Tijdsaanduidingen
Zowel Johannes,
Daniël en Jesaja en nog veel meer Bijbelse profeten verklaren ook de
verschillende tijdsaanduidingen. Het is
belangrijk te weten dat vaak met ‘dag’ het jaar wordt bedoeld. Één dag in de
profetie betekent één jaar in de geschiedenis. Zo is het gesteld met de veertig dagen in de woestijn, want zolang bleven de twaalf verspieders weg, om het land Kanaän te verkennen. Toen de
Hebreeën [het joodse volk] na hun terugkeer het verslag hoorden, wilde zij het
Beloofde Land niet in bezit nemen. Toen
sprak de Heer een oordeel over hen uit: ‘Overeenkomstig het aantal dagen,
gedurende jullie het land hebben verspied, zo zult gij uw ongerechtigheden
veertig jaar lang boeten, voor elke dag
één jaar. ‘ [Num.14:34]
Eveneens
gebruikte de profeet Ezechiël deze methode om de profetische tijd te berekenen.
Het koninkrijk Juda zou veertig jaar
moeten boeten voor zijn ongerechtigheden. De Heer zei tegen Ezechiël: ‘Als jij
dit hebt volbracht, dan zul je opnieuw gaan liggen op je rechter zijde; dan zul
je de ongerechtigheid dragen van het huis van Juda: veertig dagen; voor elk jaar
leg Ik je een dag op’. [Ezech.4:6]
Dit
‘jaardag-principe’ word ook gebruikt bij de berekening van de ‘tweeduizend
driehonderd avonden en ochtenden.’ [Dan.8:14] en de periode van 1260 dagen, die
ook wordt aangeduid als ‘een tijd en tijden en een halve tijd’,
[Dan.7:25] de ‘twee en veertig maanden’] [Openb.11:2; 13:5], de ‘twaalfhonderd
zestig dagen’ [Openb11:3, 12:6] en de ‘drie en een halve dag’. [Openb.11:9]
We hebben in het
JBL-bulletin in de voorgaande jaren al eens geschreven over het getal 42 en 40.
Als we bij Abraham beginnen te tellen tot Jozef van Maria, dan tellen we 42 generaties. Hier wordt de 42 toch
met 40 in verband gebracht. We hebben het over 40 dagen vasten, in
werkelijkheid zijn het 42 dagen [6 x7 weken]. Tot het getal 4,40 of 400:
1+2+3+4=10
of 10+20+30+40=100 of tenslotte: 100+200+300=400=1000 – Het Hebreeuwse teken
T=Taw betekent ‘het einde van iets’ = 400.
1000
100
10
====
1110
We zien hier de
drie-enigheid als 111, samen met de volkomen [0] oneindigheid [0] en de
Hebreeuwse letter Taw = 400 en 22e letter van het Hebreeuwse
alfabet, dat ‘kruis’ en ‘daad’ betekent.
In het tweede
boek van Mozes [Exod.1:9] wordt de 72
oudsten beschreven, maar toch bleven er 2 achter in het kamp, die wel bij
de 72 meegeteld werden. De 42 zonen van Israël moesten zich ophouden in de
woestijn, maar moesten er niet 42 jaren, maar 40 jaren vertoeven. [zoals eerder boven beschreven!]
De overlevering
vertelt dat er van vader Zacharias tot elk einde van een periode het 42
generaties duurt…Elia verborg zich 42 maanden voor Ahab en er is in die periode
geen regen gevallen. Deze 42 maanden
stellen de 42 generaties van de kerk, en aan het einde ervan werd Jezus
geboren. 40 jaren waren de zonen van Israël in Egypte. Er is een verbinding tot
de geboorte van Jezus. Dat het volk 40 jaren in de woestijn beproefd werd
betekende de periode van de antichrist. Dit is ook zeker op onze tijd toe te
passen:
De tijd van
Jezus’ geboorte van 9 v. Chr. tot 25 n. Chr. [sterftejaar van Jezus!] tot 2.000
n. Chr. beslaan precies 5 x 400 jaar.
Elke 400 jaar beslaat een zekere ‘leer- en proefperiode’ der mensheid. In 2025
n. Chr. is het precies 2.000 jaar geleden, dat de Heer Zijn Hemelvaart
voltrok. Wij zullen Jezus ‘terugkomst’
zeker binnenkort weer opnieuw ervaren, volgens Jakob Lorber.
Niemand kon in
die tijd weten wat of waarom de Heer zijn volk 40 dagen en daarna 40 jaren beproefde. Alleen de oude vaderen
wisten het. Zij kenden de wetten der analoge, de wet volgens de leer der
overeenkomsten.
De Heer zegt in de Nieuwe Openbaringen: ‘De
mensen hebben de wetenschap der analogie, de leer van de symboliek door hun
eigen schuld verloren, door hun eenzijdige verstandelijke ontwikkeling. Zij
hebben zichzelf buiten het verkeer met de geesten van alle gewesten en de hemel
gesteld. Zij kunnen daarom deze innerlijke schrift niet meer begrijpen. Ze
lezen de geschreven woorden volgens de dode letters en begrijpen niet, dat de
letter nooit tot leven gebracht kan worden, maar dat alleen zijn innerlijke zin
levendig maakt.’ [GJE9-93]
In een werkelijke
‘open’-‘baring’’, dus ‘in het vrije geboren worden’, is dat voor iedereen
toegankelijk. Zo’n scheppingsleer vinden wij in de 10 boekdelen door Jakob
Lorber in de NO [Het elfde deel hoort eigenlijk bij het 10e deel,
maar door Leopold Engel afgemaakt!]. Het Grote Johannes Evangelie [GJE] dat
Lorber sinds 1840 ontving door de gave van het innerlijk woord, dat hij 25 jaar
lang neerschreef.
Behalve, wat er
in de Bijbelse evangeliën staat, beschrijven de tien Johannesdelen uitvoerig de
drie leerjaren van Jezus in Palestina, van circa 2.000 jaar geleden.
De diepste vragen
en antwoorden geeft Jezus aan ons door voor deze tijd. Swedenborg beschrijft
als het ware de oerreligie van Egypte, en beide ‘zieners’ [Swedenborg] en
‘hoorders’ [Lorber] mogen met alle recht het ‘Nieuwe Openbaringwerk’ worden
genoemd.`
Up-To-Date 2024-2025