Tijdrekening 2000 jaar
geleden
In Judéa waren wij volgens de
huidige tijdrekening al tegen vier 's
morgens vertrokken, vervolgens zonder te rusten snel doorgelopen en we
bereikten precies om twaalf uur 's
middags, wat toen het zesde uur genoemd werd, de oude Jacobsbron, die nauwelijks veertig passen
voor het dorpje in de richting van Sichar lag. [opmerking: Jezus bevond
zich toen in Enon bij Salim a.d. Jordaan vlak boven het oude en tweede
opgebouwde Jericho – en heeft vandaar dus in 8 uren tijd de afstand gelopen tot
het nabijgelegen Samaria – dus bij Sichar en Sichem.]Deze bron stond op een
zeer goede waterader, er omheen bevond zich een ouderwetse sierlijk gemetselde
borstwering en ernaast groeiden schaduwrijke bomen. Na het zesde uur betekende
vroeger in Israël na 12 uur ’s middags! De tijdsperiode is begonnen na de
schepping van de oergeesten. Dus na de schepping van de aartsengel Michael
(de latere Johannes de Doper en voordien Elia en Sehel) is de tijdsperiode
begonnen. Hiervoor bestond er nog geen tijd en was er alleen maar de Heer Zelf,
de Oergrond-Geest. Als het in Israël twaalf uur is in de middag, sprak men
destijds dus van het zesde ure. Volgens de toenmalige tijdrekening is tien uur
volgens de huidige tijdrekening ongeveer drie uur 's middags, want in die tijd
bepaalde het opgaan van de Zon het eerste uur van de dag.
Omdat de zonsopgang echter steeds
verschuift, kunnen de toenmalig aangegeven dagtijden, uren genoemd, niet exact,
maar slechts benadert met de tegenwoordige dagindeling vergeleken worden. De
tijdrekening van de Seleuciden begon 312 v. Chr. met hun jaartelling, maar
volgens nieuwe chronologen in het 311 v. Chr. Wat in de periode van Jezus ’s
morgens 10.00 uur was, was in werkelijkheid in onze huidige tijd 15:00 uur in
de middag – een verschil dus van 5 uur. De Zon komt daar al zeer vroeg op
(04:15 uur) en het wordt er ook snel donker (18:15 uur). Als het ’s avonds
22.00 uur, dan is het daar feitelijk al nacht. Men rekende vroeger dus met
geheel andere tijden. De beide leerlingen bleven [na het ritueel van Johannes
de Doper aan de Jordaan] tot zonsondergang bij Jezus en zij bleven ongeveer
vijf uur bij Jezus van 15.00 uur – 20.00 uur in onze huidige tijd. (Hier moet
naar aanleiding van het woord 'gisteren' een kleine verklaring bijgevoegd
worden om haarkloverijen te voorkomen.
Het was namelijk zo, dat de dag,
speciaal in Galilea, slechts duurde tot de zonsondergang. Na de zonsondergang
sprak men over de afgelopen dag al als 'gisteren'. Met zonsondergang begon de
eerste nachtwake voor de komende dag; een nachtwake duurde net zo lang als drie
uren bij ons, en een uur overdag was in de zomer haast zo lang als twee uren
bij ons en in de winter nauwelijks één, want de tijd tussen zonsopgang en
zonsondergang moest altijd twaalf uren duren, of de Zon nu lang of kort aan de
hemel stond. Als daarom hier gezegd wordt, dat de vorstelijke persoon in één
uur van Kapernaüm naar Kana ging, dan zou dat met onze tijdrekening neerkomen
op bijna twee volle uren. Deze korte ingelaste uiteenzetting is hier even
noodzakelijk, omdat anders verscheidene voorvallen in dit Evangelie nauwelijks
goed te begrijpen zouden zijn, omdat de overeenkomstige tijdsaanduidingen
alleen op de toenmalige en niet op de huidige tijdsrekening betrekking hebben. bron: GJE1-8 [6] en 1-5 [23] en 25 [11], en 1-90 en 1-37[4]
UpToDate 2024-2025