[via Jakob Lorber ontvangen
in 1840 van de Heer]:
Petrus hoorde buiten zijn huis luid
ruziemakende vissers, die naar huis keerden en hij ging naar buiten om de boze
twist te beslechten. ‘Dit is een product van
de hel, zegt Jezus en
het verpest het hart voor jaren en maakt de ziel duister’. De ruzie
ging om een burger, die op de beste visplaats een aanzienlijke buit had
gemaakt, maar al meerdere malen daar ging vissen, zonder een wettelijke
vergunning te hebben. Dat konden de vissers niet dulden. Toen zei Petrus: ‘Die
man is weliswaar een dief, maar laat hem toch maar gaan. Mocht hij het weer
doen, dan lever je hem over aan het gerecht. Want volgens de wet
moet je de vijand eerst zeven keer vergeven!’ Maar we
hebben deze man al zeven keer vergeven, zeiden de vissers en we willen hem nu
voor de rechter brengen. Petrus zei: ‘Dat recht hebben jullie zeker, maar doe
mij een plezier en vergeef hem nu ook voor de achtste keer. Een volgende keer
kun je hem echt aan de rechter overleveren, als je hem op deze overtreding nog
eens betrapt. Na deze woorden lieten ze de dief, die ze vasthielden, vrij en
werd de erge strijd bijgelegd.
Petrus vroeg, toen hij weer in zijn
huis ging, de Heer, om toch meer te mogen weten over de aardse juridische
wetten en in verband met de wetten van Mozes en de Romeinen. Want de Romeinse
wetten hebben grote invloed op de leefomstandigheden van de Joden. Aan welke
wet moet een Jood zich nu houden. Soms is de Romeinse wet wat menselijker dan
de Mozaïsche. Jezus zegt, dat het voor een rechter inderdaad erg moeilijk is om
met twee wetten recht te spreken, die elkaar ook kunnen tegenspreken. Als
iemand je heeft benadeeld, ga dan naar hem toe en vraag hem vriendelijk dat
niet meer te doen. Luistert hij niet, neem dan meerdere getuigen mee, waarop de
kwestie dan kan berusten op hun verklaringen. Luistert de persoon wederom niet,
laat het dan over aan zijn gemeentelijke woonplaats. Blijft hij dan nog
halsstarrig, dan moet hij door de benadeelde, de getuigen en zijn gemeente tot
een slechte tollenaar worden verklaard en ook zo beschouwd worden. (Mattheüs
18:17)
Deze bepaling is uit Mijn goddelijke
orde genomen en geldt zowel voor hier als in het hiernamaals. Heeft iemand
tegen je gezondigd, vergeef het hem en bidt om deze zondaar te verbeteren. Dan zal dat geschieden al
naargelang je geloof. Waar twee of meer mensen voor een bepaalde zaak, die goed is
overeenkomstig Mijn orde, in Mijn naam bijeenkomen, daar zal Ik in de geest bij
hen zijn en ze verhoren, waar ze Mij om zullen vragen (Mattheüs 18:20). Toen kwam Petrus tot Hem, en zei: ‘Heer! Hoe menigmaal zal zijn broeder
tegen mij zondigen en ik hem vergeven! Tot zevenmaal!’ (Mattheüs 18:21)
Op de vraag van Petrus of men zeven
maal vergeven moet volgens de wet van Mozes, zegt Jezus: ‘Als het al volgens
een bepaald getal moet gebeuren, dan is het getal zeven te weinig, maar het
dient zeventig maal zeven te gebeuren (Mattheüs 18:22). Opmerking: De
Hebreeuwse waarde voor Bethlehem, waar de Mensenzoon geboren is, heeft ook dit
getal als 70x7! Verder zegt Jezus, dat uit de veelvoudige vergeving het
hemelrijk bestaat, dat zowel onder de mensen liefde, eendracht en
vergevingsgezindheid heerst als ook in de hemelen onder Zijn engelen
(GJE5-248)
Petrus hoorde buiten zijn huis luid
ruziemakende vissers, die naar huis keerden en hij ging naar buiten om de boze
twist te beslechten. ‘Dit is een product van de hel, zegt Jezus en het
verpest het hart voor jaren en maakt de ziel duister. De ruzie ging om een
burger, die op de beste visplaats een aanzienlijke buit had gemaakt, maar al
meerdere malen daar ging vissen, zonder een wettelijke vergunning te hebben.
Dat konden de vissers niet dulden. Toen zei Petrus: ‘Die man is weliswaar een
dief, maar laat hem toch maar gaan Mocht hij het weer doen, dan lever je hem
over aan het gerecht. Want volgens de wet moet je de vijand eerst zeven keer
vergeven!’ Maar we hebben deze man al zeven keer vergeven, zeiden de vissers en
we willen hem nu voor de rechter brengen. Petrus zei: ‘Dat recht hebben jullie
zeker, maar doe mij een plezier en vergeef hem nu ook voor de achtste keer. Een
volgende keer kun je hem echt aan de rechter overleveren, als je hem op deze
overtreding nog eens betrapt. Na deze woorden lieten ze de dief, die ze
vasthielden, vrij en werd de erge strijd bijgelegd.
Petrus vroeg, toen hij weer in zijn
huis ging, de Heer, om toch meer te mogen weten over de aardse juridische
wetten en in verband met de wetten van Mozes en de Romeinen. Want de Romeinse
wetten hebben grote invloed op de leefomstandigheden van de Joden. Aan welke
wet moet een Jood zich nu houden. Soms is de Romeinse wet wat menselijker dan
de Mozaïsche. Jezus zegt, dat het voor een rechter inderdaad erg moeilijk is om
met twee wetten recht te spreken, die elkaar ook kunnen tegenspreken. Als
iemand je heeft benadeeld, ga dan naar hem toe en vraag hem vriendelijk dat
niet meer te doen. Luistert hij niet, neem dan meerdere getuigen mee, waarop de
kwestie dan kan berusten op hun verklaringen. Luistert de persoon wederom niet,
laat het dan over aan zijn gemeentelijke woonplaats. Blijft hij dan nog
halsstarrig, dan moet hij door de benadeelde, de getuigen en zijn gemeente tot
een slechte tollenaar worden verklaard en ook zo beschouwd worden. (Mattheüs
18:17)
Deze bepaling is uit Mijn goddelijke
orde genomen en geldt zowel voor hier als in het hiernamaals. Heeft iemand
tegen je gezondigd, vergeef het hem en bidt om deze zondaar te verbeteren. Dan
zal dat geschieden al naargelang je geloof.
Waar twee of meer mensen voor een bepaalde zaak, die goed is overeenkomstig
Mijn orde, in Mijn naam bijeenkomen, daar zal Ik in de geest bij hen zijn en ze
verhoren, waar ze Mij om zullen vragen (Mattheüs 18:20). Toen
kwam Petrus tot Hem, en zei: ‘Heer! Hoe menigmaal zal zijn broeder tegen mij
zondigen en ik hem vergeven! Tot zevenmaal!’ Mattheüs 18:21 Op de vraag van Petrus of men zeven
maal vergeven moet volgens de wet van Mozes, zegt Jezus: ‘Als het al volgens
een bepaald getal moet gebeuren, dan is het getal zeven te weinig, maar het
dient zeventig maal zeven te gebeuren (Mattheüs 18:22). Opmerking: De Hebreeuwse waarde voor Bethlehem, waar de Mensenzoon
geboren is, heeft ook dit getal als 70x7! Verder zegt Jezus, dat
uit de veelvoudige vergeving het hemelrijk bestaat, dat zowel onder de mensen
liefde, eendracht en vergevingsgezindheid heerst als ook in de hemelen onder
Zijn engelen (GJE5-248)
Petrus vraagt of de wereldse
rechtbanken op deze wijze (vanwege de 70x7) zullen blijven bestaan. Als dan nog
iemand zijn naaste hardnekkig blijft beledigen, wat moet er dan met zo iemand
gebeuren? Opmerking: Petrus begreep
duidelijk niet, dat Jezus met de 70x7 zo’n iemand altijd moet blijven vergeven.
De hemelse Vader geeft immers het voorbeeld en zegt als het ware, dat je in je
hart moet blijven en van daaruit vergeven! – Daarom zegt Jezus ook hier: ‘Daar
zeg Ik niet zoveel op. Heb Ik je zojuist niet voor jouw huis de juiste
instructies gegeven? Het is natuurlijk vanzelfsprekend, dat er op deze aarde
voor grote en grove overtreders rechters moeten zijn. Het gaat dan niet meer om
de kleinere misstappen. Deze moeten voor de rechterstoel van het barmhartige en
verzoenlijke hart bijgelegd worden. Kleine misstappen mogen immers niet
uitgroeien tot grote zware misdaden. Dit maakt de Heer duidelijk door een
gelijkenis te vertellen.
Een mooi jong meisje wordt verliefd
op een knappe jongeman, die weliswaar erg arm is, maar behoorlijk ontwikkeld.
De jongen vraagt aan de vader van het meisje haar hand, maar deze stuurt hem
van het erf met zijn honden. De verbouwereerde jongen piekert en begint een
boosheid in zijn hart te ontwikkelen en oppert het plan deze vader te
vermoorden. Dit plan voert hij tenslotte uit en nu verschuilt hij zich in de
dichte bossen uit vrees voor de wereldse rechters en tot schrik van de
bewoners. Leer uit dit verhaal, hoe in de meeste gevallen de hardheid van de mensen
hun armere medemens tot misdadigers maakt. Denk voortaan aan Mijn aanbevelingen
en je zult dan tenslotte nog zelden misdadigers op deze aarde aantreffen.
(GJE5-250)
UpToDate 2024-2025