Over het einde van de Aarde en het Universum

 

Swedenborg maakt het geloofwaardig, dat het geen nut heeft om over een toekomstige ineenstorting van het Universum of over een uitsterven van de mensheid te speculeren. Het Universum en de mensheid zullen altijd blijven bestaan.


De evangelist Paulus schrijft in zijn tweede brief aan de Korintiërs [12:1–4] over een mens in Christus, die naar de derde hemel omhoog werd gerukt. Hij wist niet, of dit gebeurde zowel in of buiten het lichaam, maar hij wist wel, dat de omhoog verhevene tot de hemel daar onuitsprekelijke woorden hoorde, die een mens niet mag uitspreken. Zo heeft hij gesproken als de Schriftgeleerde, die een mens van het hemelrijk werd, gelijk een heer des huizes, die uit zijn voorraad nieuwe en oude dingen te voorschijn laat komen. [Mathh.13:51]

 

Hoe eenvoudig is het voor Jehova God om het gehele menselijke geslacht, en al het leven op de Aarde in één ogenblik, met vuur- en helse pijnen te vernietigen;

 

Want er bestaan de boze geesten, die heel dicht bij de natuurlijke mens vertoeven en  zijn leven ophitsen, en zodra hem de macht in deze gelegenheid wordt gegeven, folteren ze de mens direct met een bepaald geestelijk vuur, en hij sterft; en hij vergaat ook in één ogenblik, als God, de Messias vanuit Zijn barmhartigheid niet alle en de aparte dingen volgens de Goddelijke regels samenhoudt. Dat dit zó waar is, kan ik zó zeker  bevestigen, dat dit met de meeste nadruk betuigd moet worden, want ik heb dit zó vaak waargenomen, en wel met een zo’n levendige ervaring, dat er nooit geen twijfel aan mogelijk is; dit is de verschrikking, waarop het vuur en waardoor de Aarde moet vergaan, als het niet tot bezinning komt; verder eveneens, dat de zeeën bulderen, de Zon en de Maan hun lichtschijnsels zullen verliezen. [Bron: Swedenborg-1747 – 27 August – Nr. 179]

 

Oorzaken van bijna alle slechtheden

Maria uit Italie schreef ons:

 

[6] Maar niemand denkt eraan dat al het lijden, alle ziekten, alle oorlogen, alle dure tijden, honger en pest alleen maar ontstaan omdat de mensen in plaats van alles naar Gods orde voor hun ziel en hun geest te doen, slechts alles voor hun lichaam doen!

 

[7] Men predikt wel voor dode zielen over de vrees voor God, maar door zijn eigen dode ziel gelooft de prediker dat zelf allang niet meer  Hij gelooft alleen maar aan dat wat hij voor het preken krijgt en hoeveel eer en aanzien een door studie goed ontwikkeld prediktalent hem kan opleveren. En zo leidt de ene blinde de andere en zo wil de ene dode de andere dode levend maken. De eerste preekt voor zijn lichaam en de ander luistert naar de prediking vanwege zijn lichaam. Maar wat heeft een doodzieke ziel daaraan?

Hoe Jezus genas

[8] Ik ben een genezer. Hoe kan Ik dat, vragen de dode en daarom geheel blinde mensen zich af. En Ik zeg jullie dat ik van geen mens het lichaam genees, maar als een ziel nog niet te sterk met haar lichaam is vermengd, maak Ik slechts de ziel vrij en Ik wek, voor zover mogelijk, de in de ziel begraven geest. Deze versterkt meteen de vrij geworden ziel en die kan dan gemakkelijk alle gebreken van het lichaam in een oogwenk weer in de normale orde terugbrengen.

 

[9] Dat noemt men dan een wonderbaarlijke genezing, terwijl het toch de gewoonste en natuurlijkste, lichamelijke genezing ter wereld is! Wat iemand heeft, kan hij ook geven; wat hij echter niet heeft, kan hij ook niet geven!

[10] Wie een levende ziel heeft overeenkomstig Gods orde, met daarin een vrije geest, kan ook de ziel van zijn broeder vrij maken als deze nog niet te veel met het vlees is vergroeid en die helpt dan heel gemakkelijk haar zieke lichaam. Als de zielendokter echter zelf een erg zieke ziel heeft, die meer dood dan levend is, hoe zou hij dan dat wat hemzelf ontbreekt aan een andere ziel kunnen geven?! Denk er daarom over na! (GEJ 3, Kap. 12, V. 6 - 10)

                                               Noach en de ark

[1] Na deze toespraak is iedereen erg onder de indruk en denkt in stilte: 'Eigen schuld!' En de jonge Farizeeër weet niet wat hij Mij daarop moet antwoorden. Ook Cyrenius en Julius trekken nu wat zorgelijke gezichten en ook Ebahl en zelfs Jarah, die haar vrouwelijke schoonheid bedenkelijk begint te vinden!

 

[2] En CYRENIUS zegt na een poosje diep nagedacht te hebben: "Heer en Meester, ik heb zo hier en daar al wat dagen en nachten met U doorgebracht en heb U veel wonderbaarlijks zien doen en U ook heel streng horen spreken, maar ik ben nog nooit zo van mijn stuk gebracht als bij deze toespraak van U! Want volgens Uw huidige uitlating is het met ons niet veel beter gesteld dan ten tijde van Abraham met Sodom en Gomorra. En al ons zorgen, doen en laten is helemaal des duivels. Vriend, dat is een zeer harde les! Jammer genoeg is het voor geen geld ter wereld te verhelen dat U ons hier de naakte waarheid hebt voorgelegd. Maar hoe kun je het nu zover brengen dat je helemaal ermee instemt om al het wereldse de rug toe te keren, om dan vervolgens alle tijd te gaan besteden aan de beschaving van de ziel en de geest?"

 

[3] IK zeg: "Vriend, niets gemakkelijker dan dat! Je blijft, wat en wie je bent en geeft leiding aan wat je is toevertrouwd, maar niet vanwege jouw positie, maar voor het welzijn van de mensen!

 

[4] Want kijk, toen in Noach's tijd het water de aardbodem bedekte, die bewoond werd door een eigenlijk geheel verdorven mensheid, doodde de vloed alles in de verre omtrek behalve Noach en zijn kleine familie en de dieren die Noach in de ark kon opnemen, natuurlijk met uitzondering van de vissen in het water.

 

[5] Hoe bleef Noach echter met zijn familie in leven, hoog boven de dood brengende golven van de grote vloed? Wel, hij bevond zich in een stevig bouwsel dat de wilde vloed heel gehoorzaam op haar rug moest dragen. Die vloed kon nergens in het bouwsel binnen dringen waar zij ook voor Noach's leven gevaarlijk had kunnen worden!

 

[6] Deze dodelijke vloed bestaat echter geestelijk nog steeds op deze aardbodem en Ik zeg je dat deze geestelijke en blijvende zondvloed van Noach voor het leven van de wereldmensen minstens zo gevaarlijk is als de natuurlijke van toen ten tijde van Noach.

 

[7] Hoe kan men zich echter beschermen tegen de verdrinkingsdood in de geestelijke zondvloed? Ik zeg je: Wat Noach lichamelijk deed, dat moet men nu geestelijk doen en dan is men voor altijd beschermd tegen de verdrinkingsdood in de grote en voortdurende, geestelijke zondvloed!

 

[8] Met andere woorden: Men moet volgens de orde van God ook de wereld geven wat van de wereld is, -maar vóór alles aan God wat van God is!

 

[9] Voor een mens is de' Ark van Noach'  de ware deemoed, naastenliefde en liefde tot God.

 

[10] Wie echt deemoedig en vol zuivere, onbaatzuchtige liefde is tot God de Vader en alle mensen en wie steeds actief tracht om alle mensen, indien mogelijk, te dienen in Gods orde, die drijft behouden en goed bewaard over de anders zo snel de dood brengende wateren van alle wereldse zonden en aan het eind van zijn aardse levensloopbaan, als de vloed voor hem zal zakken en weg zal ebben in de duistere diepten, zal zijn ark op de grote Ararat van het van leven overvloeiende rijk van God een goed verzorgde rust krijgen en voor hem die zij gedragen heeft zal zij een eeuwig woonhuis worden."  (GEJ 3, Kap. 13, V. 1 -10)

 

(Met dank aan Maria uit Italië)

 

UpToDate 2024-2025