VALSE PROFETEN
Veelzeggende inhoudelijke verschillen bij Bertha Dudde en
Jakob Lorber – in het licht van de nieuwe Openbaring van Jezus via Jakob
Lorber. - Confrontaties - door Wilfried Schlätz
1.
Adam en Eva
Bertha-Dudde (BD):
God schiep (voor ca. 6000 jaar op veel verschillende
plaatsen op de Aardeoppervlakte telkens een eerste mensenpaar: Adam1,2,3
en Eva1,2,3 (WS) – ‘Ik schiep mensen in grote getale. – De
scheppingsdaad van de eerste mens herhaalde zich dus weer in gebieden, die voor
de afzonderlijke mensenstammen onbereikbaar waren. – En alleen, na weer lange tijd namen de
diverse stammen met elkaar verbinding op‘. (1)
‚En er werd verslag gegeven van de aardse ontwikkeling
sinds Adam en Eva, wat echter niet uitsluit, dat ditzelfde op andere gebieden
van de wereld zich afspeelde, die voor deze eerste mensen nog zo ver uit elkaar
lagen, en voor een deel waren gescheiden door de grote zeeën, zodat elk Rijk
een wereld op zichzelf was, waar de eens gevallen geesten volledig rijpten en
zich in de mensen konden belichamen.’ (2)
Jakob Lorber
(JL):
God schiep (voor ca.6000 jaar geleden) slechts een enkele
menselijk paar: Adam en Eva, waar alle
andere verdere mensen uit afstammen (WS) - "Er was in het begin alleen
maar één menselijk paar op de Aarde geplaatst en de man heet ‚Adam’ en de vrouw
‚Eva‘. Het eerste mensenpaar had vanuit God zeker de zuiverste en de
beste leer ontvangen en kon deze ook onvervalst aan al zijn nakomelingen
overbrengen; maar kijk eens naar de
mensen ten tijde van Noach 2000 jaar later, je ziet ze rondlopen als in de
meest kwaadaardige duivels’. (3), 8. GEJ 24,11
‚Alleen het eerste mensenpaar
ontving het lichaam uit de wil en de hand van God – alle andere mensen alleen
maar uit een moederlichaam’. (7.GEJ 121.7+12)
De gehele huishouding van God via Jakob Lorber
kent slechts een enkel en eerste menselijk paar: ADAM en EVA (WS) (6.GEJ
90,8)
‚Waren Adam en Eva de eerste
volledige mensen? Hoe ontstonden zij en wat ervaarden zij?‘ (GG)
2.
De
substantiële ziel
Bertha Dudde: ‚De ziel is het eigenlijke ‚ik‘ van de mens, dat zich
omvat in een materieel buitenomhulsel.‘ (5) – ‚En daarmee is ook de
ziel, het feitelijke ‚ik‘ van de mens…..die echter ook zonder het lichaam kan
existeren. P- En dit denkende, willende
en voelende iets – de ziel – beweegt zich na de dood in andere sferen, maar
steeds als hetzelfde wezen, dat voorheen het menselijk lichaam bewoonde; (6)
– ‚de ziel is het innerlijkste van de mens’. (10)
Jakob Lorber [JL]: ‚De
substantiële ziel of de natuurziel is niet het eigenlijke ‘ik’ van de mens.
De substantiële ziel staat eigenlijk ook niet op een hoger niveau dan een
apenziel. – en datzelfde geldt eigenlijk ook voor een aardsdomme… ‚wanneer wij
echter het leven en het zijn van de ziel nader bekijken, dan zullen wij ook
spoedig en gemakkelijk gewaarworden, dat ze nog als een substantieel
lichamelijk mensenwezen eigenlijk niets hoger stond dan bijv. hoogstens de ziel
van een aap.’ (7), 8. GEJ 24,11;
De ziel zonder de geest is dus gewoon
een stomme polairische kracht… Ze is te vergelijken met een aards wezen zonder
enig redelijk verstand – zie, datzelfde is de ziel zonder de geest’.
En deze genoemde bijna verstandloze
wezens hebben enkel en alleen maar een zielsleven, d.w.z., in hun ziel is of
een te zwakke geest of vaak ook helemaal geen geest beschikbaar’ (8) 2.
GS79,13+14 – Zie het artikel van K. Eggenstein over het geheim van de
ziel.
3.
De
geschapen essentiële geest
Bertha Dudde {BD]
Er bestaat geen geschapen geest [1,2] in de mens. De geest is het
ongeschapen goddelijke in de mens, d.w.z. dat deze geest direct aanwezig is in
de substantiële ziel – [WS]
„Wat is nu echter onder ‚geest‘ te verstaan? Het is de geest, het goddelijke in de mens –
hij is datgene, wat de mens als goddelijk schepsel kenschetst’. [9] ‘De
ziel verbergt in zichzelf het goddelijke – de goddelijke geestelijke vonk,
maar God Zelf legt deze geestesvonk in de mens – de zich belichamende ziel’. [11]
Jakob Lorber (JL)
De geschapen essentiële geest [1] is het echte zelf [ik] van de mens. Deze geest [1] werd ooit bij de val van Lucifer kwaad, en hij kan bij een
duivelse mens opnieuw boos worden. [WS}
"Onthoud dit goed! Ongeveer drie dagen vóór de geboorte wordt er direct
uit de allerfijnste en tegelijk ook uit een van de degelijkste substanties van
de ziel in het hartgebied, buitengewone fijne blaasjes gevormd, en in
deze blaasjes wordt er een ooit kwaad
geworden geest [1] gelegd, die volgens het wezen een goddelijke vonk is van
de goddelijke liefde. – Nu is deze geest nog dood, zoals hij al, verbannen
in de materie, daarin sinds zeer lange tijden was’. (12)
"Uit deze steeds groter wordende uitdaging…. gaat dan de dus meer en
meer wakker wordende geest over in een wraakachtig en zelfgenoegzaam gevoel.
In deze gevoelens wordt hij steeds meer tot een verachter van God
‚(duivel)‘. - [Redactionele
opmerking:met de laatste alinea wordt
bedoeld: ‘in het ergste geval!’
(13) 2.Geestelijke Zon. blz. 107,12
Zie ook het artikel van K. Eggenstein over geest en geestvonken.
Gerd Kujoth:
Bertha Dudde & Jakob Lorber
door Gerd Kujoth
In het JL-Bulletin van
mei 2017 bekritiseert Wilfried Schlätz de Openbaringen door Bertha Dudde, door
het volgende te schrijven:
„De BD-Godheid wordt
weliswaar uitgezonden, maar er ontbreekt het CENTRUM van de Godheid, van
waaruit dit wordt uitgezonden!’ (WS)
Commentaar: Meer dan
twintig keer is in de BD-teksten gesproken over de centrale plek van God, zei het
dan ook met andere woorden zoals: „krachtcentrum“, „krachtcentrum van de
eeuwigheid“, „krachtbron“, „het-leven-van-de-uitstralende-krachtbron’, ‘centrum
van al het licht en van alle krachtuitstraling“, „licht- en krachtcentrum van
eeuwigheid“, „oercentrum“, „oercentrum van licht en kracht“. In het volgende voorbeeld:
„God
is het krachtcentrum van de eeuwigheid, van
Waar alles uitgaat en tot Waar ook alles weer terugkeert naar de Goddelijke
eeuwige ordening. (BD 3636)
„Het
centrum van al het licht en van alle krachtuitstraling is God, de oereeuwige kracht, het oereeuwige licht. Alle stralen in het universum
gaan van Hem uit, en tot Hem stromen alle uitgegane stralen weer terug…. Maar
licht en kracht wordt niet zinloos uitgezonden, want de wijsheid van God heeft
voor alles zijn bestemming.“ (BD 1616)
Wilfried Schlätz: „De
BD-Jezus had geen volmaakte menselijke natuur, omdat Hij noch een echte
natuurziel noch een echt aards materielichaam bezat.‘ (WS) s
‚Zijn ziel was rein en
vlekkeloos, ze kwam uit de hoogste lichtsferen in de duistere, zondige
wereld’(BD) „De nooit gevallen Engel-ziel van de BD-Jezus was niet
zuiveringsbehoeftig. In haar woonde en woont niet de persoonlijk, ongeschapen
CENTRUM van de Godheid, omdat dit bij BD helemaal niet existeert!“ (WS)
Commentaar: Het Centrum
van de Godheid in de Openbaring bestaat via Dudde en dat blijkt hierboven al
door de citaten.
Wat echter de ziel van
Jezus betreft: ziel en ziel is niet altijd hetzelfde in de
Openbaringsgeschriften. Wie daar slechts naar de letter oordeelt, die gooit een
en ander door elkaar en komt tot een onjuist oordeel. Jezus zegt via Jakob
Lorber:
„(De Vader), die Mij
gezonden heeft, was weliswaar in Mij, zoals Ik in Hem, maar Hij was de Geest
van God als de Vader in eeuwigheid; Ik echter was en ben Diens ziel.
Deze bezit wel haar eigen kennis en bekwaamheid, zijnde de hoogste ziel en de
meest voleindigende ziel van alle zielen; maar toch mocht deze ziel niet doen,
wat ze wilde, maar alleen dat, wat Diegene, van Wie ze was uitgegaan, wilde.’
(EM 70,8)
Jezus zegt: ‘Noch Jehova in Mij, noch
Ik als ziel als Diens eeuwige Zoon, maar alleen dit lichaam als de
Mensenzoon, zal in Jeruzalem gedood worden, maar op de derde dag volledig
verheerlijkt zal opstaan en dan voor eeuwig met Hem één zijn die in Mij is en
Mij alles openbaart wat Ik als Mensenzoon moet doen en spreken’’… (GJE5- 246:17)
De ziel van Jehova is de
eeuwige Zoon of het Licht of de Wijsheid. Deze was rein en smetteloos, zoals de
Vader dat via B. Dudde zegt. De zielsbegrippen, zoals deze boven door de
Openbaringen via Dudde of Lorber waren geciteerd, zijn identiek en komen met
elkaar overeen, ook al ziet het er naar de letter niet zo uit. Alleen de geest
maakt levend. De natuurziel, die niet rein is, die Jezus ook had, moet daar
niet mee verward worden.
Het aardse lichaam van
Jezus, was volgens de Openbaringen van Dudde een echt stoffelijk lichaam, maar
was door de Heilige Geest op een geestelijke en zuiverste wijze verwekt.
Daardoor was het lichaam niet belast met zonden zoals bij andere mensen, die
belast zijn met de begeertevoortplanting en verdere verwekkingen. Dat is het
dan, wat Dudde over het vleselijk lichaam van Jezus moest omschrijven.
Ook Maria is op
geestelijke wijze, zei het niet op dezelfde manier, al verwekt geworden. Zonder
deze geestelijke verwekking had Jezus Zijn Verlossingswerk niet kunnen
volbrengen.
Gerard: Dank
voor deze verhelderende uiteenzetting. Ik heb nog wat Bijbelteksten aangehaald om
de boven omschreven context wat extra te benadrukken, aangaande de
zondeloosheid van Jezus.
Maria werd gevoed
door het Goddelijk bloed, en zo was ook het lichaam van Jezus
zonder zonden! Hij was volgens (1 Petr. 1 : 19) het Lam, dat onbevlekt was. (Hebr. 9 : 14). Jezus was dus niet pas na Zijn
lijden, sterven en opstanding zonder zonden en heilig, dat was Hij daarvoor al!
Handelingen 4 : 27 en 30 spreken twee maal over “Uw heilig Kind Jezus”, wat
aangeeft, dat Hij vanaf Zijn geboorte heilig, puur, zondeloos en vrij van
besmetting was. Vervolgens zegt 1 Johannes 3 : 5: “En gij weet, dat Hij
geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zou wegnemen; en geen zonde is in
Hem”. Juist omdat er geen enkele spoor van zonde aanwezig was in Hem
als onze Heiland, is Hij in staat om zondaren te redden. De vrouw van
Pilatus waarschuwde hem: “Heb toch niet te doen met die Rechtvaardige”
(Matth. 27 : 19). Een misdadiger aan één van de kruizen naast Jezus zei: “Deze
heeft niets onbehoorlijks gedaan” (Luk. 23 : 41). Zelfs de Farizeeën
konden geen fout in Hem vinden, en zochten nota bene naar valse getuigen om Hem
te veroordelen (Matth. 26 : 59).
UpToDate
2024-2025