Dronk Jezus rode of witte wijn?
Dat Jezus wijn dronk bij
het heilig Avondmaal, spreekt wel voor zich. Daarover is geen discussie nodig.
Toen Jezus gedurende drie jaar in Palestina met zijn discipelen rondtrok, dronk
Hij regelmatig wijn maar altijd met water.
De ooit eerder gestelde vraag - of Hij nu witte of rode wijn dronk – was
al aangekondigd in een artikel van het JBL februari 2019, en daarover werd met
enkele Lorber-vrienden nog wat aanvullende informatie
uitgewisseld.
Gerd Kujoth -
een goede Lorber-kenner- zegt hierover: 'Deze vraag
kan niet zomaar worden beantwoord!' In de literatuur van Jakob
Lorber [o.a. ‘De Huishouding van God’ 3-363:2-5, is
niet duidelijk of dit rode of witte wijn was. ‘Andere Lorber-vrienden
zullen wellicht denken: "Wat moet het geschrijf over de kleur wijn voor
enig nut hebben, aan welke wijnkleur Jezus destijds de voorkeur gaf?!"
De
wijn staat in samenhang met het oog - en dus ook met het licht, en dat is in
een eerdere publicatie al een keer uitgelegd;
zo betekent bijvoorbeeld ‘wijn’ in het Hebreeuws JA-JIN en ‘oog’ A-JIN.
Gerd schrijft in verband met de
bovengenoemde tekst in HGt-03: 'Wat echter over de oorsprong van wijn
geschreven staat, toen Noach voor het eerst een wijnstok kreeg te zien en
vertelde hoe hij de wijn moest maken, dat kan alleen maar witte wijn zijn
geweest’:
[HGt.03_363,04] 'En zie,
hier aan uw voeten is een beboste plant; het is de wijnstok! Zijn takken
transplanteren behoorlijk in de aarde; bemest ze en begraaf ze zorgvuldig; deze
brengen je zelfs zoete druiven vol met het beste sap!’
[HGt.03_363,05] ‘Laat het
sap vervolgens gisten in de pot; en wanneer hij helder wordt, drink het dan met
mate en je zult zeer gesterkt, opgewekt en gelukkig zijn!’ ‘De Heer wil het;
doe het en je zult heel je leven gelukkig en opgewekt zijn!‘
Gerd: ‘Als je deze
gebruiksaanwijzing volgt, dan krijg je
witte wijn, zelfs als de druiven
rood waren. Want als je ook in de (rode)
druiven knijpt en het sap alleen maar laat gisten, krijg je witte wijn'.
Gerd: 'Laat het gisten in de puree van de mais’, daarover zegt de boodschapper van de Heer
niets..Daarom heeft men later ook geprobeerd geplette rode druiven te
fermenteren, en kreeg men op deze wijze rode wijn’.
Gerard: 'In feite is er nog steeds geen sprake van druivenbladeren, want
rode, groene of andere druivenschillen die in het gistingsproces worden
opgenomen, zullen toch de kleur van de wijn bepalen. Ik kan me niet voorstellen
dat de zeer waardevolle schillen geëxtraheerd en weggegooid worden. Want deze
schillen bevatten zeer waardevolle stoffen voor de menselijke gezondheid. Ik
zou ik dit als vanzelfsprekend beschouwen! Van groene druiven kan zeker witte
wijn ontstaan - inclusief de wijnkom. In het warme klimaat van bijv. Israël is
koele witte wijn geschikter ... Uiteraard moet hier wel een bepaalde logica mee
verbonden zijn.
[De Heer:] ‘Wie ziet niet de zeer
opvallende overeenkomst tussen deze bruiloft, die op
de derde dag na Mijn terugkomst uit de woestijn van Bethabara
plaats vond, en Mijn opstanding, die
na Mijn kruisiging ook juist op de derde dag plaats vond?’
[GEJ.01_010,14]
‘Deze bruiloft kondigde op die manier
profetisch aan, wat na drie jaar met Mij
gebeuren zou, [Joh.2:6]: ‘En
aldaar waren zes stenen watervaten gesteld, naar de reiniging der Joden, elk
houdende twee of drie waterkruiken van 2 tot 3 maten’ en daarbij werd in
wat ruimere zin tevens aangekondigd, dat Ik na drie jaar beslist als eeuwige
Bruidegom met Mijn volgelingen en degenen, die Mij werkelijk liefhebben, een
echte bruiloft, namelijk hun wedergeboorte tot het eeuwige leven, houden zal!’
[GEJ.01_010,15]
(En Jezus zegt verder tegen de
dienaars: 'Schept nu en brengt het de spijsmeester!’ En de dienaars deden dat meteen. (Joh. 2:8)
[De Heer:] ‘Neem nu een beker vol en breng deze naar
spijsmeester om te proeven; hij moet zijn mening daarover geven!' De dienaars
brengen,diep onder de indruk van de verandering van water, deze wijn direct
naar de kok om te proeven.’ [GEJ.01_011,03]
[Opmerking van Gerard:
als dit witte wijn was geweest, dan zou deze wijn nog steeds de kleur van het
water hebben aangenomen; maar omdat dit zo opvallend was, deze blijkbaar [rode
kleur] - zodat de dienaar verbaasd keek na deze opvallende omzetting van het
water in een andere kleur wijn!] ... Het zou hier ook rode wijn geweest kunnen
zijn omdat in deze tekst de samenhang met het Heilige Avondmaal en de
kruisiging van Jezus wordt genoemd.]
‘De bruidegom antwoordde echter: 'Jij praat nu toch wel als een
blinde over de kleur! Kijk, deze wijn is nergens ter wereld geperst,
maar kwam zoals eens het manna, uit de hemel op onze tafel. Daarom moet deze
beslist beter zijn dan iedere wijn die op Aarde te vinden is!' [GEJ.01_011,06]
[Opmerking: Van witte
wijn, geschonken uit een vat, weet je niet meteen of dit wijn of water is –
beiden lijken op elkaar. Rode wijn herken je onmiddellijk aan de kleur! Mijn
vrouw heeft ooit op een feestje mij als grap een glas witte wijn ingeschonken
[zonder dat ik het zag] en het bleek gewoon WATER te zijn! ....]
‘De kok gaat meteen met de bruidegom
de eetzaal in en overtuigt zich ervan,
dat de zes vaten geheel met de beste wijn gevuld zijn. Als hij zo het
wonder in zich opneemt, zegt hij: 'Heer, vergeef mij mijn zonden! Dat kan alleen
God doen, en God moet hier bij ons zijn! Want zoiets kan geen mens doen.’
[GEJ.01_011,09]
[Opmerking: ‘Maar toen
de kok naar de kannen keek [die dus NIET DOORZICHTIG waren !!] zag hij
onmiddellijk daarin de KLEUR van de wijn.’ Als de wijn blank was geweest, dan
zou hij niet onmiddellijk overtuigd zijn geweest - of tenzij hij deze had
gedronken. Hier hebben we het kennelijk over RODE WIJN. Ook in verband [en dat
drie keer !] met het lijden van Jezus aan het kruis. De kerken drinken ook
altijd RODE WIJN.
Hoe wijn in de tijd van
Noach werd gemaakt, kan volgens mijn mening alleen maar witte wijn of rode wijn
zijn geweest. Omdat de druiven groen of rood waren, en je de schil van de
druiven niet weggooit, maar alles bij elkaar houdt voor gisting, is de wijnkleur
afhankelijk van het soort druiven, dat eerst later wordt bepaald. Witte wijn
was zeker eerder en gedronken en bijv. vaak gedronken in Griekenland (Rhezina)
Het eerste gebruik van
wijn existeerde al voor 6000 jaren en nieuwe soorten druiven werden in veel
latere jaren toegevoegd. Alles is in ontwikkeling, maar de basisvoorwaarden
blijven voor altijd bestaan.]
‘Maar zoals Ik het water in wijn
veranderde, zo zal ook door het woord uit Mijn mond het natuurlijke zinnelijke van de mens in de
geest veranderd worden, als hij tenminste daarnaar leeft!’ [GEJ.01_011,19]
En Ik zal antwoorden: "Omdat
jullie vroeger niet in staat was om Mijn
liefdewijn geheel naar waarde te schatten, waardoor slechts misbruik het
gevolg zou zijn geweest! In deze tijd echter, waarop jullie zich zat hebben
gedronken aan jullie slechte door mensen samengestelde wijn, waarop jullie in
dranklust rustiger bent geworden en het goede van het kwade kunt onderscheiden,
nu kom Ik en breng geen nieuws wat jullie nog niet kennen maar dezelfde wijn
die jullie vroeger reeds gedronken hebbent, alleen van al zijn slechte
elementen gezuiverd, als een zuivere goddelijke drank, die , slechts diegenen
verdienen, die, zinnelijkheid en materialisme ver achter zich latend, hun
geestelijke natuur onderkennen en slechts naar geestelijke drank en spijze
smachten’. [PH.01_008,15]
[Opmerking:
dat betekent: RODE WIJN, de kleur van rood is van liefde en sensualiteit! Rode
wijn werd vooral in Israël gedronken. Het wordt rood als de schil van een
blauwe druif NIET wordt verwijderd na het persen en dan blijft de most over. De
rest wordt meestal NIET uitgefilterd. Een wijn kan dus ook rood worden van rode
blauwe druivensap. Het hangt ervan af of
je het eruit filtert of niet.
Wat
Gerd over
Noach beschrijft, is mogelijk toch witte wijn, maar het kan misschien ook rode
wijn zijn. Volgens de logica had het dus allebei kunnen zijn. In het oude
Israël worden de druiven ingevoerd in een perskuip. In de meeste gevallen
blijft het vruchtenoverblijfsel [sediment] aanwezig als most en dus wordt
daarvan witte of rode wijn gemaakt, afhankelijk van de kleur.
Rode
wijn wordt in de Bijbel vaak gezien als een symbool van bloed. Druivenbloed in
de Bijbel. Gen. 49:11 en Jesaja 63:2. Witte wijn
wordt niet in de Bijbel genoemd. In afbeeldingen van Egyptenaren zijn druiven
bijna altijd zwart en wordt de wijn in rood of donker weergegeven. Het grootste
deel van de wijnen in Israël bestond uit rode wijnen.]
·
Het effect van het licht moet anders zijn;
maar de werking van liefde blijft dezelfde zoals warmte op zichzelf maar
één werking heeft, namelijk: het verwarmt rood op dezelfde wijze als blauw, en
alles kan ermee gloeiend gemaakt worden; de kleur van de ware, levende gloed
van liefde is eeuwig één en dezelfde, en gloeiend goud is niet anders dan een
gloeiend stuk ijzer. [Ste.01_033,19]
Swedenborg zegt hierover:
708: ‘Wijn heeft dezelfde betekenis
als bloed, zoals duidelijk is uit de woorden van de Heer toen Hij de
beker nam en zei: ‘Dit
is mijn bloed’ (Matt. 26, Mark. 14, Luk. 22). Evenzo uit dezelfde
tekst: hij (Juda) wast zijn kleed in wijn en zijn mantel in het bloed van de
druiven (Genesis 49:11). Dit verwijst naar de Heer. Jehovah
der heerscharen zal een feestmaal bereiden voor alle volkeren ... een vette
maaltijd zal een feestmaal zijn van zoete wijnen (d.w.z. wijnen zonder gist)
... van verfijnde zoete wijnen (Jes. 25:6). Dit verwijst naar het sacrament van
het Heilig Avondmaal, dat door de Heer moet worden gebruikt.
709: Uit dit
alles kan nu duidelijk zijn, wat onder het lichaam en bloed van de Heer moet
worden begrepen, evenals brood en wijn in
drievoudige zin:, het natuurlijke, het geestelijke en het
hemelse. Elk religieus persoon in het christendom kan weten of als hij het
nog niet weet, dat er evenzoveel geestelijk als natuurlijk voedsel
bestaat, het laatste voor het lichaam, het eerste daarentegen voor de ziel.
‘Om dit te doen tot Mijn herinnering (Luk. 22:19)
en verder: de Mensenzoon is gekomen ... om Zijn leven als losprijs voor velen
te geven (Matt. 20:28; Mark. 10:45). Ik geef Mijn leven voor de schapen
(Joh.10:15,17; 15:13).
Swedenborg zag in een
visioen waarin hij de hemelse echtparen bezocht uit de gouden Oertijd, die in
tenten wonen op een plateau bebost met ceders en olijven, omringd door donkerblauwe wijndragende druiven, de mannen gekleed
in hyacintkleurige mantels en in witte tunieken, de vrouwen in paarse toga’s,
en de de sierlijke witte Rococo-schapen
ontbraken zelfs niet, die "de onschuld en vrede van de bergbewoners
belichamen.
In Askelon
zijn vele potscherven gevonden met daarop geschreven: ‘rode wijn en sterke drank’. Een logische gevolgtrekking
hieruit zou kunnen zijn dat er rode naast witte wijn is geproduceerd. Als er alleen maar rode wijn in de omloop
is, dan zou de aanduiding ‘rood’ op de pot zeker ook niet nodig zijn geweest, dus moet er ook witte wijn zijn.
In het binnenland van Judea, in Lachish, is een wijnvat
ontdekt met een inscriptie in de vroegste Semitisch geschriften: “wijn gemaakt van zwarte druiven”.
Hoogstwaarschijnlijk gaat het hier om een donkere wijn.
Er waren verschillende
productiemogelijkheden:
·
De
druiven konden in de wijngaard worden gedroogd, waardoor ze een donkere kleur
kregen, door ze uit te spreiden op matten in de Zon. Hierdoor werd de suiker
geconcentreerd en ontstond erg zoete wijn of wijn met een hoog
alcoholpercentage.
·
Er
zijn ook inscripties gevonden over: ‘gerookte wijn en donkere wijn. Er bestaat
een vat in Hebron (700 v. Chr.) met daarop de
Hebreeuws/Arabische tekst “kohl”. Kohl stond in de oudheid ook voor diep rode oogschaduw.
·
Sommige
wijnen waren zo sterk en zwaar gekleurd dat deze in sommige gevallen met water
werden verdund.
·
Ammonitische wijn uit het centrale
deel van de hoogvlakte, voorbij de Jordaan, was zo’n zware wijn in de
productie. Deze wijn stond er om bekend dat deze zo sterk was, dat hij het
lichaam tot zinnelijke zonde aanzette.
In het oude Midden-Oosten was men reeds
bekend met twee typen wijn zoals wij die vandaag nog kennen:
·
rode en witte wijn.
·
Bij rode wijnen zijn
kleurvariaties mogelijk van zeer donkere en bijna zwart gekleurde wijn tot
lichte rosé wijn.
In Israel dronk men vooral de rode wijn:
·
Rood wordt pas een wijn
als de schil van een blauwe druif na het persen niet wordt verwijderd en
op de most blijft liggen; Restanten van de schillen werden vaak niet weggefilterd.
·
Een wijn kan ook rood worden van
druiven met rood sap. In bijna alle gevallen is het sap van een druif echter
blank.
·
In het oude Israel
werden de druiven in een perskuip getreden. Dit betekent, dat in de meeste
gevallen bij het vertreden, de schillen aanwezig bleven in de most en er
dus rode getinte wijn ontstond.
·
Rode wijn werd als symbool van
bloed gezien. Als een bepaald voedingsmiddel zo rood als
bloed was, ging men toentertijd al uit van een stimulerende werking.
·
Wijn wordt in de Bijbel
druivenbloed genoemd. (Gen. 49:11, Jes. 63:2).
·
Maar dit betekent niet,
dat alle wijn in de Bijbel persé rood was. Alhoewel
witte wijn niet wordt benoemd in de Bijbel, zullen er ongetwijfeld naast blauwe
druiven ook witte druiven aangeplant zijn geweest.
·
Het grootste deel van wijn in
de oude wereld was echter rood omdat de schillen mee fermenteerden.
·
Bij afbeeldingen van de
Egyptenaren zijn druiven bijna altijd zwart, het druivensap en de wijn zijn in rood of donker afgebeeld.
·
Het
merendeel van de wijnen in Israel bestond uit rode wijnen.
·
Sommige
wijnen waren, zoals eerder vermeld, zo sterk en zwaar gekleurd dat deze
mogelijk werden versneden met water. Zo was de verhouding water en wijn 1:2 bij
de Romeinen heel gewoon, maar ook bij Joodse gelovigen wel gebruikelijk. (2 Makk. 15:39)
·
“Niemand
die oude wijn heeft gedronken verlangt naar jonge wijn”. (Lukas 5 : 39).
·
De
beschrijving over witte wijn is in Bijbelse bronnen niet te vinden. In
Rabbijnse teksten is er wel sprake van witte en heldere wijn.
·
In de
‘Neues Bibel-Lexikon’ (1988
– 2001) p. 1072 wordt aangegeven, dat in dergelijke hete zones [bijv. van het
Midden-Oosten] het verbouwen van witte wijnen problematisch en ongebruikelijk
was.
In de Bijbel werd er
alleen maar rode wijn geschonken. De Genesisschrijver onderbouwd zijn mening
met de vergelijking van druivenbloed. [Genesis 49:11]. Het bewijs hiervoor
wordt gezocht in de vondst van een wijn met daarop de inscriptie Jajin KaHoL. Mogelijkerwijze was
dit een donkerzwart druivensoort.
Een goede Lorberkenner en Lorbervriend,
stuurde mij een kort citaat per e-mail: 'Welke wijn heeft Jezus gemaakt en ook zelf gedronken?...’ Zie ook
het 4e boekdeel van het GJE, hfdst.189:5.: ‘In de baai van Markus zegt de Nubiër O .... "Maar wat voor water hebben we hier te
drinken ... Maar bovenal bewonder ik dit water. (Wijn) - Waar is deze
waterbron?". Het gaat hier blijkbaar over de witte wijn!
Ik wil dit onderwerp nu
definitief afsluiten en wil de Lorbervrienden
hartelijk danken met het meedenken over dit onderwerp, dat tot in de details
werd uitgeplozen. Het eerste deel daarover werd – zoals meegedeeld – al
beschreven in het meinummer van 2019. G
UpToDate 2023-2024