Uit de literatuur van Swedenborg
en Lorber ‘geplukt’
1.
Hoe lang heeft de Heer bestaan?
Van eeuwigheid; Hij is in alle tijd zonder tijd; en daarom
zei Hij: ‘Vóórdat Abraham was, BEN Ik [Joh.8:58]
[Bron: De ware christelijke Godsdienst 30 -
Over de Goddelijke liefde en wijsheid 76 – Over de Goddelijke Voorzienigheid
51]
2.
Vanuit welk centrum begint alle
schepping?
Vanuit de Geestelijke Zon, welke zuivere Liefde is uit Jehovah God, Die in het midden ervan is, en welke
uitstraling heet liefde en wijsheid
[Bron: De ware christelijke Godsdienst 75 -
Verklaarde Apocalypse 1196 (2)]
3. Vanuit welk tweede centrum begint de schepping der natuurlijke wereld?
Vanuit de natuurlijke Zon, welke zuiver vuur en daarom in
zichzelf dood is, en welke uitstraling heet warmte en licht.
[Bron: Over de Goddelijke liefde en
wijsheid-163-6 - Verklaarde Apocalypse 1196 (2), 1207
(2) Swedenborg]
4. Is het menselijk geslacht beperkt tot onze aardse bol?
Zulk een onmetelijk werk als de sterrenhemel kan niet
bestaan van maar één enkele aardebol. Wat zou dat zijn voor het Goddelijke, dat
Oneindig is, en voor Wie myriaden van aardbollen, alle vol inwoners, nauwelijks
iets zou wezen?
[Bron: De hemelse verborgenheden 6696-8, Over
de Aardbollen 3-4 – Swedenborg]
5.
Wat is het verschil tussen mens en dier bij geboorte?
Het dier wordt in zijn wetenschap en hoedanigheid geboren,
die louter natuurlijk zijn en het niet kan veranderen; de mens wordt onwetend
geboren, met het vermogen om een eigen wetenschap en hoedanigheid te verwerven.
[Bron: Over de echtelijke liefde 96 - [De ware
christelijke Godsdienst 48 – Swedenborg]
6.
Wat is de dood?
Het loskomen van het geestelijk lichaam van het aardse
lichaam?
[Bron: Over de Goddelijke Voorzienigheid 298 -
De ware christelijke Godsdienst 103 - Over de Goddelijke liefde en wijsheid-
14]
7.
Wat neemt de mens met zich mee in het andere leven?
Alles wat hij ooit gevoeld, gedacht en gedaan heeft, vanaf
het eerste tot aan het laatste moment va zijn leven.
[Bron: De hemelse verborgenheden 2049 (4),
2116, 2747 - Over de Goddelijke Voorzienigheid 227 – geestelijk dagboek 4481 – Swedenborg]
8.
Wat is de wereld der geesten?
Een tijdelijke tussentoestand voorbereidend of voor de
hemelse of voor de helse staat.
[Bron: Over de hemel en de hel 421, 426 – Swedenborg]
9.
Is het niet onbarmhartig hen in de hel te laten?
Het is uit barmhartigheid dat het door hen gekozen leven,
hetgeen zij liefhebben, hun niet ontnomen wordt.
[Bron: Over de Goddelijke Voorzienigheid
338,340- Swedenborg]
Anderzijds: Lorber
beschrijft in het boek ‘De Geestelijke Zon’: 'Het zou droevig en buitengewoon meedogenloos zijn als
iemand een bewoner van de hel zou zijn, alleen maar omdat hij het perfect
gemanifesteerde beeld van de hel in zich draagt. Als dat het geval zou zijn,
dan zouden ook alle engelen helse geesten moeten zijn; want ook zij dragen
blijkbaar het volmaakte beeld van de hel in zich. Als dat niet het geval was,
zou geen enkele engel ooit in staat zijn om deze plaats binnen te gaan en de
woedende geesten daar te kalmeren. Ikzelf zou de hel niet aan jou kunnen tonen
en openbaren als ik die niet volledig in mij had. Bovendien zou het ook zeer
gevaarlijk zijn voor de hemelbewoners als ze niet het overeenkomstige
schijnbare beeld van de hel in zich hadden, omdat ze niet konden zien wat de
hel tegen hen doet.’ [Geestelijke Zon2_117,05]
10.
Bestaat er zo iets als voorbeschikking?
Allen worden oor de hemel geschapen, en zo wordt elk mens
onophoudelijk door de Heer getrokken naar zijn bestemde plaats in de Grootste
mens, die de hemel is. Indien iemand er niet komt, ligt het aan hemzelf.
[Bron: Over de Goddelijke Voorzienigheid 329,
163-4 – Geestelijk Dagboek 322 - Swedenborg]
11.
Waar leert de Bijbel dat er drie hemelen zijn?
Paulus zegt:’Ik ken een mens in Christus..die opgetrokken is
geweest tot in de derde hemel.. in het paradijs, en gehoord heeft
onuitsprekelijke dingen, die een mens niet geoorloofd is te spreken. [2 Kor.12:2-4]
Volgens Lorber bestaan er drie
HOOFDHEMELEN [RB.02_243,09]
‘In de ‘zevende hemel zijn’ is een allegorische uitspraak
van de mens. De Bijbel kent 3 echte hemelen.
Natuurlijk zijn er ook heerlijke sferen, die op de hemel lijken, maar
niet de werkelijke hemel zijn.
12.
Hoe ziet de hemel er uit?
Gelijk in de natuurlijke hemel, daar een natuur, steden,
huizen, klederen en werkzaamheden, boeken, enz., doch alles is daar geestelijk
en veel volmaakter.
[Bron: Over de Goddelijke liefde en wijsheid
163, over de hemel en de hel 170, 176-7, 184 – over de echtelijke liefde 207,
leer over het geloof 63 - Swedenborg]
Robert Blum kon zijn
ogen niet geloven, wat hij in de hemel, in de midden-zon,
allemaal zag:
'Vader, ik dank U voor zo'n grote
genade! Nu zie ik al vormen, maar ze zijn nog niet blijvend, want de kracht van
het licht wist ze van tijd tot tijd nog uit. Toch komen ze steeds als dezelfde
weer te voorschijn. O, dat moet een buitengewoon wonderbaarlijke wereld zijn!
Werkelijk, zo'n wereld is ook al een hemel, want daar moet het heel heerlijk te
leven zijn als men eenmaal aan het licht gewend is.’
‘Aha, nu ontdek ik een enorm grote stad
met grandioze, prachtige bouwwerken. Ze lijkt op Uw heilige stad die verheven
is boven alle steden van de gehele oneindigheid. Merkwaardig! Zover mijn oog
reikt, zie ik tuinen en de prachtigste paleizen in een bouwstijl die mij
volkomen vreemd is. Enorme arcaden strekken zich naar alle richtingen uit;
daarop staan de prachtigste zuilen, waarop paleizen van onbeschrijfelijke
schoonheid prijken. O, o, wat is dat schitterend!'
‘Nu beginnen ook alle andere constanter
in het licht van deze tweede middenzon te kijken en ontdekken geleidelijk ook
datgene wat Robert heeft gezien. Ja, enkelen zien nog meer. Ze worden een
prachtige plantenwereld gewaar, een heleboel merkwaardige dieren van allerlei
soort en in de tuinen wandelen veel onbeschrijfelijk mooi gevormde mensen. Uit
hun montere bewegingen is op te maken dat ze uitermate gelukkig en tevreden
moeten zijn.’ [Hemel en Hel.02_297,5-7]
13.
Wordt God in de hemel gezien?
De engelen zien Hem in de zon daar als Mens omringd met
zonnevuur. Zij worden ook in alles van hun prachtige omgeving en in elk ding
van hun leven het Goddelijke duidelijk gewaar. Deze innerlijke waarneming is
hun grootste vreugde.
[Bron: Over de Goddelijke liefde en wijsheid
130-1, de hemelse verborgenheden 10809, 920, 155 - Over de hemel en de hel 121,
270, 489 – Swedenborg]
Lorber
schrijft:
De Heer: 'Voor ons allen, zoals we hier zijn,
is God heel zichtbaar en woont Hij in een beslist zeer toegankelijk licht.
Alleen voor de op aarde nog sterk in het vlees levende mensen moet God omwille
van de vrijheid van hun wil onzichtbaar blijven, zolang zij nog niet de
volledige wedergeboorte van de geest hebben verkregen. Hij blijft echter ook
onzichtbaar voor geesten van jullie soort, omdat jullie niet zuiver en
wedergeboren zijn.' [Hemel
en Hel.02_263,12]