Wereldgerichte bepalingen
[ontvangen van Maria uit Italië]
Uit een gesprek tussen de twaalfjarige Jezus en
twee Farizeeën: (zegt de twaalfjarige Jezus):
“. . . Aldus zal het u vergaan, omdat gij eigenmachtig
hebt gebroken met Gods aloude voorschriften, die ge hebt vervangen door uw
uiterst menselijke en op de wereld gerichte bepalingen! Vetgemest hebt ge uzelf
met de enorme winsten die de doorvoering van uw domme mensenwetten u heeft
opgeleverd!’ [DT.01_026,09]
‘Er is de mensen op aarde immers overal een
bepaalde maat gesteld, zowel voor het goede, alsook voor het kwaad; zo is er
ook voor elke instelling en voor elk volk een maat. Als die maat vol is met
goddelijke goede dingen, zal zo'n land en zo'n volk gaan overlopen van zegen;
maar als een volk en zijn land overloopt van kwaad, zal, zonder pardon, een
zware straf beiden treffen ! De slechte rol van dat volk zal dan zijn
uitgespeeld en het land zal in een woestijn worden veranderd, zoals ook binnen
niet al te lange tijd met dit land [Palestina] het geval zal zijn!’ [DT26:22]
‘Want God de Heer wil van Zijn mensen geen
machines maken die door Zijn Almacht worden voortgedreven; neen, Hij wil hen
uitsluitend als vrije, zelfstandige, zelfwerkzame kinderen!
Aan uw offers heeft Hij in eeuwigheid geen
behoefte, maar Hij wil dat gij Hem in uw harten erkent; Hij wil dat gij Hem
boven alles lief hebt en arme naasten gelijk uzelf! Ge moet voor hen al datgene
doen, wat ge redelijkerwijs zoudt mogen wensen dat zij voor u zouden doen, dan
zult gij weer volledig in genade door God worden aangenomen, zodat ge aan Hem
weer aangenaam zult zijn, zoals waarlijk lieve kinderen dat zijn voor hun
moeder; dan zal Hij u beschermen zoals een leeuwin haar welpen beschermt; en
Hij zal voor jullie zorgen, zoals een kloek zorgt voor haar kuikens!
Zoudt gij dat wel kunnen? O zeker zoudt ge dat
kunnen, als ge maar zoudt willen; maar het ontbreekt u aan goede wil en daaraan
heeft het bij u steeds ontbroken, zodat Ik nu, zoals alle profeten en zieners
die Mij zijn voorafgegaan, heb gesproken voor dovemansoren en heb aangeklopt
bij gesloten harten!' [DT27:18,19]
‘Hierna kwam Barnabas weer naar Mij toe en zei:
'Zeg, bijzonder wijze jongen, zou Je mij eens willen vertellen wat Jouw interpretatie
is van de volgende teksten uit het 54e hoofdstuk van Jesaja? Ze gaan over
troost, die Sion zal geworden en luiden als volgt’:
"Vreest niet, want ge zult niet te schande
worden gemaakt; wordt ook niet verlegen, want ge zult niet worden bespot, maar
in tegendeel de schande van uw maagdelijkheid en de smaad van uw weduwschap
niet langer behoeven te gedenken.
Want Hij, Die u heeft gemaakt, is uw Man: Heer der
heerscharen is Zijn Naam. Hij is tevens uw Verlosser , de Heilige van Israël,
Die de God van heel de schepping wordt genoemd
Want de Heer heeft wel toegelaten dat ge in tranen
waard, opdat u zoudt zijn als een vrouw die van harte bedroefd is omdat zij
werd verlaten, als een jonge vrouw die werd verstoten, zegt uw God.
Ja, Ik heb je een ogenblikje alleen gelaten, maar
Ik zal je weer moed inspreken met grote barmhartigheid.
Tijdens een moment van vertoorndheid heb Ik Mijn
Gelaat een ogenblik voor je verborgen gehouden; maar Ik zal Mij over je
ontfermen met eeuwigdurende Genade, zegt de Heer uw Verlosser!
Ik zal ermee doen als met de wateren van Noach
toen Ik gezworen heb dat ze nooit meer de aarde zouden bedekken! En zo heb Ik
dus ook bij Mijzelf gezworen dat Ik niet over je vertoornd zou zijn en dat Ik
ook niet op je zal schelden!" [DT29:612]
‘De 'maagd' waarover het hier gaat, zal nog door
Mij worden geschapen: en dat zal dan Mijn nieuwe Leer zijn aan de mensen, uit
de Hemel. Zij wordt dáárom 'maagd' genoemd, omdat ze nog niet eerder door een
zelfzuchtig en hoererend bruut priesterdom is misbruikt voor snode wereldse
doeleinden.’ [DT29:16]
‘Deze toekomstige Leer van Mij wordt echter tevens
een korte poos 'weduwe' genoemd, omdat Ik dan aan haar ontroofd zal worden door
jullie toornige boosheid en door jullie wraakzucht, zij het ook met toestemming
van Hem Die in Mij is, en Die buiten Mij nergens zijn kan!
En omdat 'zij' door Mij wordt gemaakt, zal Ik van
en voor deze maagd en weduwe tevens de man zijn! En wat u in de profeet leest,
is nu precies wie de man is, die deze 'maagd' en 'weduwe' heeft gemaakt, alsook
welke beloften door 'haar' zijn gedaan; Ik ben de man, en de beloften zijn
uitsluitend bestemd voor deze mystieke 'maagd'.
‘Er komen veel later ook tijden waarin, zoals Daniël
heeft beschreven, zelfs van deze meest zuiverste Leer misbruik zal worden
gemaakt, maar nooit met deze 'maagd' zelf, alleen met 'kinderen en
kindskinderen' van deze geestelijk zuivere 'maagd' en gedurende korte tijd,
'weduwe'! Uiteraard zullen die geen deel hebben aan Mijn beloften, dat zullen
alleen die 'maagd' die aan Mijn mond ontsproten is en haar vele zuivere
kinderen hebben!’ [DT29:17,18]
‘Weet je, op jouw manier ben je kennelijk een
fenomeen dat zijns gelijke zoekt, en ondanks al je trots heb je ons toch nog
veel plezier gedaan! jouw talenten, jongen, daar zou je wat mee kunnen doen,
maar daarvoor zou nodig zijn dat je heel anders en vrijer zou worden opgevoed,
zodat je wat meer humaniteit bij je andere eigenschappen zou doen, die
overigens echt geweldig, ja zelfs uniek zijn: je zou dan mettertijd een mens
kunnen worden, zoals er op de wereld nog nooit een is geweest! Maar met die
consequent volgehouden scherpte van je zal je onder de mensen van deze wereld
maar erg weinig vrienden maken! En als je uitzonderlijke beheersing van je
natuurlijke vermogens nog zou toenemen, en je geen enkele vijand te duchten
hebt, zul je daarentegen door een ieder worden gevreesd, maar door niemand
worden bemind of geacht. Ik voor mij, ik word liever door iedereen bemind dan
gevreesd! Wat vind jij daar zelf van, of iemand anders misschien?'
‘Ik antwoordde: 'O ja, je zou groot gelijk hebben
als alle mensen zuiver waren en goed! Maar omdat er op aarde allerlei
verschillende mensen zijn, waarvan er maar weinige goed, en vele anderen
slecht, meinedig en misdadig zijn, zou het voor een rechtvaardig en eerlijk
mens een erg moeilijke opgaaf wezen, zich zo op te stellen dat iedereen
evenveel van hem zou kunnen houden! je zou dan slecht met de slechten en
tegelijk goed met de goeden moeten zijn, en dat is net zo onmogelijk als
tegelijk licht te zijn van uitzonderlijke helderheid, en allerdiepste
duisternis, op een en dezelfde plaats!’ [DDT29:21,22]
‘Het is zoals Ik al zei: de echte vrienden van de
eeuwig onveranderlijke Waarheid uit God, die zullen heus wel van Mij houden,
zelfs uitzinnig veel. Maar mensen die de goddelijke wetten en waarheden met
voeten treden en leven alsof er geen God meer bestond, die hebben inderdaad
altijd reden om bang voor Mij te zijn! Want mensen van dat soort zullen Mij
dan, evenals de wereldgezinde godloochenaars, leren kennen als iemand die
beslist geen grapjes maakt, en die aan een ieder vergeldt naar diens werken;
want Ik alleen bezit daartoe de absolute macht in eeuwigheid!' [DDT29:23]
UpToDate 2024-2025