Informatie over varkensvlees
Varkensvlees beïnvloedt gezondheid

In het Duitse blad ‘Biologische Medizin’ daterend uit 1977, lazen wij een interessant artikel over varkensvlees. Het is persoonlijk door ons vertaald, maar nooit in de circulatie gebracht. In de jaren ´90 gaven cursisten ons een artikel over varkensvlees. Het bleek in de loop der tijden door meerdere personen vertaald te zijn. Dit laat zien hoe boeiend dit thema is. En het is actueler dan ooit. Dr. Reckeweg was in de vorige eeuw een bekende arts en hij schreef een artikel over de schadelijke gevolgen van de in varkensvlees aanwezige belastbare toxische stoffen, die bij langdurig en regelmatig gebruik de mens ziek kunnen maken. Varkensvlees was al bekend in de oude geschiedenis, in vele cultuurlanden en bij Mozes en de profeten, maar ook zeer bekend bij het jodendom en de islam. Zij aten door de eeuwen heen dit vlees uit principiële overweging niet. Varkensvlees is hen ten strengste verboden. Welke wet schuilt hierachter? Schendt men de natuurwetten en volgt men met zekerheid ‘ziekte als lering’?  

 

Ziektes door varkensvlees

 

Het genot van varkensvlees in tropische landen kan gevaarlijk zijn voor het lichaam. De volken in die gebieden zijn nu nog gezond, maar ze worden steeds meer bedreigd door de nabijgelegen cultuurvolken met civilisatieziektes. Hetzelfde geldt voor verschillende Hunzastammen uit het Himalayagebied. Varkensvleesvrije islamstammen zijn gezond en werken tot op zeer hoge leeftijd als dragers voor talrijke expedities. De Hunzastammen die aan de andere kant van het dal de leef- en eetregels van de islam niet in acht nemen, worden geplaagd door gewone ziektes. Het verschil tussen islam en westerse levenswijze valt samen met het al dan niet voorkomen van beschavingsziekten. De islam is in het oosten van Europa en verder naar het zuiden de heersende godsdienst en dat is al duizenden jaren bekend. Telkens wordt aangevoerd dat dit door priesters verordende religieus, hygiënische maatregelen zouden zijn in verband met het trichinengehalte van varkensvlees. Deze opvatting is onjuist. Dit bleek onder meer uit een groot experiment waaraan verschillende artsen deelnamen. De bewoners in de oostelijke landen zijn gezond en werken nog steeds in hoge ouderdom. De trichinenstoffen (haarwormparasieten) hebben er niets mee te maken. In de Tweede Wereldoorlog werden de soldaten onder generaal Rommel in Afrika echter ziek. Veel manschappen onder deze veldmaarschalk hadden te lijden aan hun onderdijbeen, wat hen ongeschikt maakte voor de dienst en langere opname in lazaretten vereiste, soms zelfs verplichtte tot overbrenging naar de gematigde zones. Ze kregen door het eten van veel varkensvlees namelijk zweren aan hun onderbenen (tropische ulcera). Toen zij uiteindelijk op het idee kwamen, dat dit aan de voeding zou kunnen liggen, omdat de bewoners deze ziekte totaal onbekend was, kregen de soldaten geen varkensvlees meer. Er werd direct overgeschakeld op islamitische voeding en de zweren verdwenen onmiddellijk.

 

Dat varkensvlees belastend werkt en in zekere mate ook giftig is, wist dr. Reckeweg al voor de Tweede Wereldoorlog. In die tijd nam hij echter nog aan dat dit voor de verse varkensvleesbereiding gold zoals gebakken spek, allerlei verse worst, varkenspootjes en kotelet. Dit geldt echter niet voor gepekeld vlees zoals hesp en spek, ook niet tot worst verwerkte gerookte varkensvleesproducten. Deze vergissing had als gevolg, dat het gebruik van versgeslachte varkensvleesproducten acute ziekten veroorzaakten zoals blindedarmontsteking, galblaasontsteking, galkolieken, acute darmcatarre, gastro-enteritis met tyfus en paratyfus, maar ook acute eczeem, zweetklierabcessen en steenpuisten. Reckeweg kon op dat ogenblik geen enkel ziekteverschijnsel vergelijken na het gebruik van varkensvlees, dat droge worst of salami bevatte. Andere inzichten kreeg hij van de wijziging van zijn voedselgewoonte in de hongerjaren na de oorlog en de periode na de munthervorming van 1948.

 

Tijdens de magere oorlogsjaren en vooral erna, was het Duitse volk vrijwel gezond. Tot aan de munthervorming konden weinigen hun buikje vol eten. Varkensvlees en ander vlees waren er in beperkte mate, ook was er weinig vet en bijna geen suiker, maar granen waren er volop. Brood en deegwaren waren voldoende verkrijgbaar. Bovendien kon dit aangevuld worden met aardappelen, rode bieten en verse groenten. In die tijd kwamen nauwelijks blindedarmontsteking of galblaasziekte voor en hooguit daar, waar een varken zwart werd geslacht. Reuma, rugproblemen, hartinfarct, verkalking en hoge bloeddruk kwamen toen nog zelden voor.

 

Na de hervorming van 1948 waren varkensvlees, hesp en vooral spek direct weer verkrijgbaar. Het globale gezondheidsbeeld veranderde meteen en ingrijpend. Appendicitis, galblaasontsteking, acute huidettering zoals pyodermie, impetigo, steenpuisten en zweetklierabces waren weer aan de orde van de dag. Na behandelingen met chemische sulfamidenzalven traden er chronische schimmeluitslagen op met diverse andere nevenwerkingen. Schrikwekkend in die periode was ook de toename van kanker. Talrijke patiënten tussen zestig en zeventig jaar, die probleemloos geleefd hadden, kregen last van maagklachten met als oorzaak kanker van de spijsvertering. Het verloop van deze gevallen was zo instructief, biologisch significatief en causaal gegrond, dat Reckeweg daaruit wel moest afleiden, dat ziekten door toxines worden veroorzaakt. In 1952 maakte hij hierover publicaties bekend. In de loop der jaren en met het toenemen van ervaring, kwam hij tot het besluit, dat veel andere ziekten zoals artritis en artrose in grote mate door varkensvlees worden veroorzaakt. Dat is ook het geval bij vrouwen met witte vloed en chronisch etterende fistels. Het bleek dat door het eten van varkensvlees de oorlogswonden niet volledig genezen konden.

Wat men krijgen kan door veel varkensvlees te eten

blindedarmontsteking, acute maag- of darmcatarre (gastro-enteritis);

tyfus, kliervergroting en vetzucht;

aderontsteking, koorts en pijn;

slechte bloedcirculatie van bindweefsel;

steenpuisten, zweetklierabcessen en gewone abcessen;

verkalkte hartkransvaten, arteriosclerose, trombose, embolie en hypertensie;

galkolieken, galblaasontsteking;

jeuk, huidziektes, netelroos of netelkoorts.

 

Iemand liep in de oorlog een schotbreuk op. De wond ging schijnbaar dicht maar liet een groot litteken achter, dat na enkele jaren weer openbrak met een fikse ettering. De oorzaak was een te veel eten van varkensvlees. De schotbreuk kon niet tot genezing komen omdat eten van varkensvlees het genezingsproces aanzienlijk vertraagde. Reckeweg twijfelde er nog aan of varkensvlees wel de hoofdschuldige was. Daarom besloot hij een zeer streng experiment uit te voeren met witte muizen met diverse diëten. De resultaten hiervan publiceerde hij in zijn werk ‘Homotoxine und Homotoxikosen – Grundlage einer Synthese der Medizin’, verkrijgbaar bij het Aurelia-Verlag in Baden-Baden. Muizen, die varkensvlees kregen, neigden extreem tot kannibalisme. Na enkele maanden trad bij de muizen overal kanker op. Ook waren er verscheidene huidziekten. Muizen echter met een normale voeding vertoonden geen ziekteverschijnselen en hadden ook geen neiging tot kannibalisme

 

Toxinen in varkensvlees

 

De arts, dr. Reckeweg vernam uit verschillende bronnen, dat varkensvlees bij dieren toxisch werkt. Boxerhonden, circusleeuwen, tijgers en forellen mogen in geen enkel geval met varkensvlees worden gevoerd. Zijn praktijk was sinds 1948 met veel lijders aan diverse acute en chronische aandoeningen bezet. Hij kon talloze gevallen observeren, die zijn vermoeden bevestigden. Varkensvlees bleek een belangrijk homotoxine, die in het lichaam afweerverschijnselen oproept en zich onder diverse ziektevormen manifesteert. Als bovendien de talrijke in de literatuur opgesomde resultaten vanuit het oogpunt der homotoxicologie opnieuw bekeken worden, blijkt dat talloze bestanddelen van varkensvlees belastend zijn en dat deze als homotoxine werken; in dit verband schijnt de benaming subtoxine gerechtvaardigd.

 

Het exogene dierlijke vet wordt in het lichaam opgeslagen. Want als een hond schapenvet krijgt, bewaart hij dit in zijn vetdepot. Zijn bloed wordt bovendien met vetdeeltjes overladen. Op deze wijze worden er in het menselijk lichaam grote moleculen gevormd, ook wel ´synapsen´ genoemd, die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van arteriosclerose, hypertensie, bloedverdikking, slechte doorbloeding van bindweefsel of van belangrijke klieren, vooral van verenging en verkalking der conoraria. Het is eveneens dat varkensvlees traag maakt. De gevolgen zijn hoge druk in de bloedvaten met de bekende neusbloedingen. Het is eveneens bekend, dat vetrijke voeding bindweefsel belast en verder dat varkensvlees merkwaardig genoeg met mensenvlees is te vergelijken.

 

Ook in mager varkensvlees liggen grote hoeveelheden vet opgeslagen. Mager varkensvlees kan zelfs zonder boter in een braadpan gebakken worden. Het vlees heeft van zichzelf al vet en braadt zich in zijn eigen vet. Maar dit vet bevat één keer zo veel calorieën als koolhydraten en eiwitten bij elkaar. Het is duidelijk, dat vet vergezeld wordt van cholesterol. De moleculen worden in het bloed door cholesterol gevormd en zijn verantwoordelijk voor allerlei klachten. Men heeft zelfs ontdekt, dat kankercellen cholesterol bevatten. Normaal wordt vet buiten de bindweefselcellen aangetroffen. Ook bij oud rundvlees vinden we vet in de cellen en bij het varken ligt dit percentage aanzienlijk hoger. Varkensvlees bevat veel zwavel (daarom veroorzaakt dit ook bij sommigen puistjes!). Schapenvlees is goed en verzuurt niet zo snel. Rundvlees geeft sterke verzuring, maar stinkt niet zoals varkensvlees. Personen met een dikke nek blijken veel spek van een varkensrug gegeten te hebben. Personen met een dikke buik blijken eveneens het spek van een varkensbuik gegeten te hebben. Vrouwen met dikke dijbenen blijken dikwijls goede hameters te zijn.

 

Het eten van varkensvlees veroorzaakt insluipende kwalen

 

Regelmatig een verkoudheid oplopen op gevorderde leeftijd en nadien behandeld worden met salicylaten, pyrazolonen en andere koortsonderdrukkende middelen. Later constateert de longarts bij de zieke op zekere dag het zogenaamde ‘eosinophile begininfiltraat’ van de longpunten, waaruit zich vroeg of laat een open tuberculose ontwikkelt. Dat is te herleiden van de impregnatie in een reactiefase. Het is een ultieme poging van het organisme om de totale toxische toestand af te breken. Allopatisch worden de in de caverna parasiterende tbc-bacteriën met streptomycine e.d. gedood, zonder dat er met het oorspronkelijk gifprobleem rekening wordt gehouden, wat biologisch gezien feitelijk een allereerste en dringende vereiste was. Tot dan toe dacht vrijwel niemand eraan dat het om een door voeding aangerichte schade zou kunnen gaan, die door een niet-biologische therapie (allopathie) tot een langdurig chronische ziekte wordt gebracht.

 

Varkensvlees levert nog meer gevaren op! Een slachtzwijn weegt bij de geboorte slechts enkele honderden grammen en wordt door zijn groeihormonen binnen een kort tijdsbestek tot een zwaar volwassen dier, maar hij heeft maar weinig spiervlees dat hoofdzakelijk bestaat uit bindweefsel, vet, bloed en orgaandelen. Dit wordt door de slager vrijwel als een laatste rest verwerkt. Wie eenmaal gewend is varkensvlees te eten, kan de smaak nog maar moeilijk missen. De geslachtshormonen van het varken zijn nauwelijks onderzocht. Het lijkt zeer goed en ook waarschijnlijk, dat de geslachtshormonen van het varken kankerverwekkend (carcinogeen) zijn. De homotoxicoloog dr. Reckeweg kwam tot een oplossing. Hij stelde dat varkensvlees niet langs de gebruikelijke afscheidingswegen zoals urine, adem, darm- en huiduitscheidingen fysiologisch ontgift kan worden, zelfs niet via de excretie, maar enkel en alleen via ontstekingen van pathologische aard.

 

De huid van een varken en de mens

 

Het bindweefsel van een varken heeft veel overeenkomsten met dat van een mens. In juli 1983 kon ik (GH) in de anatomische kliniek van Keulen duidelijk de overeenkomst zien tussen varken en mens. Zelfs de huid van een huisvarken heeft veel menselijke overeenkomsten. Varkensvlees schijnt dezelfde smaak hebben als dat van een mens. Met betrekking tot dit onderwerp wordt naar de grote menseneters Hamann en Kuersten verwezen. In de Eerste Wereldoorlog werd er een massamoordenaar in Berlijn ontdekt, die vlees van vermoorde vrouwen tot consumptievlees verwerkte. Zelfs recent was er nog iemand in Berlijn, die ook mensenvlees at. Een Papoea uit Nieuw-Guinea verontschuldigde zich, nadat hij zijn vrouw en dochter had opgegeten, dat het hem zo lekker smaakte. Van kanabalisme is bekend, dat mensenvlees naar varkensvlees smaakt. Kinderen die veel varkensvlees eten, hebben dikwijls ontstoken en opgezwollen klieren. Later kunnen op die plekken fistels ontstaan. Het is net of zulke kinderen op een klein varken lijken, wat betreft de gezichtsuitdrukking. Het biggetje in het Duits luidt ´Ferkelchen´, in het Latijn ´scrophula´ en het moedervarken ´scropha´. Vandaar de benaming: ‘scrophulose’ of ´scrophularia’.

 

Een pasgeboren varken groeit tot zes maanden op in een groot dik vadsig zwijn, dat met hormonen gevoederd wordt. Zo’n dier, eigenlijk bedoelt voor het slachthuis, bestaat uit weinig spieren en weinig botten, maar heeft veel bindweefsel, bloed en organen. De natuurgeneeskunde adviseert matig te zijn met het eten van varkensvlees, worst en ham. Vaak zeggen de mensen: ‘Maar dokter, het smaakt zo lekker!’ Er is een verslaafdheid aan varkensvlees. Men bedenkt alle mogelijke verontschuldigingen om varkensvlees te eten en wuift alle bedenkingen volledig weg zoals alcoholici en rokers dat ook doen. Heeft men eenmaal het eten van varkensvlees de rug toegekeerd, dan zal later de geur van varkensvlees onaangenaam worden. De geur zal dan voorkomen als van een niet-geleegde asbak op een vroege ochtend.

 

Varkens worden niet oud en mogen ook niet langer dan zes jaar leven, omdat volgens deskundigen het gevaar onvermijdelijk aanwezig is om kankercellen te krijgen. Het varken heeft veel gemeen met de mens en het is zeker, dat het varken het negatieve beeld van de mens is. Niet elk mens beschikt over voldoende vuur om gegeten varkensvlees in zijn lichaam om te zetten. Volgens de natuurgeneeskunde kan het lichaam varkensvlees niet aan. Het lichaam reageert dan met ontstekingen en maakt een uitlaatklep in de vorm van ontstekingen als noodzakelijk kwaad als ook vetdelen in bindweefsel, waarvan men dikker wordt.

 

Men kan gemakkelijk wennen aan varkensvlees. Te veel consumeren van varkensvlees geeft cilinderachtige ontwikkelingen van het bovenlichaam. Ham eten geeft dikke benen en armen. Varkenspooteters krijgen vaak zweren aan de onderbenen. Als de maat vol is en het lichaam geen andere mogelijkheden meer ziet, zal het lichaam zichzelf dwingen om ´vuur´ aan te wakkeren in de vorm van een ontsteking. Wanneer zulke ontstekingen worden onderdrukt door antibiotica, komen ze vaak terug in een andere en meestal bozere vorm zoals kanker.

 

Varkensvlees vaak de veroorzaker van griep

 

Naar gelang men delen eet van het varken zijn verschillende ziekten reeds voorgeprogrammeerd. Is men matig met varkensvlees dan kan een ontsteking wegblijven. Een typisch gevolg van het eten van ham is een zweer aan het been (ulcus cruris). Zo´n ulcus kan in talrijke gevallen beschouwd worden als een laatste poging van het lichaam om een dreigende kankervorming af te weren door het wegteren van giffen via een etterende zweer. De ulcus is een mesenchymaal ventiel, een uitstrekkende ontsteking, dat diep in het bindweefsel ligt verankerd.

Zonder een bepaalde dieetaanpassing en het blijven eten van varkensvlees vraagt dit om problemen en het leidt vaak tot kankervorming. Een zwerend been zal niet kunnen genezen Mogelijk wordt bij griep - vaak door het eten van varkensworst, - een deel van het slijmmateriaal opgehoest en waardoor het griepvirus verdwijnt. Als witte vloed en zweervorming in de baarmoeder op biologische wijze correct behandeld wordt en tot genezing komen door het niet eten van varkensvlees, dan zou de prijs op dit vlees feitelijk extreem verhoogd moeten worden, waardoor het niet aantrekkelijk wordt om varkensvlees te eten. In onze moderne tijd komt men daar niet aan toe. De toxische situatie die het gevolg is van het eten van varkensvlees, wordt door de medische wetenschap nog volledig miskend.

 

De homotoxicologie van de arts dr. Reckeweg heeft aangetoond, dat alle ziekten beschouwd moeten worden als afweerreactie tegen gifstoffen. Ziekte mag in geen geval onderdrukt worden omdat ze de uitdrukking is van een te herstellen symptoom. Onderbreekt men acute ontgiftende processen zoals koorts, griep en keelontsteking dan bestaat het gevaar, dat dit prikkelmechanisme wordt onderbroken en dan aanleiding geeft tot terugkerende vergiften. Chemotherapie en antibiotica verhogen dit gevaar nog eens extra, aangezien wel de bacteriën, maar niet de gifstoffen geëlimineerd worden. Door de vrijgekomen endotoxinen uit de bacteriën wordt de chronische vergiftiging nog meer versterkt.

 

Steunend op praktijkervaring het volgende advies: vermijd elk gebruik van varkensvlees, ook de kleinste hoeveelheid. Men krijgt er jeuk van, pijn aan zwakke delen, kolieken en reuma. De aanwezige problemen verergeren en de giftige eigenschappen van varkensvlees kan men zelf ervaren. Men bedenke, dat het gehele varken uit minder kwaliteit en opgezwollen materiaal bestaat zoals vet, gierstoffen (ammoniak) en vele andere stoffen. Dat alles wordt in de menselijke darm meteen omgezet. In de homotoxicologie betekent ‘genezen’ vrij worden van giften. Gezondheid betekent dus vrijheid. Alle beschreven bevindingen doen besluiten, dat de door islam en jodendom van religieus gefundeerde verbodsbepalingen op varkensvlees ook gelden voor onze westerse maatschappij. De regering zou hierdoor reusachtige ziektekosten kunnen vermijden. Om het lichaam van lang geleden belastbare stoffen te ontlasten, komt tegelijkertijd een natuurheelkundige behandeling in aanmerking.

 

Gezondheid hoogste goed

 

Wie geen varkensvlees eet, heeft doorgaans niet te kampen met een griepvirus. Door (overmatig) gebruik van chemotherapie, pijnstillers e.d. hebben de meeste mensen geen betrouwbaar afweersysteem meer. Alle andere hygiënische voorschriften moeten des te meer in acht genomen worden. Een biologisch correcte voeding en een gezonde levenswijze worden vooral aanbevolen. Een blindedarmontsteking is een reactie op een ontgiften, een proces ter verwijdering van de opgenomen giften (lymfatische reactie). Een ontsteking van de blindedarm wordt operatief verwijderd omdat een reactie in zo’n geval te gevaarlijk is. Natuurlijke middelen dragen ertoe bij het gifterrein af te voeren. Vermeldenswaard is dat vlees van everzwijnen even toxisch is als vlees van een gewoon varken, ook al bevat het everzwijn minder vet. Algemeen kan men stellen dat eten van varkensvleestoxinen dikwijls de veroorzakers is van vele ziekten. Een arts/genezer, die met de homotoxicologie vertrouwd is kan, de schade van zulke giften neutraliseren.

 

Terloops de vermelding, dat verscheidene wetenschappelijke studies de mythe van de gezonde speketende boer al lang ontmaskerd hebben. Ondanks de zuivere lucht is de plattelandsbevolking door het chronisch gebruik van varkensvlees eerder het ziekste dan het gezondste bevolkingsgedeelte. Dr. Reckeweg trof in zijn tijd in een afgelegen boerderij een gezin aan met een diversiteit aan kwalen. Uit een en ander blijkt dat, ondanks de schijnbare voordeligheid, varkensvlees uiteindelijk duur vlees is. Als men rekening houdt met alle ziekten, medische ingrepen, chemotherapeutica en vroegtijdige invaliditeit, dan is varkensvlees achteraf gezien dus prijzig vlees. Vooral gezien de kosten van de gezondheidszorg. Net als met het islamverbod om geen varkensvlees te eten, zullen de positieve consequenties van dergelijke absolute maatregelen slechts over generaties duidelijk worden. In deze optiek valt ten slotte nog te vermelden, dat de mens normaal een biologische leeftijd van ongeveer 120 jaar mag verwachten. Want in gebieden waar geen varkensvlees wordt gegeten, bijvoorbeeld in de Kaukasus, in Turkije en in andere klimatologisch niet te zwaar belaste islamlanden, treft men vaak oudere mensen aan van 100-130 jaar, die zich nog in goede gezondheid bevinden en nog heel wat kunnen presteren.

Jeuk door varkensvlees

 

Er bestaan nog genoeg andere feiten over varkensvlees, dat rijk is aan groeihormonen. Varkensvlees is de feitelijke veroorzaker van ontstekingen en weefselveranderingen en bij overmatig gebruik zelfs leiden tot verwekking van kanker. Gerookt varkensvlees bevat kankerverwekkende ‘benpyrenstoffen; de ouderwetse vorm van gerookt vlees verdient de voorkeur want deze bevatten geen toxische stoffen. Diverse huidkwalen worden veroorzaakt door het eten van varkensvlees, vooral kinderen zijn er gevoelig voor. Dit kan homeopathisch aangepakt worden. Worst, spek, kalfsleverworst en lyonen dienen weggelaten te worden, omdat in bijna elke worstsoort varkensvet verwerkt is. Ontstekingen en jeuk door het eten van varkensvlees berusten op histaminestofjes en andere chemische reacties. Histamine-injecties zijn niet ongevaarlijk en deze veroorzaken vele kwalen zoals maagzweren en jeuk, ontstekingen, hooikoorts, allergieën, hartaritmie, hartinfarct, astma, hooikoorts en neusholteontsteking. Mensen die aanleg hebben voor een hartinfarct zouden dus nooit varkensvlees moeten eten.

 

Varkensvlees bevat het griepvirus. Dit virus schijnt zich te nestelen waar het zich thuis voelt en voornamelijk in het bindweefsel van de longen. Daar blijft het zo lang verscholen tot er zich een gunstige gelegenheid voordoet om door te breken. In de herfst of winter flikkeren zulke griepepidemieën op. Deze worden veroorzaakt door verkeerde eetgewoontes, waaronder vooral het eten van varkensvlees. Bij koud weer is er behoefte aan vet, dat niet alleen dik maakt maar ook warm. In de herfst wordt dikwijls varkensvlees geconserveerd en in de winter slachtten de mensen vroeger graag een varken. Dan kon men al voorspellen, dat er in de daaropvolgende wintermaanden een griepepidemie zou volgen. Niet-varkensvleesetende landen in mohammedaanse en joodse landen, hebben nagenoeg geen last van griepepidemieën. De jeukverwekkende werking van varkensvlees is veelal het gevolg van histamine en imidazol. Varkensvlees veroorzaakt dikwijls ontstekingen, steenpuisten, negenogen, appendicitis, galontsteking, aderontstekingen, witte vloed bij vrouwen, abcessen en flegmonen, urticaria, eczeem, dermatitis en neurodermatitis. Bij oudere vrouwen deden de verschijnselen zich telkens opnieuw voor wanneer zij varkensvlees of strijkworst aten.

 

Nadelen van varkensvlees

 

De voor de hand liggende vraag naar het verschil tussen varkensvlees en ander vlees was vroeger niet zo eenvoudig te beantwoorden, omdat er destijds geen algemene calorieëntabellen bestonden. Later kon worden vastgesteld dat varkensvlees dubbel zo veel calorieën bevat als koolhydraten en eiwitten. Dit vlees wordt vooral bij consumptie van rijke voeding opgeslagen in het bindweefsel. Bij varkensvleeseters komt veel overgewicht voor. Dit hangt ook samen met andere belastende factoren uit de slijmdelen van varkensvlees en het kan slechts met grote moeite worden afgebouwd. Vet hangt altijd samen met cholesterol. Door toevoer van cholesterol worden de cholesterolmoleculen in het bloed gevormd en deze zijn weer verantwoordelijk voor een verhoogde bloeddruk, arteriosclerose, hartinfarct, doorbloedingstoringen van de coronaria en de periferie, vooral in combinatie met nicotine. Cholesterol speelt eveneens een rol in het ontaarden van kankercellen.

 

Consumptie van varkensvlees lokt groot gevaar uit om zwavelrijke bindweefselsubstanties te vormen. Dat zijn mycopolysacchariden zoals aminosuiker, chondroitinesulfaat, hexosamine en glucosamine, die zeer slijmig zijn. Zulke slijmstoffen zijn worstfabrikanten zeer welkom. Met deze slijmstoffen de in varkensvlees aanwezige substanties, kan smeerbare worst worden gefabriceerd. Een en ander heeft tot gevolg, dat varkensvleeseters dikwijls een typische opzwelling van bindweefsel vertonen. Het bindweefsel zuigt in dit geval water op en de varkensvleeseter krijgt dan op den duur vetkussentjes. Er komt opstapeling van slijmsubstanties in pezen, gewrichtsbanden en kraakbeen, wat leidt tot reuma, artritis, artrose en tussenwervelproblemen, omdat de stevige bindweefselsubstantie door varkensvleesverbruik verslijmt, verweekt en tot weinig weerstand in staat is.

 

Prof. Bier, die met zwavel op proefdieren experimenteerde, kwam tot de conclusie, dat kraakbeen vaster is en meer weerstand biedt naarmate het ook minder zwavel bevat. Varkensvlees bevat evenwel zeer veel zwavel. Patiënten die veel rugspek van varkens consumeren, hebben een typische ´speknek´. Varkensvlees is rijk aan groeihormonen en een oorzakelijke factor van ontstekingen en weefselzwelllingen. Het draagt bij tot het ontstaan van ‘acromegalie’ (vooruitstekende kin) en het verhoogt vetlijvigheid, ook bij personen met aanleg tot kanker en terugkerende toxinen ten gevolge van chemotherapie.

 

Klierziekte door het eten van veel varkensvlees

 

In de middeleeuwen deed men anatomische oefeningen op varkens omwille van de aan de mens verwante innerlijke bouw. In Polynesië noemden kannibalen hun slachtoffers ‘lange varkens’, vanwege de overeenkomstige smaak. De verwantschap tussen varkens en mensenvlees vergemakkelijkt de biochemische uitwisseling. Dat geldt zeker met de constatering van prof. Lettré, dat moleculen zich verplaatsen naar de plek, waar ze biologisch thuishoren. Omgekeerd geldt dat stevig menselijke weefselelementen worden ingeruild voor de slijmachtige stoffen van het varken. Hierdoor verslijmt het bindweefsel van de mens in de mate waarin het met varkensvet wordt verrijkt. De varkensvleesverbruiker gaat op de lange duur zelfs uiterlijk lijken op het dier waarmee hij zich voedt. In dit verband mag nogmaals gewezen worden op kinderen met scrofulose, een ziekte van chronisch ontstoken lymfklieren.

 

Het lichamelijk afweermechanisme richt zich speciaal tegen varkensvet. Het vet wordt na splitsing en resynthese in de darm opgenomen en komt in de lymfvaten terecht en vervolgens komt het via de lymfklieren in de borst-lymfekanalen (ductus thoracicus) en mondt het uit in de bovenste holle aders. De lymfen en speciaal de lymfklieren die de toxinen filteren en ontgiften, raken overbelast, want de subtoxische vettige slijmmengsels in varkensvet veroorzaken een overmatig functioneren, wat aanleiding geeft tot ontstekingen van de lymfeknopen. Het vet wordt na de splitsing in de darm opgeslagen en komt in het bindweefsel terecht. De ontsteking van de lymfeknopen komt door een versterkte fysiologische functie en veroorzaakt symptomen zoals zwelling en vergroting van de klieren, koorts, verettering, fistelvorming en huidverschijnselen zoals eczeem. De hydrogenoïde aanleg kan vanwege de grote gevoeligheid voor vocht en koude, zulke symptomen nog meer verergeren. Klachten zoals navelkolieken, mesenteriumklierzwelling, hilusklierzwelling zijn vaak waar te nemen en vormen een begin van een scrofulose. De hilusklierzwelling kan zelfs overgaan in een hiluskliertuberculose, vooral na het onderdrukken van koorts.

 

Is varkensvlees duur?

 

Bij personen met nekklachten zien we vaak in het nekgedeelte een steenpuist of een zweetklierabces. Sportlieden die ongezond zijn en bovendien regelmatig varkensvlees eten, zullen nooit uitzonderlijk presteren en ze worden gauw moe, dik en krijgen een slechte conditie. Varkensvlees is de beste bacteriekweker en viruskweker. Ook wild varkensvlees is giftig, hoewel minder vettig. Het vlees veroorzaakt ettervorming. Men krijgt er mee-eters of puistjes van, ook van ham, spek, worst, lyonen, witte worst en kalfsleverworst. Ze maken het bloed ziek. In zulke voedingsproducten is meestal varkensvet verwerkt. Vaak wordt er dan gezegd: ‘Mijn grootvader van negentig eet nog dagelijks spek en rookt nog steeds zijn pijp!’’ Onderzoek geeft echter aan, dat er meestal toch iets aan de hand is. De medische wetenschap vindt een dergelijke uitspraak een fabeltje.

 

Een varken heeft veel histamine en ontstekingsstoffen in zijn lichaam die hem tot krabben dwingen. Zulke ontstekingsstoffen eet de mens tijdens een koteletmaaltijd op. Varkensvlees is uiteindelijk geen goedkoop vlees, want het wordt door het ‘goedkope’ vaker gegeten, om tenslotte op een later tijdstip zijn ziekte te betalen. Het joodse en islamitische volk heeft door de eeuwen heen een sterk lichamelijk gestel gekregen, omdat het geen varkensvlees eet. Zij leveren culturele en economische prestaties. Veel koks in Duitsland verbeelden zich, dat door het meekoken of meebraden van spek, ham of worststukjes de gerechten smakelijker gemaakt kunnen worden. Als men lange tijd geen varkensvlees eet, zal het genot ervan, ook al zijn de hoeveelheden nog zo gering, als gift op het lichaam reageren. Dan worden de allerzwakste lichamelijke plekjes in het lichaam weer bemerkbaar. Als men zich dus onthoudt van varkensvlees, zal het lichaam niet meer door zijn toxinen aangedaan kunnen worden.

 

De volgende vleessoorten zou men verder moeten vermijden: zwijn, wildzwijn, haas en konijn. Met mate te gebruiken: rund, kalf, schaap, gevogelte, ree en hert. Resumerend kunnen we zeggen, dat de toxische factoren van varkensvlees altijd blijven voortwoekeren, vooral de hormonale belasting, aangevuld met groeihormonen en de neiging van de daarop gebaseerde ontstekingen. Pas vooral op met sausjes in restaurants, want daarin is vaak varkensvet verwerkt.

 

Naweeën van varkensvlees

 

Belastende substanties die in varkensvlees nestelen, zijn van kankerachtige oorsprong en deze worden aangetroffen in het bloed (endobionten) volgens dr. Enderlein. Er zijn nog meer beestjes aan te treffen zoals de siphonospora polymorfa van dr. Brehmer en de erytrocyteninsluitingen van dr. Scheller. Het staat nog niet vast in hoeverre de verschillende stoffen identiek zijn en of ze bij het ontstaan van kanker als initiatoren te beschouwen zoals de Russische onderzoeker Speransky beweert. Een zeer belangrijk toxische factor in varkensvlees is het griepvirus, dat volgens prof. Shope uit Londen in de varkenslongen ‘overzomert’ en ook in worst wordt meeverwerkt. Wie varkensvlees of varkenslongen als bereide worst consumeert neemt daarmee dat griepvirus in zich op.

 

Een griepvirus verplaatst zich naar de plek waar het biologisch thuishoort: de longen. Daar houdt het zich voorlopig koest, tot er zich een gunstige gelegenheid voordoet door vitaminetekorten en stresssituaties en het eten van veel varkensvlees. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog volgde een grote griepepidemie die veel dodelijke slachtoffers eiste. Het uitgehongerde volk werd toen overstroomd met Amerikaans spek, dat als eerste calorierijke voeding ter beschikking stond. Griepepidemieën (later ook de Spaanse en Mexicaanse) kunnen evenwel het gevolg zijn van gebruik van paardenvlees of andere vleessoorten, die met een virus besmet kunnen zijn. Epidemieën komen voort uit verkeerde voedingsgewoontes en voeding waarin een virus schuilt. Het aantal dodelijke slachtoffers in de Eerste Wereldoorlog lag veel lager dan bij varkensvleeseters aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, waar het aantal doden aanzienlijk hoger lag.

 

Varkensvlees is goed mits...

Kritiek op voedselvoorschriften van Mozes

 

Een vraag van een Romeinse herbergier

Waarom eten de joden eigenlijk geen varkensvlees, dat toch duidelijk beter is dan schapenvlees? Waarom heeft Mozes hun dat verboden? Wij Romeinen verstaan de kunst om het vlees van varkens goed klaar te maken, we eten het en wij worden ouder dan de joden. Ik denk dat de goede Mozes met dat verbod een grap met het volk heeft uitgehaald. Hij was in alle Egyptische mysteriën ingewijd en heeft goed inge­zien dat zijn stamgenoten in Egypte louter varkens zijn geworden, en wij Romeinen maken daar grapjes over en zeggen: Mozes heeft ingezien dat dit volk tot de allerlaagste diepte van vuiligheid is vervallen, en om te zorgen dat het niet nog vuiler wordt mag het geen varkensvlees eten, omdat het toch al vuiler was dan het smerigste varken. En ik denk dat Mozes helemaal gelijk had; want dat volk in Egypte dacht aan niets anders dan aan één stuk door te vreten. Er was tenslotte geen enkel dier meer veilig voor hun vraatzucht. Maar Mozes, die immers zelf een jood was, had erbarmen met dit volk en had voor alles regels opgesteld om dit volk tot zijn vroegere gezondheid en nuchterheid terug te brengen; want hij, die in alle Egyptische wetenschappen en geheimen ingewijd was, was zich heel goed bewust wat hij moest doen om zijn in ieder opzicht aan lager wal geraakte volk in alle opzichten te redden, en hij maakte dus ook een voorschrift over wat het wel en niet mocht eten. In Egypte was, zoals al eerder opgemerkt, geen dier veilig voor hun vraat­zucht, alle soorten vogels in de lucht, alle soorten dieren op de Aarde en alle soorten dieren van de zee liepen gevaar, terwijl de oude Israëlieten en ook de oude Egyptenaren niets anders tot zich namen dan alleen het vlees van koei­en, kalveren, ossen en stieren, kippen, lammeren en geiten, enkele soorten goede vis, brood en wijn, en daar volkomen gezond bij bleven. Als de oude Egyptenaren en ook de oude Hebreeërs net als wij Romeinen geweten had­den hoe je varkensvlees moet klaarmaken, dat het de lichamelijke gezond­heid niet schaadt, evenals het vlees van verschillende andere vogels en ook dieren, zoals herten, reeën, gazellen en hazen, dan zouden ze daar ook gezond bij gebleven zijn, evenals wij.

 

Maar Mozes was, wat zijn opvoeding betreft, een Egyptenaar en heeft dus ook bij zijn volk, nadat hij het uit de klauwen van de Farao gered had, een lijst met voedingsmiddelen ingevoerd, die aan het hof van de Farao, waar hij geleefd had en opgevoed was, algemeen gebruikelijk was. Hij heeft die lijst met voedingsmiddelen, onder ons gezegd, mijn beste, wonderbaarlijke vriend, weliswaar een goddelijk tintje gegeven, omdat hijzelf in zeer nauwe verbinding met de Godheid zou hebben gestaan, en hij zei zelfs, dat iemand zich ook wat zijn ziel betreft, zou verontreinigen als hij ander voedsel tot zich zou nemen dan hij voorgeschreven had. Dat heeft hij waarschijnlijk gedaan om zijn volk des te bestendiger nuchter te houden; maar toch was hij er daar­na in de Arabische woestijn meer dan veertig jaar druk mee, eer hij het volk zover had geschoold dat het alleen bij deze voorgeschreven spijzen bleef. Maar daarmee had hij echt niet veel gewonnen, zoals wij Romeinen dat beoordelen; want hij had het volk te sterk en te streng gewend aan het hou­den van de uiterlijke normen en hij heeft het doen geloven, dat men ten aan­zien van een uiterst reine, goede en almachtige Godheid al helemaal genoeg gedaan had als men alleen de uiterlijke wetten in acht neemt en ik moet U eerlijk zeggen, mijn beste, wonderbaarlijke Vriend, dat hij zijn volk daarmee niet een hele, maar slechts een halve weldaad heeft bewezen. De beste wetten die hij gegeven heeft waren die, waarmee hij het volk weer met zijn God van Abraham, Isaak en Jacob heeft bekend gemaakt.

 

Wat echter die zogenaamde lijst met voedingsmiddelen alsook de oerou­de, weer opgefriste besnijdenis betreft, daar heeft hij naar mijn opvatting niet het beste mee bewerkstelligd; maar hij was over het algemeen van goede wil en heeft voor zichzelf als bevrijder van dit volk een eeuwig gedenkteken gevestigd. Maar als hij zijn volk meer met de wijsheid van de oude Egyptenaren bekend had gemaakt dan hij gedaan heeft, zou hij daar bij zijn volk een beter doel mee hebben bereikt dan met het verbod goed toebereid varkensvlees te eten. En ik heb de indruk dat dit ook de oorzaak er van geweest moet zijn, dat het volk Israël, zoals het in deze huidige tijd leeft, zo diep gezonken is. Wat voor raad zou U, wonderbaarlijke Meester, de mensen geven, met betrekking tot de vraag wat een mens al dan niet mag eten?'

 

Toen zei de Heer: “Het vlees van de varkens is goed. Maar men moet wel het geslachte dier heel goed leeg bloeden en vervolgens zeven dagen in zout en azijn met tijmkrui­den liggen. Daarna moet men het uit die marinade halen en het goed met linnen afdrogen, het vervolgens enkele weken in de rook van goed hout en kruiden ophangen tot het helemaal hard en volledig droog wordt. Als men het dan wil nuttigen, moet men het van tevoren koken in een deel water en een deel wijn met tijm en peterselie. Daarmee heeft men goede en gezonde voeding op tafel; deze dieren moeten evenwel steeds in de winter worden geslacht. Zoals dat met varkens het geval is, zo moet ook met de andere onreine dieren worden omgegaan, wil het vlees ervan, bij een matig gebruik, niet schadelijk zijn voor de mens. Wat evenwel voor de dieren van het land geldt, geldt ook voor allerlei gevogelte en voor allerhande zeedieren!" (bron: uit Genezing en Gezondheid – Jakob Lorber  GJE-8-hoofdstuk 239)