De uiterlijke mens spiegelt zijn innerlijke
toestand
De mens wordt altijd zo
ziek, zoals zijn vererfde toestand dit toelaat. In veel gezinnen zijn
karakteristieke erfelijke bijzonderheden te zien. Het nageslacht krijgt slechts
innerlijke ziektes door te maken, niet meer uiterlijke manifestaties. Hahnemann
ontdekte bij patiënten met longtering, dat zij in hun jeugd aan blaasjesuitslag
leden tussen de vingers, dat met zalfjes onderdrukt werd. Hij stelde zichzelf
toen de vraag, wat die onderdrukking met ziekte te maken heeft, die erna
volgde. Bacteriën en virussen zijn niet de veroorzakers, maar een reactie op de
ziekte. De oorzaak van een ziekte is altijd een innerlijk geërfde gevoeligheid.
De bacteriën zelf hebben een andere oorzaak.
De mens wordt niet ziek
van uiterlijke omstandigheden, ook niet van microben of door het milieu, maar
door de oorzaak, die in hem zelf ligt. Alle ziektes op aarde zijn slechts het
spiegelbeeld van datgene, wat in de mens zelf is. Zou dit niet zo zijn, dan was
de mens niet gevoelig voor ziekte en kon hij dit niet ontwikkelen of onthullen,
wat in hem is. Het beeld wat in de innerlijke mens is, komt bij de ziekte
eruit. Want hoe de mens denkt, dat is zijn leven. Personen met allergie (mijt,
astma, hooikoorts en neurodermatitis, netelroos, etc.) hebben hun kwaal niet
als oorzaak, maar als reactie. Neemt men de uiterlijke allergie weg, dan heeft
dit geen invloed op de innerlijke ontvankelijkheid, want die blijft! Tenzij de
geneeskunde het anders aanpakt, wat homeopathie al sinds 1850 deed en nog doet.
UpToDate 2024-2025