Bestaande stadjes in Palestina rond 32 n. Chr.
Van
de plaatsen of stadjes die ten tijde van Jezus bestonden, daar is bijna niets
meer van over, en de algemene gebruikelijke naam van tegenwoordig klopt vaak
niet meer. Dit geldt met name voor de locatie en de uitgestrektheid van het
oude Jeruzalem. Na een opmerking in het Grote Evangelie, deel 5, hoofdstuk 9:11
en 12, waren ligging en vorm van de oude stad anders en volgens een andere
verklaring strekte het grootste deel zich uit naar het zuidoosten van het
hedendaagse Jeruzalem en de Olijfberg:
‘Jeruzalem zal zo verwoest worden, dat men al in deze
tijd niet meer zal weten waar het eens heeft gestaan. Wel zullen de latere
mensen daar een kleine stad met dezelfde naam bouwen; maar de vorm en de plaats
zal anders zijn. En zelfs dit stadje zal door vijanden van elders veel kwaad te
verduren krijgen en verder zonder aanzien en belang een nest van allerlei
gepeupel blijven, dat met moeite een kommervol bestaan in stand zal houden van
het mos van de stenen uit de huidige tijd. Ja, Ik wilde deze oude godsstad wel
tot voornaamste van de Aarde maken; maar zij heeft Mij niet erkend, en
behandeld als een dief en moordenaar! Daarom zal zij voor altijd vallen en zich
in de toekomst niet meer verheffen uit het puin van de oude, welverdiende
vloek, die zij zichzelf op de hals heeft gehaald en met eigen mond heeft
uitgesproken!’
De
geografische en historische details in de oude en nieuwe geschriften van het
evangelie hebben slechts één betekenis voor dit grote doel, hoewel van
ondergeschikt belang. De plaatsen waarvan we vermoeden waar ze hebben gelegen,
kunnen alleen worden gebruikt als een hulpmiddel om de leer van de Heer te
begrijpen. Laten we van deze beschrijving de wegen van onze Heer en Verlosser
als levensbelangrijke hoofdzaak datgene ontlenen, hoe zeer toegewijd, wijs en
liefdevol de Vader in Jezus als leraar en Heiland door het land Palestina
reisde, om de mensen van de hele wereld, het eeuwige evangelie van God en
broederliefde te verkondigen, waarin voor alle wezens het heil gebaseerd is in
tijd en eeuwigheid.
Volgens het Grote Johannes Evangelie begint Jezus aan de voorbereiding van Zijn grootste Missie, dat veertig dagen duurde in de woestijn en met de doop door Johannes, begint Zijn openbare verschijning met de bruiloft in Kana, kort voor Pasen en duurt Zijn totale missie drie jaar [Jezus is niet onmiddellijk begonnen met 30 jaar op 7 januari], want zo staat het beschreven: 'zodra Hij ongeveer dertig jaar oud werd, trok Hij zich terug uit het huis van Maria.'
Als HIJ
na Zijn verjaardag nog een maand thuis was gebleven [dus tot 7-2-29 n. Chr.] en
daarbij de veertig dagen verblijf in de woestijn opgeteld, is het intussen
midden maart. In die tijd waren er ook twee paasfeesten met twee
verschillende datums.
IK [Jezus] zei tegen de discipelen: 'ik heb jullie toch
al bij de oude Romein Marcus en nog eens bij de arme vissers meegedeeld, en ook
al eerder toen we naar Caesarea gingen, wat
er met Mij vanaf nu over ongeveer een paar jaar in Jeruzalem zal gebeuren.
[GJE5-242:3] [Opm. in
het 5e deel van het GJE is Jezus dan al 32 ½ jaar! – Dit sprak Hij
uit in de maand JUNI – in de periode van het tweede Paasfeest]
UpToDate 2024-2025