Over inenting tegen pokken
[en
vergelijkbare INENTINGEN!]
Jakob
Lorber ontving van de Heer in 1841 het volgende over ‘inentingen’ – hij hoorde duidelijk een stem in zijn hart:
‘Wat
jullie zouden willen weten is enerzijds (praktisch gezien) iets heel onbeduidends,
zoals het ook in ander (geestelijk) opzicht van weinig betekenis is. Want neem
nu een boom die uit de grond een verderfelijk sap, dat helemaal niet bij zijn
wezen past, zou hebben opgezogen; jullie zullen dan al gauw aan de boom zien
dat zijn bladeren helemaal verdorren en verwelken en dat bovendien zijn
takken, knoesten en stam door allerlei onkruid en parasieten worden omgeven.
In zo'n geval zal ook iemand met slechts een oppervlakkige kennis van het
kweken van bomen zeker de conclusie trekken dat het enten met andere gewassen, die ieder op zich nog zieker en zwakker
zijn, de boom zeker niet gezond zal maken, maar dat het ene het andere
tenslotte totaal zal vernietigen.’
[Opmerking: in de natuurgeneeskunde bestaat de ‘orgaantherapie’, d.w.z.
dat de trilling en de gepotentieerde stoffen van een gezond orgaan hetzelfde
zieke orgaan bij iemand anders kan genezen; het zieke orgaan krijgt dan weer
gezonde impulsen en kan regenereren.]
De Heer: ‘Of zal iemand aan wie een of
ander gif werd toegediend wel door datzelfde gif worden genezen dat hem toch al voor driekwart van zijn
leven heeft beroofd? Als hem in zo'n geval nog iets van hetzelfde gif wordt
gegeven, dan zal het voldoende zijn hem nog van het laatste kwart van zijn
leven te beroven.’
[Opmerking: dit kunnen we relateren aan de meeste giftige medicijnen –
onverschillig of dit nu ‘echte’ of ‘onechte’ inentingen zijn. Iemand werd eens
door een varken gebeten en de man stierf 6 maanden daarna aan ‘tetanus’; hij had geen tetanusprik genomen!]
Verder zegt de Heer: ‘Of zouden
jullie je in geestelijk opzicht ooit een grotere dwaasheid kunnen indenken als
zo iemand tot een zondaar zou willen zeggen: "Luister vriend, ga maar door
met zondigen en je zult door middel van de zonden die erbij komen de andere
zonden zeker verdelgen. En als je iemand bent die ontucht pleegt, laat je dan
zo vaak je kunt je in je hartstocht gaan en je zult je ervan overtuigen dat je
juist op die manier het gemakkelijkst jezelf en je vlees zult kunnen
overwinnen.’
‘Zie, deze heeft (weliswaar) aan
de vriend een brave raad gegeven; hij is
op die manier door inenting van de zonde
in zijn vlees (werkelijk) de zonde kwijtgeraakt omdat de hartstocht en het
levend vermogen van het vlees zijn gedood.’
‘Maar vraag jezelf nu af of deze
mens nadat hij deze raad trouw heeft opgevolgd, de overwinning op het leven of
de overwinning op de dood heeft bevochten ? Is het dan niet duidelijk dat men
met het gereedschap van de dood nooit tegen de dood, maar beslist altijd alleen
maar tegen het leven strijdt?’
‘En wie met deze wapens de
overwinning over zijn vlees heeft bevochten, die heeft waarlijk het leven
gedood en heeft op die manier aan de dood de overwinning geschonken.’
‘Want jullie moeten je herinneren
dat nog hier en daar onder het volk het spreekwoord over een oude hoer of een
oude bok bekend is: 'Kijk, hij of zij is op het goede pad gekeerd!' Nu vraag
Ik echter, hoe staat diegene tegenover het leven die de zonde op zichzelf reeds
slecht vindt ? Of is het voor de dood nodig de doden, die reeds lang zijn prooi
zijn geworden, gevangen te nemen ? Ik zeg evenwel: de dood gaat steeds over
het open veld van het leven en zoekt daar naar een rijke buit voor zijn
vertrekken van het eeuwige verderf.’
‘Indien iemand echter het leven wenst te behouden, moet hij vitaal met
de wapens van het leven tegen de zonde, die een vernietigend wapen van de dood
is, strijden. En degene die met het leven in zich een meester over de zonde is geworden
en deze in de volheid van het leven heeft overwonnen, die is dan een held, die
zich met het leven het leven heeft bevochten. En wie het leven geeft voor het
leven, die doet goed en is iemand die vol wijsheid, vol liefde en vol leven is.
Maar wie het leven geeft voor de dood, welk een dwaas is hij! En hoe weinig
moet hem het licht van het leven eigen zijn, die het licht ontvlucht en de
duisternis zoekt!’ [bijvoorbeeld bij euthanasie]
‘O zie, precies zo staat het
ervoor, als jullie het aldus willen beschouwen met het voorkómen van pokken
door middel van inenten. Want pokken
zijn een overgeërfd kwaad dat op de ontucht van oeroude geslachten betrekking
heeft en dat gedurende bepaalde perioden bij de jongste nakomelingen tot volle
ontwikkeling komt.’
[Met betrekking op pokken en andere huidverschijnselen zoals
moedervlekken, kan hier een verwijzing gedaan worden naar een ander deel in
Jakob-Lorber, en wel met name in het boek: ‘Aarde en Maan’]:
‘In deze tijd moet
de moeder zich in het bijzonder van alle begeerten en prikkels onthouden, want
die zijn meestal van de hel afkomstig, en overal waar de moeder zich in een
dergelijke geprikkelde toestand dan bezeert, daar wordt als tegenovergestelde
pool de in de ziel gelegde geest geprikkeld en dit tekent de ziel op de overeenkomstige
plaats. Deze tekening van de ziel drukt zich dan ook op het lichaam af, daar
komen bij kinderen de zogenaamde moedervlekken vandaan.’
‘Dat zo'n teken slechts plaatselijk is en maar een heel
kleine plek en niet op de hele ziel en daarna op het hele lichaam inwerkt, dat
bewerken de geesten. Zou dat niet het geval zijn, dan kon door zo'n
onvoorzichtige aanraking en de daarop volgende algehele brandmerking van de
hel de hele ziel bedorven worden en kon daarop de dood van het lichaam volgen
en dat is juist de bedoeling van de hel.’
‘Daarom moet iedereen zich enigszins in acht nemen voor
dergelijke mensen die veel en grote moedervlekken op hun lichaam hebben zoals
hierboven beschreven werd. Want niet zelden worden de specifica van de hel meer
of minder in zo'n wezen gewekt en zijn ze eenmaal gewekt dan is zo'n individu,
dat veel van dergelijke grote tekenen op zijn lichaam draagt, niet zelden op
een of andere manier boosaardig. Of zulke mensen geloven dan niets of ze zijn
aan ontucht overgeleverd of hebben een slechte reputatie en de volgende
waarschuwing geldt hier: "Neem je in acht voor de getekenden!" Want
de hel tekent alles wat ze geeft, zodat het haar niet kan worden afgenomen,
opdat ze hetgeen haar toebehoort weer na afloop van de vastgestelde tijd
herkent om het rechtens terug te nemen.’
‘Het gaat daar net
zo toe als in de wereld. De hemelse mensen geven hun bezittingen ook zonder
schuldbewijs aan hun broeders of zusters; want ze geven het om het niet weer terug
te nemen - en dan komt er ook nooit een proces.’
‘De mensen van de wereld geven ook wel, maar nooit zonder
schuldbewijs en zegel, zodat ze het na de verstreken tijd weer terug kunnen
nemen; en kunnen de schuldenaars het hun niet meer terugbetalen, dan komt er
een aanklacht en een proces - en dat is hels, want de hel klaagt en procedeert
eeuwig.’
‘Toch moet je de
moedervlekken niet al te ernstig nemen; want als ze klein en heel sporadisch
aanwezig zijn, dan hebben ze weinig of helemaal geen betrekking op het
hierboven beschrevene. Zoals hierboven al werd aangetoond, verhinderen de
beschermende geesten, die het werk leiden, dit boze optreden van de hel; en als
een kind gedurende de strijd tussen de goede en de boze geesten soms een
merkteken krijgt, dan zijn dat alleen maar stigmata die geen gevolgen hebben,
omdat de helse specifica van hen zijn weggenomen.’ [Aarde en Maan, hfdst.51:
8-13]
‘Er bestaat niet de geringste
overeenkomst met de kwaal die we ook bij dieren, onder dezelfde naam,
tegenkomen en dan vooral bij het rund, de schapen en de geiten, en die door de
steek van een bepaald insect wordt veroorzaakt. Hoe moet derhalve de etterachtige stof uit de pokken van koeien
beschermen tegen de zogenaamde pokken bij mensen? Ik zeg jullie deze
behandeling heeft nog nooit de vruchten afgeworpen waarvan de dwaze mensheid
heeft gedroomd. En het vermeende succes heeft geen andere reden dan: óf het
door deze behandeling in de hand gewerkte en gefixeerde bijgeloof, hetgeen
echter steeds minder vaak voorkwam, omdat nu trouwens bijna elk geloof bij de
mens is verdwenen en in plaats daarvan het zogenaamde zuivere weten (?!) is
gekomen, óf zo'n behandeling is verricht bij kinderen die toch al hun hele
leven lang uit meerdere overwegingen ervoor
gespaard hadden kunnen blijven, dat wil zeggen, juist de generatie die met
de kiem van dit kwaad is behept heeft zich nog geen rijp oordeel kunnen vormen,
óf de kinderen waren totaal niet met de kiem van dit kwaad behept.’
‘Zie, indien ergens bij zulke
kinderen zo'n dwaasheid zou worden ingeprent, dan konden ze weliswaar
gemakkelijk getuige zijn van de onfeilbaarheid van deze behandeling. Degenen
die ingeënt waren konden echter daarentegen gedurende het heersen van zo'n
kwaal hierdoor net zo goed worden getroffen als diegenen bij wie zo'n behandeling
niet werd toegepast. Dat men dan echter
van de kant van de artsen deze echte pokken niet voor pokken, maar voor een
ander slim verzonnen eczeem heeft uitgemaakt, gebeurde, zoals gemakkelijk valt
te raden om de eer van de artsen te redden.
[opm. ook tegenwoordig wordt
in de geneeskunde regelmatig een ‘vage’ diagnose gesteld als ‘verlegenheids
diagnose’!]
De Heer: ‘Vraag jezelf nu af,
wanneer je uitgaat van wat Ik jullie hier heb gezegd en daarbij slechts een
kleine blik op jullie ervaringen werpt, waartoe deze mishandeling van de kinderen wel moge dienen. Dat zij geen
enkel nut heeft daarvan kunnen jullie je geheel verzekerd zijn. Dat zij echter in menig opzicht schadelijk
is voor het menselijk geslacht, de oorzaak is van een afgemat leven,
onlust, inactiviteit, uitputting van de meest actieve organen van leven en
vooral bij het vrouwelijk geslacht de zinnelijkheid bevordert, daarvan kunnen
jullie evenzeer verzekerd zijn.’
‘Want als je dat niet zou kunnen
geloven, ga dan bij de geschiedenis te rade en vergelijk jullie ingeënte nakomelingen en ook jezelf met
die generaties uit vroegere tijden, dan zal je toch vast en zeker het
huizenhoog verschil wat betreft de gezondheid en de natuurlijke levensduur
opvallen.’
‘Ik zeg jullie, indien je een
steen uitboort en in het uitgeboorde gat slechts één druppel bijtend gif doet,
onderzoek dan de steen na twintig jaar en je zult je er al gauw van overtuigen
wat voor een verderfelijke gevolgen deze druppel bijtend gif in de steen heeft
veroorzaakt, die toch zo is gemaakt dat hij duizenden jaren zou kunnen
trotseren.’
[Opmerking: vraag je dan ook hier eens af, wat al die tegenwoordige
‘vaccinaties’, die geen echte
‘vaccinaties’ meer zijn, UITEINDELIJK op langere termijn met het lichaam zullen
gaan doen?!]
De Heer: ‘Indien nu echter het
organisme van de mens met het bijtende zuurgif van het bederf wordt
ingeënt, dan zal het voor jullie niet moeilijk zijn op dit probleem het juiste
antwoord te vinden’ [Opmerkingen: in alle vaccinaties
zijn chemische substanties toegevoegd!]
‘Je zult Mij nu weliswaar vragen
en wel met recht om goede redenen of Ik jullie een ander middel zou willen
tonen om dit kwaad te verhinderen of het onschadelijk te maken, omdat Ik toch
als de enige Schepper van de gehele natuur deze natuur ook het allerbeste moet
kennen.’
‘En Ik zeg je dat Ik dit ook zal
doen; Ik zeg jullie echter bij voorbaat dat Mijn middelen, die in
overeenstemming zijn met de natuur, steeds gelijke tred houden met de
geestelijke, en dus bestaat er geen
universeel medicijn noch voor de geest noch voor het lichaam.’
‘Indien je ook maar enigszins op
zoek bent naar de weg die door Mij is gewezen ter verkrijging van het eeuwige
leven, zijnde steeds dezelfde eenvoudige weg van zelfverloochening en trouwe
navolging van Mij, dan zul je zeker slechts één weg en niet verscheidene wegen
ontdekken, en dat waarlijk om die goede reden dat Ik Zelf slechts Eén ben en dus ook de enige Weg en de enige Toegang
tot het eeuwige leven ben.’
‘En omdat het aldus is, kun je er
niet omheen te geloven dat het zo is. Wie van jullie zou nog willen beweren
dat er buiten Mij nog andere wegen zouden zijn om tot Mij Zelf, de oerbron van
alle leven, te komen? Is het leven van de geest dan niet van veel grotere
waarde dan het leven van het lichaam? Of is het leven van het lichaam niet
volstrekt bepaald door het leven van de geest?’
‘Omdat je echter weet dat er voor
de geest, wanneer deze ziek is geworden, slechts één middel voor zijn
genezing bestaat, om welke reden zouden er dan voor (het lichaam), het tijdelijke werktuig van de geest,
waarvan de levendigheid daardoor wordt bepaald, bij voorkomende ongeschiktheid
of ziekte andere en meerdere middelen tot herstel bestaan dan er voor het
levensprincipe zelf bestaan?’
‘Kijk, toen Ik op aarde onder de
mensen verkeerde, welke arts heb Ik geraadpleegd? En welke apotheek heb Ik
gebruikt om een zieke zowel geestelijk als lichamelijk te genezen? En tot
welke arts en welke apotheek hebben zich alle discipelen gewend die hun
vertrouwen op Mij hadden gesteld, en ook dat deden wat Ik heb gedaan?’
‘Nu vraag Ik je, ben Ik dan
zwakker geworden of ben Ik veranderd, of is Mijn Woord niet meer hetzelfde
Woord vol macht en kracht en heiliging voor geest en lichaam? !
O, Ik zeg jullie dat het
waarachtig niet zo is, Ik ben nog altijd Dezelfde! Slechts met dit
verschil dat Ik toentertijd slechts die mensen genas die met een levend geloof tot Mij kwamen en Mij er bovendien nog
aanhoudend om moesten vragen en smeken, tot Ik hen verhoorde.’
‘Nu mag Ik het echter helemaal
niet meer op een liefde vol vertrouwen laten aankomen en nog minder op een
standvastigheid van het geloof, maar moet Ik helpen terwijl Mij er niet om
gevraagd wordt en moet Ik diegenen heilzaam bijstaan die het geloof helemaal
niet kennen opdat niet alles geheel en al zou verderven en verloren gaan.’
‘Zie wie daarom nu slechts met
een beetje vertrouwen en een kleine vraag tot Mij komt, hem zal Ik zeker niet
verlaten en Ik zal hem in al zijn nood helpen, omdat Ik vaak genoeg zelfs Mijn
spotters en hen die Mij verachten hulp moet bieden.’
‘Zie, dit middel dat Ik
jullie zojuist heb aangegeven, is het
meest effectief. En wie een krachtig geloof heeft en vol vertrouwen en liefde
tot Mij is, waarlijk, indien Ik hem niet zal helpen, dan zou hij zich met elk gif van deze aarde kunnen inenten en als
een os de heilzaamste kruiden opvreten, dit alles zou hem net zo veel baten
als een doodskop een balsemdruppel baat.’
‘Ik zeg jullie, je kunt de dode
koken en braden in de essentie van het leven en je zult geen vezel van zijn
lichaam tot leven kunnen brengen, welke je aan zo'n 'heilzame' kookinrichting
hebt toevertrouwd. Maar hoor: Mijn Woord is wel in staat de graven van de
doden te openen en in het stof van hun ontbinding nieuw in eeuwig leven in te
blazen!’
‘Welnu, wanneer je dit universele medicijn kent dat door
de tijden heen de wonderbaarlijkste genezingen en zelfs de opwekking van doden
heeft bewerkstelligd, wat brengt je ertoe ditzelfde zoveel effectievere middel
te verwaarlozen, en je in plaats daarvan
met allerlei duivelse troep te besmeren in de hoop dat het je zou helpen? !’
‘O, Ik zeg jullie, vergelijk
slechts je levensduur met de levensduur van de Ouden, dan zul je direct
bemerken tot wat voor grote winst de verfijning van jullie dwaze geneeskunst heeft geleid. Of gaat
heen naar die streken der aarde waar de mensheid nog helemaal niets van medische
hulp weet, dan zul je merken dat de mensen in zo'n omgeving haast helemaal geen
ziekte kennen en nog minder van ziek zijn in het algemeen, en wel in het
bijzonder wanneer hun manier van leven zedelijk gezien zuiver en eenvoudig is.’
[dat zijn de pure natuurvolken, die
gelukkig geen civilisatie kennen, zoals de onze!]
‘Doe ook zo: leef zo eenvoudig mogelijk! Vul je maag niet onnodig met
allerlei vuil uit alle bekende rijken van de natuur, maar nuttig datgene wat
weldadig is voor het lichaam: eenvoudige spijze (hoofdzakelijk) uit het
plantenrijk, en van de plantenspijzen slechts die welke van oudsher reeds als
voedend brood voor de mens waren bestemd. En ook dat spreekt voor zichzelf: alles in beperkte mate en een doel
dienend!’
‘Dan kun je ervan verzekerd zijn dat je lichaam je leven lang niet door
ziekte zal worden geplaagd en dat je hierdoor, zonder inenting en andere dwaasheden van de kant van artsen, een
voor jullie onbegrijpelijk hoge leeftijd zult bereiken. En wanneer Ik dan zo'n
mens uit deze wereld tot Mijn Rijk zal roepen, dan zal dit even gemakkelijk gebeuren,
als iemand die heel rustig inslaapt, nadat hij de hele dag trouw, flink en ijverig
heeft gewerkt.’
[Opmerking: dus wat vroeger gold, dat geldt voor ALLE TIJDEN – geen
uitzondering of een smoes van: ‘ja, dat was vroeger zo, maar we leven nu in een
andere tijd!’. Als men zo denkt, is men ‘verworden’ geworden tot datgene, wat
de wereld zelf geworden is. Het is de mens die zichzelf verandert in zijn voor-
of nadeel. Praat hij de wereld na in zijn voordeel, dan wordt dat zijn nadeel!
De wereldse dingen naar zijn eigen hand zetten.]
Als je dit alles echter achterwege Iaat en in
plaats daarvan je toevlucht neemt tot inentingen
en allerlei medicijnen, dan is het uiteindelijk gevolg niets anders dan
dat je vooreerst, louter vanuit natuurlijk
oogpunt bekeken, reeds in de jaren van je jeugd grijsaards zult worden
en vaak het ene zintuig na het andere minder wordt, dat je blind, doof,
ziekelijk zult worden, je tanden zult verliezen, je spijsvertering achteruit
zal gaan, en ook al je montere levenskracht. Op je veertigste levensjaar zal
alles voor je veel moeizamer gaan en ben je veel gebrekkiger dan de Ouden toen
zij honderd waren. En van dit alles is alleen je eigen blindheid de schuld!’
Rudolf
Steiner zei op 3 juli 1921 in Dornach: ‘Zoals tegenwoordig de lichamen worden
ingeënt tegen het een en ander, zo zal men in de toekomst kinderen vaccineren
met een stof – die beslist ontwikkeld kan worden – waardoor de mensen ervan
gevrijwaard zullen zijn die ‘dwaasheden’ van het geestelijke leven in hun
binnenste te ontwikkelen – dwaasheden uiteraard uit materialistisch oogpunt. [‘Menschenwerden, Weltenseele und
Weltengeist’.]
Steiner verder: ‘De mens zou in de toekomst op een
bepaalde leeftijd ingeënt worden, dan zal hij door inenting zijn talenten
ontwikkelen. Deze tendens bestaat werkelijk. […] Want zoiets is mogelijk; het
is niet zo dat dit niet kan. De mens zou daardoor buitengewoon intelligent worden,
maar zonder daar bewust bij te zijn. Die intelligentie zou automatisch werken. We
moeten zulke dingen drastisch duidelijk maken. Als we dat namelijk niet
drastisch doen, merkt de huidige mensheid niet naar welke doelen ze toeleeft.
Door een dergelijk vaccin zou namelijk bereikt worden dat de verbinding van het
etherlichaam [dat is het deel van de mens dat zijn
levensprocessen aanstuurt] met het fysieke lichaam losser wordt. Zodra dat
gebeurt, ontstaat er een bijzonder levendig samenspel tussen het universum en
het etherlichaam, waardoor de mens een automaat zou worden [met
andere woorden: waardoor het lichaam zijn eigen gang zou gaan].
Want het fysieke lichaam van de mens moet hier op aarde door de
wil worden opgevoed.’
Tot slot zei Steiner op 22 april 1924 in Dornach
(aan het begin van een bespreking met praktiserende artsen): ‘Wat is dan de
zin van de pokkeninenting? [Pokken-epidemieën waren destijds veel voorkomend.] Daarbij
speelt iets eigenaardigs. Ziet u, als een kind wordt ingeënt, en de ouder
is antroposoof en voedt dit kind antroposofisch op, dan schaadt die inenting niet. Die
schaadt alleen degenen die vooral met materialistische gedachten worden
grootgebracht. Dan wordt het inenten tot een soort
ahrimanische kracht; dan kan de mens in kwestie zich niet meer losmaken van een
soort materialistisch voelen. En dat is toch eigenlijk het bedenkelijke aan
de pokkeninenting, dat de mensen welhaast met een fantoom [als een onzichtbaar
corset] doortrokken worden. De mens heeft dan een fantoom dat hem verhindert de
krachten van zijn ziel zo onafhankelijk te maken van het fysieke organisme als
bij het normale bewustzijn het geval is. Hij wordt constitutioneel materialistisch, hij kan zich niet verheffen tot
iets geestelijks.’
‘Dat is het
bedenkelijke aan deze inenting. Natuurlijk wordt hierbij altijd de
statistiek in stelling gebracht. Het is de vraag of juist bij deze dingen
zoveel waarde aan de statistiek moet worden gehecht. Bij de pokkeninenting speelt heel sterk iets psychisch mee. Het is
beslist niet uitgesloten dat hierbij het geloof dat de inenting helpt een
onberekenbare grote rol speelt. Maar dit geloof kan door iets anders worden
vervangen. Als mensen
namelijk meer naar hun ware aard zouden worden opgevoed, zouden ze ook open
zijn voor iets anders dan zo’n inenting. Als mensen bijvoorbeeld weer nader tot
de geest zouden worden gebracht, dan is het beslist mogelijk dat – in
tegenstelling tot de zich onbewust opdringende boodschap: hier heerst een
pokkenepidemie! – juist het volle besef dat hier iets geestelijks in het
spel is, zij het iets onrechtmatig geestelijks, waartegenover ik me overeind
moet houden, even goed zou werken. Hoe dan ook zouden mensen sterk moeten
worden gemaakt tegenover zulke invloeden.’… [Steiner heeft nagenoeg zich laten
inenten… en daarmee weerspreekt hij zich]
De Heer zegt verder: ‘Ziet, het
gaat hiermee net als bij een nachtelijke reis, waarbij de mens in zijn
onnozelheid ten prooi valt aan allerlei werkelijke of vermeende onzin, waar hij
dan overdag zelf hard om moet lachen en dan niet kan begrijpen dat hij een
boomstronk voor iets heel anders heeft aangezien om nog maar niet te spreken
van andere nachtelijke dwaasheden! Indien je echter Mijn middel serieus wilt
gebruiken, dan zal ook voor jullie de dag komen dat je zult inzien wat voor
(nietige) schat de wereld bezit aan haar ontelbare dwaasheden.’
‘Wanneer Ik echter zeg dat Ik overal
in alles iedereen kan en wil helpen, omdat Ik al Mijn beloftes gestand doe,
gelooft dan dat Ik iedereen ook bereidwillig in alles zal helpen, als hij
slechts gelooft dat het aldus is en dat er buiten Mij geen hulp bestaat, zowel
in lichamelijk maar meer nog in geestelijk opzicht.’
‘Zie naar de Ouden, indien zij
door een ingewortelde zonde zwak zijn geworden, deden zij boete of vastten zij,
dat wil zeggen door te vasten kregen ze weer de vrije beschikking over de
activiteit van hun lichamelijk organisme en door de daarmee verbonden
boetedoening richtten ze hun geest weer op en konden ze dan weer beschikken
over een krachtig lichaam en een levende geest.’
‘Je zult vragen: hoe dan? Hoe ging dat in z'n werk?
Ik zeg jullie en het antwoord is niet moeilijk te bedenken: de maag is een
natuurlijke hulp bij de productie van voedende sappen in het lichaam. Indien
zich echter in het organisme bepaalde vreemde bestanddelen bevinden, dan worden
die voortdurend in een of andere organische nauwe doorgang vastgehouden. Als
dan de maag met allerlei nutteloze spijzen wordt volgepropt en zij daardoor de
sappen vermeerdert en opeenhoopt, worden de vreemde bestanddelen, in plaats
van dat deze uit hun nauwe doorgang kunnen worden verwijderd en kunnen worden
afgevoerd, door het onophoudelijk opdringen van de sappen op de plek waar deze
zich bevinden langs de weg van assimilatie alleen maar gepotentieerd en
daardoor steeds hardnekkiger.’
‘Zie, indien nu in plaats van al het inenten en het gebruik van medicijnen
de mens zich op de juiste wijze voedt en ook weet te vasten en als daarmee een
sterk geloof en volledig vertrouwen op Mijn Woord gepaard gaat, zodat hierdoor
ook de geest, als het levensprincipe, sterker wordt, vraag je dan eens af of
het met zo'n mens lichamelijk en geestelijk niet beter moet gaan?’
‘Ik zeg jullie, indien zijn
geloof en vertrouwen zodanig groot zijn dan kan uit de ontbinding zelfs nog een
nieuw leven ontstaan. Als echter een
dergelijke lichamelijke en geestelijke boetedoening ontbreekt, dan is een ieder
die door inenting of medicijnen is genezen niet meer dan iemand die danig is bedrogen, want de medicijnen hebben het
kwaad niet uit het lichaam verwijderd, maar ze hebben het alleen maar in slaap gesust of versluierd. En neem het van Mij
aan, de tijd zal zeker komen dat hetzelfde kwaad in verhevigde mate de sluier
zal doorbreken en dat dit voor het lichaam en niet zelden ook voor de geest de
zekere dood tot gevolg zal hebben.’
‘Ziet, zo is het letterlijk
gesteld met de dingen als Ik jullie gezegd heb. Jullie echter, leidt je
kinderen en jezelf in geloof en vertrouwen tot Mij! En waarlijk Ik zeg je: Je
zult je ervan overtuigen dat de stof waarmee Ik inent de beste is! -Amen. Dat
zeg Ik, de grote wereldarts! Amen, amen, amen.
In het boek “De Geestelijke Zon’ verklaart de Heer de
intrige van de machthebbers van de Staten:
‘Dat zijn echter nog louter nuchtere opvattingen van het meer ontwikkelde
volksdeel over het geheime politieke staatsbestuur. Maar wie de daasheden wil
horen, moet zich maar eens in de duistere woonkamers van de boeren op het
platteland begeven. Dan kan hij ervan verzekerd zijn dat hij in zulke
achterkamertjes alles zal horen wat er maar uit een onontwikkelde, ruwe
menselijke fantasie kan voortkomen. Bijvoorbeeld dat de keizer van plan zou
zijn om een stad te vergiftigen of dat hij in een bepaald gewest het volk met
de pest wil laten besmetten of dat hij met een andere koning een verbond zou
hebben gesloten om het volk van een of andere streek in één nacht met het
zwaard om te brengen om zich op deze geweldige manier de goederen van de
omgebrachte onderdanen toe te eigenen, om aan andere onnozelheden maar niet te
denken, bijvoorbeeld dat de koning bij een of andere gelegenheid voor het
verkrijgen van een groot aards voordeel [bijvoorbeeld
wordt heden ten dage vanuit de rijke elitewereld aan alle wereldstaten
miljoenen Euro’s gegeven, zodat zij het volk ‘slaafs’ moeten maken!] zijn
eigen ziel of de zielen van zijn onderdanen aan de duivel in eigen persoon zou
hebben verkocht. [Opmerking: dit gebeurt
vandaag de dag nu in de gehele wereld’.] Dat het allemaal zo is, hoeft verder niet te worden bewezen omdat het
iedereen vrij staat zich daarvan dagelijks te overtuigen. [GS.02_110,07]
Up-To-Date
2024-2025