De val der kerken
Het mensdom heeft allang handvatten aangereikt
gekregen [Van Bingen, Böhme, Swedenborg, Lorber, etc.] om een geheel nieuwe
grondslag van denken, geloof en leven in praktijk toe te passen. Degenen die
daarmee begonnen zijn, waren zich zeer bewust van het hoge geestelijke gehalte,
want het Christendom verloor door de tijden heen haar eigenlijke wezen.
Jeruzalem
De leefwijze van de huidige wereld [2020 en
verder] is uit haar voegen gebarsten. Zij noemt de natuur ‘God’ en weet niet
meer, wat God Zelf is. Want er is maar ÉÉN PERSOON, Die werkelijk G O D is, namelijk de Schepper, Verlosser en
Zaligmaker. De profeet Daniël en de evangelist Mattheüs beschrijven de
‘voleinding van de eeuw’ en doorgaans vertaald met het ‘einde van de wereld’.
Dit laatste betekent niet een vernietiging van de huidige wereld, maar een
afsterven van een uiterlijke christelijke kerk. En dan komt er weer een nieuwe
frisse kerk op de proppen. Zo is dat meerdere malen gebeurd.
Na dit ‘uiterlijk; leven is er nog een ander
bestaansleven: een definitief geestelijk leven, ontwricht van haar materiële
banden en de hoogte in de geestelijke sferen hangt af van zijn leven op aarde.
Swedenborg schrijf vaak in analogieën en zijn boeken zouden dan ook gelezen
kunnen worden in de denksfeer van ‘overeenstemmingen’. Men kan bijvoorbeeld een
paard tot het water leiden, maar het niet doen drinken. Geestelijk opgevat
betekent het paard hier ‘verstand’, het water als ‘gevoel’ en het drinken als
‘acceptatie’.
Als de Bijbel schrijft over zon, maan en sterren,
moet dit niet direct letterlijk astronomisch opgevat worden, maar de symboliek
staat voor ‘zon’ hier van ‘liefde tot de Heer’, de ‘maan’
het ‘geloof in Hem’ en de ‘sterren’
betreft ‘de kennis over Hem en Zijn koninkrijk’.
Als de zon verduistert, dan verkilt de liefde van
velen tot de Heer. [Matth.24:29,12] . De Heer beloofd, dat Hij Zelf opnieuw als
‘de Geest der waarheid’ weer opnieuw te zullen komen. Hij beloofde terug te
zullen komen ‘in de wolken’ [de Nieuwe Openbaringen van Swedenborg en Lorber]
en daarin ervaren we Zijn heerlijkheid. [Matth.24:30]
[Voor mij persoonlijk is het een vreugde – ja een
heerlijkheid, om deze boeken te lezen. Het is, alsof deze woorden op een
hemelse manier mijn hart doordringen.]
Er heeft al een Nieuwe Komst van Jezus
plaatsgevonden, door een Nieuwe Openbaring aan alle mensen, die het willen
ontvangen en de mogelijkheid daartoe krijgen van de geestelijke zin van het
woord. Daarin spreekt Jezus of de Heer als Waarheid direct tot elk mens, die
naar de waarheid verlangt en antwoord geeft op vele vragen, die de mensheid in
de vele donkere eeuwen hebben bestormd.
De Bijbel kent twee Testamenten: het Oude en
Nieuwe. Eerst verschijnt God en Heer ons in het OT als Schepper en belooft dan
als Verlosser [Heiland, Messias] te zullen terugkomen. Inderdaad verschijnt Hij
als Jezus in het NT en belooft weer opnieuw te zullen terugkomen als ‘Geest der
Waarheid. In Joh.16:25 zegt Hij: ‘Deze dingen heb Ik jullie in gelijkenissen
[overeenstemmingen] gesproken, maar…. De tijd komt, wanneer Ik niet meer in
gelijkenissen zal spreken, maar Ik zal jullie vrijuit van de Vader
verkondigen. Jezus belooft ons, dat Hij
de mensen niet zal achterlaten als wees, maar dat Hij zeker weer terug zal
komen! [Joh.14:18]
Nog steeds vragen veel mensen naar de ware
identiteit van God. Hoe lang heeft Hij dan wel bestaan? De Bijbel is daarover duidelijk en zegt in
Joh.8:58: ‘van eeuwigheid’! Hij is in alle tijden zonder tijden; en daarom zei
Hij ook: ‘voordat Abraham was, BEN IK!’ De Heer spreekt vanuit zijn geestelijke
Zon, die zuivere liefde is uit God Zelf, en die in het midden daarvan is, en de
uitstraling heet liefde en wijsheid. Wij mensen ervaren dat in stoffelijk zin
als de natuurlijke zon, die zuiver vuur is en daarom in zichzelf materie [dood]
is, en van waaruit materiële warmte en licht komt. Zie, beiden hebben
verwantschap: het Ene is het Leven Zelf, en het andere daarvan een materiële
weerspiegeling.
De sterrenhemel is onmetelijk groot. Het is zulk
een onmetelijk werk en dit kan niet bestaan ter wille van maar één enkele
aardebol, zoals onze aarde. Het Goddelijk Wezen is oneindig en myriaden van
aardbollen, allen vol inwoners, zijn door Hem geschapen. En we beperken ons
slechts tot deze aarde, terwijl er overal in het universum mensenwezens wonen,
zoals wij. Het menselijk geslacht is dus niet beperkt tot onze aardebol.
Het leven na de dood
Wat is de dood? Het loskomen van het aardse
lichaam en het geestelijke lichaam blijft over. Alles wat hij ooit gevoeld,
gedacht en gedaan heeft, vanaf het eerste tot aan het laatste moment van zijn
leven, neemt hij mee in het andere leven, dus naar gene zijde, De wereld der geesten is een tijdelijke
tussentoestand voorbereidend of voor het hemelse of voor de helse staat. Zij
die in de hel terechtkomen, dat gebeurt niet door toedoen van de Heer, maar
dezen zijn het zelf, die dat graag willen. Want het is uit barmhartigheid, dat
het door hen gekozen leven, hetgeen zij liefhebben, niet ontnomen wordt.
De vraag of er zo iets als een voorbeschikking
bestaat, is niet waar. Want ieder mens wordt voor de hemel geschapen, en zo
wordt ieder mens onophoudelijk door de Heer getrokken naar zijn bestemde
plaats, die de hemel is. Indien iemand er niet komt, dan ligt het aan hemzelf.
Paulus spreekt in 2 Kor.12:2-4 over de derde hemel: ‘Ik ken een mens in Christus.. die
opgetrokken is geweest tot in de derde heel.. in het paradijs, en gehoord heeft
onuitsprekelijke dingen, die een mens niet geoorloofd is te spreken.’
Gelijk in de natuurlijke wereld, bestaan daar ook
een natuur, steden, huizen, kleding, werkzaamheden, literatuur, etc., maar
alles is daar geestelijk en veel volmaakter. De engelen zien de Heer in de
geestelijke Zon als Mens, omringd met zonnevuur. Zij worden ook in alles van hun
prachtige omgeving en in elk ding van hun leven het Goddelijke duidelijk
gewaar. Deze innerlijke waarneming is hun grootste vreugde. De tweede kerk.
De val van de kerken
Het eerste geestelijke geslacht kwam uit Adam en
werd de oudste kek genoemd, dat een hemels leven leidde op deze aarde. Door de
oude schrijvers werd hun tijd het ‘gouden of ‘Saturnus tijdperk’ genoemd, ook
wel de eeuw der onschuld, die werd aangeduid met het hoofd van goud in het door
koning Nebukadnezar geziene droombeeld. De oude kerk was een geestelijke kerk.
Na de zondeval van Adam en Eva en de zondvloed, kwam er een nieuw tijdperk,
gezien door Nebukadnezar een mens met een zilveren borst. Door de oude
schrijvers werd deze tijd het zilveren tijdperk genoemd.
De mensen na de val hebben kennis genomen van God
door een geschreven Woord, bestaande uit de hun door hun voorouders
overgeleverde leringen. De mensen vóór de val konden van binnenuit [innerlijk]
zien wat waar is. De mensen na de val konden van buiten af [uiterlijk] zien dat
iets waar is. De in het OT vermelde boeken zoals ‘de oorlogen van
Jehovah’, ‘de uitspraken’ en
‘Jasjer’, behoorden daartoe en bevinden
zich, daar het verloren werd, zich ergens in Groot Tartarije. [Num.21:1,27 –
Joz.10:13, - 2 Sam.1:18]
De derde kerk, of de tweede oude kerk, was een
geestelijke [innerlijke] en natuurlijke [uiterlijke] kerk. Door de oude
schrijvers werd haar tijd de koperen eeuw genoemd, die ook in het door
Nebukadnezar geziene beeld werd uitgebeeld met dijen van koper. [Dan.2:32] –
Met Heber [van het Hebreeuws!] begon de derde kerk. Haar eredienst bestond
voornamelijk uit uitwendige dingen, zoals beelden, rituelen, priesterschappen,
voorschriften, enz., maar zij bekommerde zich niet zozeer om de innerlijke
dingen, die door de uiterlijke werden aangeduid. In de loop der tijd begonnen
de mensen de overeenstemmingen [analogieën] te vergeten en daarmee de
geestelijke betekenis van de uitbeeldingen in hun eredienst en in hun Woord.
Toen vingen zij aan de beelden zelf en de dingen in de natuur te aanbidden en
offers te brengen De ware geschiedenis
in de Bijbel begint in het OT na Heber; daarvoor is alles verdicht
[gecomprimeerd weergegeven] of uitbeelden geschiedenisverhaal. Gelukkig weten
we uit ‘de Huishouding van God’, dat vanaf Adam en Eva zich degelijk een
historische ontwikkeling heeft voorgedaan, echter zoals gezegd – versleuteld in
de Bijbel weergegeven, daar zij zoveel geestelijkheden bevat, wat niet in de
Bijbel mocht en kon opgenomen worden.
Met Abraham kwam de vierde kerk op deze aarde,
bedoeld met de schenkel van ijzer in het beeld gezien door Nebukadnezar
[Dan2:33] en de ijzeren eeuw. Van haar staat geschreven: ‘ik wist dat gij hard
zijt, en uw nek een ijzeren zenuw is, en uw voorhoofd koper. [Jes.48:4]
Bij de goede gelovige mensen ging het innerlijke
zelfs verloren en zij werden steeds meer verhinderd om de invloeiing van liefde
en geloof uit God door de geestelijke wereld heen, op te nemen. Omdat steeds
meer helse gezelschappen de lagere gebieden van die wereld innamen en zich
aldus, gelijk wolken, tussen God en het mensdom plaatsten. [Jes.59:1,2] –
symboliek van de film: ‘in de ban van de ring’. Zij waren de geesten van
overleden boze mensen en zij beïnvloeden de mensheid en het weer.
De verlossing
Het Nieuwe Testament leert, dat Jezus God en de
Schepper was. Want in Joh.1:10 staat: ‘Hij was in de wereld, en de wereld is
door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem niet gekend. God kon in de
vleeswording van Jezus op aarde zijn, en toch overal tegelijk zijn. Hij heeft
het natuurlijk menselijke in Zich aangenomen. De ontvangenis van Hem is
neergedaald als het Goddelijk Ware of de Bijbel, het Woord en tenslotte als een
zuiver Goddelijk zaad in de baarmoede van Maria is ontvangen. [Matth.1:18,20,23
– Luk.1:35, - Joh.1:14]
De Heer kon zichtbaar worden voor iedereen door
het menselijke aan te nemen, het erfboze aan te trekken en daardoor de hellen
ontmoeten en onderwerpen, dat menselijke met het Goddelijke verenigen, en zo
voor Zich een weg tot de mensen openmaken. Door gelijktijdig een mens, de
werking daarvan in Zijn gemoed toe te laten en verzoekingen te ondergaan, en
daardoor uit eigen macht de orde in de geestelijke wereld te herstellen.
De Heer werd Jezus Christus genoemd, de Zoon van
God, in plaats van Jehovah God Zelf. Maar als er gezegd zou worden, dat Jezus
Jehovah Zelf was, zouden zij het niet aangenomen noch geloofd hebben; bovendien
werd de Heer ten aanzien van het Menselijke niet Jehovah genoemd, dan toen Hij
het Goddelijk met het Menselijk Wezen en het Menselijk met het Goddelijk Wezen,
geheel verenigd had. Na de allerlaatste verzoeking, welke die van het kruis
was, zeiden de discipelen na de wederopstanding van Jezus Hem nu geen Jezus,
maar ‘Heer’ noemden en Thomas zei in Joh.20:28: ‘Mijn Heer en mijn God!’ Ook
Jezus moest in Zijn mens-zijn [het menselijke] weer contact zoeken met het
‘Goddelijke’ in Hem en raakte steeds meer in Zijn vroege kindsheid tot dit inzicht.
Omdat Jezus in een tijd van verzoeking in Zijn
menselijke staat was en Zich als mens voor het schijnbaar afwezige Goddelijke
vernederde. Na alle verzoekingen echter werd Zijn Menselijke volledig Één met
het Goddelijke en daarin opgenomen. Hij zei immers: ‘van nu aan, kent gij [de
Vader] en Hem hebt gezien. [Joh.14:7,9]
Hij is nu door Zijn Goddelijk Menselijke
onmiddellijk of direct tegenwoordig bij de engelen des hemels en de mensen der
Kerk. Tevoren was Hij indirect aanwezig. Voor Zijn komst werd de Heer slechts
vertegenwoordigd of uitgebeeld, en verscheen Hij door engelen, die van Zijn
Goddelijke werden vervuld.
De Wederkomst
God heeft de wereld zodanig liefgehad, waardoor Hij
Zijn ‘eniggeboren Zoon’ gegeven heeft. [Joh.3:16] Dat betekent Zijn Menselijke,
waardoor Hij Zichzelf in de wereld gezonden heeft. De Oneindige God, Die het
Leven Zelf is, kan Zich immers niet zó voortplanten, dat er twee Oneindige
Goddelijkheden zijn; maar Hij kan wel het Menselijke aantrekken. Daarom staat
dat de ‘Zoon’ genoemd zou worden ‘God-met-ons’. [Jes.7:14] Zo we niet heeft, ook hetgeen hij meent te
hebben zal van hem genomen worden.
[Luk.8:18]
De komst van de Zoon des mensen in de wolken des
hemels met kracht en grote heerlijkheid. [Matt.24:30] – Een komst van de Heer
als het Woord [de Openbaringen]. De ‘wolken’ zijn de letterlijke zin daarvan,
die duister schijnt vanwege een natuurlijk denken. De ‘kracht en heerlijkheid’
betekenen de innerlijke zin, die helder is vanwege het zuiver Goddelijk ware
daarin. De tweede komst van Jezus Christus als Heer was nodig in een Nieuwe
Openbaring van het Woord, om de verworpen hoeksteen te herstellen; en om in
geestelijke wereld het laatste ‘oordeel’ te volbrengen op de hellen de, vanwege
de verwerping daarvan door de tempelbouwers, hun voormalige kracht herwonnen en
tenslotte, om de nieuwe hemel en de nieuwe waarlijk christelijke kerk op te
richten. Dit gebeurt nu al in het verborgen en zal zich de komende decennia
voltallig manifesteren voor de gehele wereld. [zie ook: Matth.21:42]
De leer van de nieuwe kerk was al in het OT
voorzegd. Haar leer is bedoeld in de droom van Nebukadnezar met het koninkrijk
van de grote steen, die tot een berg werd, en de gehele aarde vervulde.
[Dan.2:35,44, Dan.7:13,14] – Het ware van het Woord vervalst, zodanig als in de
jongste eeuwen is geschied, sinds de eerste komst van de Heer tot nog toe.
Onder de grote steen wordt de Heer als Heiland Jezus Christus bedoeld. Ten
aanzien van Zijn Goddelijk Menselijke, Wiens koninkrijk niet zal vergaan in
alle eeuwigheid. [Openb.19:9] In het NT is de nieuwe kerk voorzegd. Zij wordt
bedoeld in de Openbaringen van Johannes, waar de vrouw bekleed is met de zon,
de maan onder haar voeten en een kroon van twaalf sterren op har hoofd, die
door de draak werd vervolgd. Evenzo met de heilige stad, het Nieuwe Jeruzalem,
die de Bruid en Vrouw van het Lam werd genoemd.
De Bijbel of de heilige Schrift
De Bijbel en de Nieuwe Openbaringen is het
Goddelijk Ware zelf, waardoor alle dingen zijn gemaakt, waarin de Goddelijk
Wijsheid en het Goddelijk leven is. [Joh.1:3]. De Bijbel onderscheidt zich van
andere verlichte geschriften, want een continue Goddelijke inspiratie is
zodanig nodig, dat de letter tot in elke jota en tittel daarvan heilig is en
een inwendige zin of betekenis heeft.
[Matth.5:18] Het doel van het Woord is de verbinding van God en de mens
of van hemel en aarde. De Heer wil Zijn kerk reinigen door deemoediging,
correcties en nederlagen, allerlei soorten vernederingen – want deze helpen de
zondaar hem begrijpen, zich te bekeren en te verbeteren.
Zoals altijd vindt de hemelse werken in stilte
plaats, terwijl de wereldse werken luid op de voorgrond staat. Dit resulteert
in misleiding en teleurstellingen. Ondanks dat gaan de innerlijke veranderingen
van de kerk door, waarop noodzakelijkerwijs een uiterlijke daarop volgen moet,
en dit komt volledig overeen met de echte profetieën over de toekomst van de
kerk. Deze profetieën stellen dat een 'nieuwe kerk' zal ontstaan uit de oude.
Romeinen 11 handelt over deze dingen.
De Nieuwe Openbaring is niets anders dan die door
de heilige Schrift gegeven en door de grote kerken vertegenwoordigd, maar de ene,
eeuwige waarheid wordt opnieuw geopenbaard, gereinigd, aangevuld, uitgebreid,
verdiept en verlicht. Deze kerk is het wonderbaarlijk toegenomen brood des
levens voor de geestelijke hongersnood van onze tijd en daarom behoort het in
de handen van degenen die geroepen zijn om het brood des levens uit te delen:
geef hun te eten! De herders kennen hun kudde en weten het beste hoe ze het
nieuwe in een geschikte vorm en in een gezonde dosis moeten geven, en we kunnen
er zeker van zijn dat het aantal van degenen die dit al in het verborgen doen,
voortdurend toeneemt.
Het boek: Geschenken uit de hemel, deel 1, [20-8-1840] verwoord : Maar Ik zeg jullie dat jullie in jezelf
geboren en gedoopt bent, daarom zouden jullie niet naar vernietiging moeten
verlangen, maar naar genezing. Ik geef je de balsem en genees de erfelijke
problemen in je. Als je nu volgens de gegeven regels leeft, dan zullen jullie
de kerk achten. En als ze wonderbaarlijke dingen in jullie ervaren, zal ze zelf
naar de balsem verlangen en stilletjes veel van haar wonden genezen. Maar als
jullie terug wilt vallen, dan zullen je broeders weinig zegen ontvangen!
Het pas geopenbaarde Woord van de Heer zal op geen
enkele andere manier de kerk binnenkomen dan door mensen die deze eenheid in
zich hebben. De Heer van zijn kerk gaf eens het licht van de waarheid en een
grote schat aan genade! Daarom zegt Hij in een eerder geciteerde woord over de
houding ten opzichte van de kerk: ‘Kijk, de wijze man gaat de oude rommelkamer
binnen en vindt daar vaak grote schatten bedekt met het stof van de ceremonie.
Hij veegt het stof weg en legt het zuivere goud in zijn schatkist. Jullie doen
zo ook hetzelfde!
Degenen die dit advies opvolgen, zullen op een dag
ontdekken dat de oorspronkelijke waarheid van de ontstofte kerkschatten heel
goed gecombineerd kan worden met de nieuw geopenbaarde schatten, ook al wordt
het ons niet altijd gemakkelijk gemaakt om dit te erkennen. Zo zijn er in wezen
niet twee kerken: één innerlijke en een uiterlijk, maar de kerk van Jezus
Christus heeft een innerlijk en een uiterlijk leven, en deze horen bij elkaar;
het uiterlijke [gebouw] zou de zichtbare uitdrukking moeten zijn van het
innerlijke [hart].
Tenslotte eindigen met het derde deel uit Hemelse
geschenken [15-8-1840], deel 3 - Daarom blijft iedereen maar trouw aan
zijn kerk, en als een Romein 99 keer wordt gezegend, dan komt hij overeen met
gehoorzaamheid aan zijn kerk, en ieder ander maar één keer, aangezien hij een
zelfminnende rechter is, waarbij geen deemoedigheid en maar weinig liefde te vinden is. Voorwaar,
ik zeg u, het zal niet gemakkelijk zijn voor iemand om in welke sekte dan ook
tot mijn levende woord te komen, zoals alleen in de Roomse kerk, waar
gehoorzaamheid en de grootste nederigheid volgens mijn wil over het hoofd en het
hoofd worden gepredikt. Maar wat de ceremonies betreft, niemand zou erdoor
beledigd moeten worden; want daar leeft alles voor de levenden, alles is puur
voor het reine, alles is goed voor de gehoorzamen en alles is geheiligd voor de
nederigen.
[Andere bronnen: Swedenborg: Beknopte
uiteenzetting van de leer der nieuwe kerk; Coronis, of aanhangsel tot de ware
christelijk Godsdienst; Over de echtelijke liefde; Over de gemeenschap tussen
ziel en lichaam: Geestelijk dagboek; Over de hemel en de hel; De hemelse
verborgenheden; Over de Goddelijke liefde en wijsheid; Leer over het geloof;
Over het laatste oordeel; Over het Nieuwe Jeruzalem en zijn hemelse leer; Leer
over de heilige Schrift; Over de Goddelijke voorzienigheid; Verklaarde
apocalypse; De ware christelijke godsdienst. [Verdere bronnen: ‚Das neu geoffenbarte Wort
Gottes und die Kirchen‘: Margarethe Eckel]
UpToDate 2024-2025