De voorspelling van het Grote Johannes Evangelie
„God-als-Jezus-Christus“ in Jes.2,4 zegt: En Hij zal richten onder de heidenen en bestraffen
vele volken; en zij
zullen hun zwaarden slaan
tot spaden en hun spiesen tot sikkels; het ene volk zal tegen het andere
volk geen zwaard opheffen, en zij zullen
geen oorlog meer leren.
'De Heer, die Ik
ben in het woord, zal de heidenen richten en vele volkeren straffen.’ Wie zijn
de heidenen en wie de volkeren? - De heidenen zijn al diegenen die de enige,
ware God niet kennen en in Zijn plaats dode afgoden en de mammon van deze wereld aanbidden en het meest vereren. Door
zulke mensen wordt het jodendom aan alle kanten omringd, en waarheen jullie nu
ook in de wereld willen gaan -naar de morgen, de middag of de avond -,jullie
zullen niets dan allerlei verschillende heidenen aantreffen! Jullie weten
echter, dat er nu van alle kanten van de wereld heidenen van hoge en lage stand
en van dichtbij en van ver naar Mij zijn
toegekomen. Zij hoorden Mijn woord en zagen Mijn tekenen, werden van geloof
vervuld en namen Mijn leer aan, en Mijn woord richt en berecht nu onder hen,
waardoor zij ophouden heidenen te zijn en overgaan tot het getal van de
gezalfden van God en het getal van het ware volk van God.’
‘Maar ook
zij zullen niet blijven zoals zij nu onderricht en gevormd zijn; want weldra
zullen er valse gezalfden onder hen opstaan, die ook tekenen doen,
koningen en vorsten misleiden, zich weldra een grote wereldse macht toeëigenen
en te vuur en te zwaard die mensen vervolgen die hen niet willen volgen, en
zich uiteindelijk in vele sekten en partijen splitsen, en dat zijn dan de vele volkeren die Ik
als Heer zal straffen vanwege hun liefdeloosheid, hun onwaarheid,
hun egoïsme, hun hoogmoed, hun starheid, hun heerszucht en hun kwade getwist en
wederzijdse vervolgingen en oorlogen. Vóór die tijd echter zal komen, zal er
nog net zoveel tijd verstrijken als van Noach tot nu!’ (opmerking: Noach stierf
in 2145 voor Christus volgens het Gr.Ev.Joh.deel 8, hfdst.86,3; Genesis 5 en
Genesis 9,29.)
‘Zoals het
echter ten tijde van Noach was, toen de mensen huwden en uitgehuwelijkt werden,
grote feesten en feestmaaltijden hielden, zich hoog lieten vereren en
verwoestende oorlogen voerden tegen hen die zich voor hun afgoden niet wilden
buigen, zodat toen weldra de grote vloed kwam die alle daders van het kwaad
verdronk, zo zal het ook in die toekomstige tijd gaan. Maar dan zal de Heer
met het vuur van Zijn ijver en Zijn toorn komen en al die
boosdoeners wegvegen van de aarde.’
‘Dan zal het gebeuren dat de
gespaarde zuivere en goede mensen en de echte vrienden van de waarheid en het
licht uit God, van de zwaarden ploegscharen, van de spiesen sikkels zullen
maken en de
krijgskunst helemaal op zullen geven; dan zal daarna geen echt
gezalfd volk meer tegen het andere het zwaard opheffen, behalve de nog
mogelijkerwijs in de woestenijen van de aarde overgebleven heidenen; maar ook
die zullen vermaand worden en daarna van de aarde worden geveegd. Dan zal de
aarde opnieuw gezegend worden. Haar bodem zal honderdvoudige vrucht dragen van
alles, en de
Oudsten zal de macht gegeven zijn over alle elementen.’ GEJ.07_172:7-10.
UpToDate 2024-2025