigde, iets
wat nooit in haar was opgekomen. Zo iemand komt in het hiernamaals te
voorschijn als het geraamte van een wolf, een hond of een haan omdat het
karakter van deze dieren het verstand en de wil van zo'n jaloerse dwaas
beheersten; als voorafgaande incarnatievormen bepaalden zij de eigenlijke,
voornaamste karaktertrekken van zo'n ziel. Ook deze zelfmoordenaars zullen
later zeer moeilijk tot enige levensvoleinding komen.
[7] Dan zijn
er zelfmoordenaars die heimelijk een erge misdaad begaan hebben, waarop zoals
zij weten een smadelijke en pijnlijke doodstraf is gesteld. Zij weten dat hun
misdaad aan het daglicht moet komen. Wat gebeurt er dan meestal? Zo 'n
heimelijke misdadiger raakt uit grote angst en terechte gewetensnood volledig
vertwijfeld en hangt zichzelf op. Zo'n ziel verschijnt in het hiernamaals als
het skelet van haar voorgaande bestaansvormen, zoals bijvoorbeeld dat van
mollen, hagedissen en schorpioenen, die alle op een hoop klitten met daaromheen
een vurige ring, meestal in de vorm van een gloeiende reuzenslang. Ook de
vurige ring behoort tot een vorige bestaansvorm van een en dezelfde ziel en is
daar een intelligentiedeeltje van.
[8] Kortom,
als een ziel eenmaal op grond van een slechte opvoeding geen enkele liefde, ook
geen eigenliefde, meer heeft, is ook de gehele ziel doordrongen van de ergste
vijand van het leven, namelijk de hel, en daardoor wordt zij zelf een vijand
van haar eigen leven en bestaan en probeert dat steeds op de een of andere
pijnloze wijze te vernietigen! Bij zo'n totale vijandschap ten aanzien van het
leven moet tenslotte dat leven wel geheel uit haar voegen gelicht worden, en in
het hiernamaals kan zo'n ziel dan onmogelijk anders zichtbaar worden dan geheel
teruggebracht tot de vormen die oorspronkelijk aan haar ten grondslag lagen, en
dit slechts als skeletten zonder vlees, die enkel het noodzakelijke gericht in
zich dragen.
[9] Zowel bij
mens als dier is het bot het deel wat het meest gericht is en zodoende de
minste liefde bevat. Omdat zich in de botten, evenals in een steen, geen liefde
voor het leven kan bevinden, blijven deze tenslotte, hoewel slechts in de substantiële
zielenvorm, over als delen die de liefdeloosheid uitdrukkenen waarin zich nooit
enige liefde kan bevinden. Maar beenderen van mensen zijn altijd nog beter in
staat zich met leven te omkleden dan beenderen van dieren of zelfs chitinepantsers van insecten, en kraakbeen en graten van
amfibieën.
[10] Als een
zelfmoordenaar op de hiervoor beschreven wijze in het hiernamaals verschijnt,
kun je je wel voorstellen hoe moeilijk het zal zijn
en hoe lang het zal duren eer zo’n ziel ook maar zover komt om in een menselijk
geraamte over te gaan en vervolgens uit zichzelf een huid en zelfs vlees te
krijgen.
[11] Maar nu
rijst bij jullie de vraag of zo ’n ziel ook pijn lijdt. En Ik antwoord jullie:
bij tijden de grootste en brandendste pijn, en soms
weer helemaal geen! Als zij om weer tot leven gewekt te worden, wat nog altijd
mogelijk is, in zekere zin wordt wakker geschud door geesten die haar daarvoor
benaderen, voelt zij overal een brandende pijn; komt zij echter weer tot rust,
dan heeft zij geen gevoel of bewustzijn en dus geen enkele pijn.
[12] Er zijn
verder nog veel soorten zelfmoord waarvan de gevolgen niet zo kwaadaardig
inwerken op de ziel als de beide die hiervoor beschreven zijn; voor de ziel
heeft echter geen enkele zelfmoord goede gevolgen!
[13] Die waar Mathaël over sprak, was er nog een van de beste soort,
vandaar dat die ziel ook gemakkelijk en behoorlijk snel tot leven gewekt en
gered kon worden. Maar zo'n ziel houdt toch altijd een zwakke plek, en die
bestaat uit het feit dat zij bijna nooit meer het volledig kindschap van God
kan bereiken; een ziel die zelfmoord gepleegd heeft, komt vrijwel nooit
hoger dan de zaligen van de eerste, buitenste en derhalve onderste hemel, of
zelfs maar tot aan de grenzen daarvan.
[14] In de
eerste, de wijsheidshemel, komen merendeels alleen maar zielen van alle andere
hemellichamen, en van deze aarde komen daar de zielen van die wijze heidenen,
die volgens hun kennis wel zeer gewetensvol en rechtvaardig geleefd hebben,
maar ook in het hiernamaals niets van Mijn persoon willen weten. Als zij echter
na verloop van tijd toch iets aannemen, kunnen zij wel in de tweede, dus hogere
of ook middenhemel, opgenomen worden; maar in de derde, binnenste en hoogste,
de eigenlijke liefde en levenshemel komen zij nooit of te nimmer. Want daar
zullen alleen degenen komen, die reeds het volle kindschap van God bereikt
hebben.
[15] Ik geloof
dat jullie nu ook deze door broeder Mathaël
beschreven manieren van doodgaan voldoende uitgelegd moeten zijn; is er echter
voor iemand toch nog iets niet duidelijk genoeg, dan staat het iedereen vrij om
een vraag te stellen.’ [GJE4-152]
Ook in het
zesde deel van de Johannes-Openbaringen, hoofdstuk
163:1 e.v. zegt Jezus:
[1] Na de maaltijd stond echter EEN
OUDSTE van de genoemde joodse Grieken op en zei tegen Mij: 'Heer, ik heb er
tijdens het eten diep over nagedacht dat je het lichamelijke leven helemaal
niet moet liefhebben maar veeleer moet verachten en loslaten, om daardoor het
leven van de ziel te verkrijgen en te behouden! Dat is me nu wel tamelijk
duidelijk geworden; maar er blijft toch nog een punt over dat ik nog niet
helemaal begrijp. Er zijn ook mensen die ware aartsvijanden van hun eigen
leven zijn, en zichzelf doden als zij daar om de een of andere reden genoeg van
krijgen. Die zouden dan toch zeker het leven van de ziel moeten verkrijgen!
- Wat zegt U daar over?'
[2] IK zei: 'Heeft God hun dan het
lichamelijke leven gegeven om te vernietigen?! Het leven van het lichaam is het
middel dat God de mens gegeven heeft waardoor hij het leven van de ziel voor
eeuwig kan en moet verkrijgen. Als hij echter het middel van te voren
vernietigt, hoe moet hij dan het leven van zijn ziel behouden en eigenlijk
eerst verkrijgen? Als een wever eerst zijn weefstoel stuk maakt en vernietigt,
hoe kan hij dan daarna zijn linnen weven? Ik zeg je: Zelfmoordenaars
-uitgezonderd waanzinnigen -zullen moeilijk ooit of ook helemaal nooit het
rijk van het eeuwige leven bezitten! Want als iemand eenmaal zo'n vijand
van zijn leven is, heeft hij geen liefde voor het leven; een leven zonder
liefde is echter geen leven, maar de dood.’
[3] DE JOODSE GRIEK zei: 'Ja, Heer en
Meester, nu is het mij duidelijk, en het zal voor mij ook een hoofdthema van
Uw leer zijn, dat de mensen niet genoeg gepreekt kan worden!’…Want wat
zelfdood is, kan als zodanig geen leven schenken, maar de geuit Oostenrijk est
die door de levende daad aan de dag treedt, maakt alles levend.’
Bidden voor zelfmoordenaars!
De HEER zegt: 'Ik zal de hulp, kracht en
ondersteuning zijn van ieder ernstig streven. In tijd van nood zal Ik niemand
verlaten die anders altijd trouwhartig en Mij liefhebbend op Mijn paden
gewandeld heeft. Maar als men door allerlei wereldse verleidingen van Mijn
paden is afgeweken, heeft men het natuurlijk aan zichzelf te wijten als Mijn
hulp in tijd van nood uitblijft, en dat net zo lang als de gevallene zich niet
vol ernst, berouwen geloof tot Mij zal richten! Ik zal weliswaar eeuwig een en
dezelfde trouwe herder blijven en achter Mijn schapen aangaan die op de een of
andere manier verdwaald zijn; maar het schaap moet wel gaan blaten en zich
laten vinden, overeenkomstig de hem eigen en onaantastbare vrije wil.
[GJE5-169:2,3]
Bidden
wij voor onze zelfmoordenaars?
De Heer: 'Dergelijke geesten, al zijn
ze ook niet van het goede en zuivere soort, kunnen dus voor een mens niet
gevaarlijk worden, en het is goed om voor zulke zielen te bidden. Want het
gebed van een van ware liefde en erbarmen vervulde ziel in vol liefdesvertrouwen
op Mij heeft een goede invloed op zulke werkelijk arme zielen aan gene zijde,
want het vormt een bepaalde stof van levensether om hen heen, waarin zij als in
een spiegel hun gebreken en tekortkomingen zien, zich beteren en daardoor
gemakkelijker tot het levenslicht komen. [GJE8-38:1]