De
slaap
[2e en laatste deel] – uit Mayerhofer [8-1-1877]
korte samenvatting
De Heer via Mayerhofer: ….‘Slaap’ duidt op een
situatie, waar het buitenleven schijnbaar ophoudt, en mens en dier in een bewusteloze
[red. zonder bewustzijn] toestand wordt verplaatst. Dat is op de eerste
plaats nodig, om de wakkere toestand overdag de verbruikte levensstof [red.
fluďdum] weer op te vangen. En anderzijds overdag het geestelijk verworvene
weer voor zijn eigen ik te gebruiken.
In
de nachtslaap begint eveneens een ‘ander leven’ [red. innerlijk leven],
namelijk h e t d r o o m l e v e n, dat de mensen niet
kunnen duiden of verklaren, en deels vanwege de onduidelijke symbolentaal, en
deels, omdat zij [red. de mensen] zich niet duidelijk bewust zijn en hierbij
geestelijke invloeden door fantasievormsels niet weten te onderscheiden.
Één
van jullie geleerden beschreef in zijn boek: ‘tijdens het waken hebben
alle mensen een gemeenschappelijke wereld, maar in de slaap heeft ieder mens
zijn eigen [innerlijke] wereld!’ De Heer hier verder: ‘en hij [de
schrijver] had niet ongelijk, want zo is het ook!’ In de slaap zijn vaak de
banden, die de ziel aan het lichaam binden, ontspannen, losjes zijn. [red. dit
verklaart bijv. de synonieme woorden van slaap, slap]. De mens kan in twee
werelden rondkijken. Hij kan zich wijden aan geestelijke invloeden, of zich in
haar dromen voortborduren met werelds genot. De taal van de droom zal de
verstandelijk ingestelde mens duister blijven, hoe zeer zij het ook graag wil ontcijferen.
In
de slaap, w a a r h e t l e v e n
z i c h h e t m e e s t
i n n e r l i j k c o n c e n t r
e e r t, begrijpt de ziel weinig van het buitenleven om haar [als er geen
specifieke omstandigheden voordoen, die haar in de war maken], waar ze dan
vervolgens dingen uit het verleden mengt met toekomstige wereldse zaken, zodat
bij het wakker worden er geen duidelijke herinnering kan zijn van de beelden,
die zich snel aan haar oog voorbij trekken, als een afwisselend panorama.
Er
bestaan verschillende dromen, die zeker te onderscheiden zijn:
1. Dromen bij het inslapen.
2. De middernachtdromen.
3. De ochtenddromen.
De
eerstgenoemde [dromen] brengen vaak beelden met zich mee als voortzetting van
het lichamelijk beleefde. De middernachtdroom brengt meer het diepere,
geestelijk beleefde. En de droom van de vroege ochtend, waar het geestelijke
zich meestal met het wereldse vermengt.
1.
De [inslaapdroom] met de
eerste [dromen] zijn van dien aard, dat de materiële invloed van de Zon op de
Aarde en alles wat daarop leeft, nog niet is gestopt.
2.
De [middernachtdroom] als
tweede en geestelijke droom ontstaat, omdat daar tellurische invloeden
verzwakkend of helemaal niet kunnen inwerken.
3.
Bij de derde droom is er
de vermenging van het laatste uur der nacht met de vroege ochtendschemer, omdat
de Zon, zodra ze over de equator opklimt, het innerlijk [slaap]leven verstoort,
en dieren en mensen op deze wijze op de komende dag voorbereid.
…Dat,
wat men ‘ziel’ noemt, slaapt nooit, en heeft geen rust nodig!’… ‘Het
leven’ is steeds een voortschrijdend en nooit een stilstaand uurwerk.
De ziel werkt [in de slaap] met nog meer grote zorgvuldigheid, om alle schade
te herstellen, dat zich gedurende de dag heeft ingemengd. [zie ook ‘de Jeugd
van Jezus’, hfdst.138:16-20]
Overdag
slapen om de ‘verloren slaap’ weer in te halen, dat zal de ziel in haar
innerlijk echter geen rust schenken; er zal nooit een polarisatie van de slaap
kunnen plaatsvinden.
Personen
die overdag slapen, verkorten hun leven en sterven vroeg, of ontkrachten hun
fluďdum [odem] of er ontstaat een gebrek aan bloed [uit ijzer samengesteld]. De
nacht [en] de slaap behoren toe aan Mijn geestelijk Rijk en deze hebben geen
materieel zonlicht nodig. Omdat het geestelijk licht licht geven moet om de
geesten met of zonder lichaam enige speelruimte te geven. De gehele natuur
rust in de nacht.
Slaap
als regelmatige rust is als versterking van een overdreven uitputting. Lang in
bed liggen geeft aan niemand energie, die hij nodig heeft. Zoals de slaap een
geestelijk en fysiek restauratiemiddel is, als het op de juiste wijze ‘wijs’
wordt toegepast. De Heer waarschuwt hier met de volgende woorden: ‘laat
jullie je niet in slaap sussen in zoete dromen of door ijdele spreuken
beďnvloeden: ‘in de andere [echte] wereld heb ik toch tijd genoeg; en als ik
aan gene zijde ben, dan zal ik wel zien, wat er te doen is!’ Ja, arm mens, je
zult wel zien, wat daar te doen is. Maar je zult ook zien, hoe gemakkelijk het
op Aarde is geweest en hoe moeilijk het is in het geestenrijk, om datgene in te
halen, wat voor het aardse leven eigenlijk bedoeld was. …
Deze
mensen zijn te betreuren, in hoeverre zij aangekomen zijn in het geestenrijk,
om hun eigenlijke situatie dan te leren kennen. Waar ook geen ander middel
bestaat, dan zichzelf te verschonen!, zichzelf weg te schrappen, wat daar niet
meer deugt en waar alle vermeende situaties van het andere [materiële] leven
verdwijnen. Want daar is geen paradijs, geen hemel, maar de naakte
werkelijkheid staat voor hen en dit
laat de geestelijke armoede hen eerst in het ware licht voelen.
‘Daarom
Mijn kinderen! Gebruik het aardse leven zoals Ik het heb ingesteld; misbruik
jullie krachten niet, en verspil jullie gezondheid niet, want beide zullen
jullie duur betalen, deels al op Aarde, en deels aan gene zijde.
De
slaap is in het aardse leven als de brug van het materiële in het geestelijke.
De slaap is niet een bewusteloos rusten voor de ziel, maar een geestelijke
werkzaamheid… Velen zeggen: ‘de slaap is een droomleven, en Ik zou hierop
willen antwoorden: ‘jullie leven is een droomleven!’ Behoed jullie voor de
geestelijke slaap, want van daaruit wakker worden zou jullie bittere
teleurstellingen kunnen opleveren! Amen!
Note:
De droom betekent in de Hebreeuwse taal: Chalom en
heeft dezelfde letters als Lechem = brood; Melach [staat ook synoniem voor koning] en Melach betekent zout.
Dromen worden in de Bijbel vaak in verband
gebracht met koningen, zoals Jozef met Faraoh en Nebukadnezar met Daniël, enz.
Slaap is 1/60 deel
van de dood en de droom is 1/60 deel van de profetie!’ Dat wil zeggen, dat er
al een samenhang is, en aan deze aardse grens en aan gene zijde is 1/60 deel
zichtbaar en onzichtbaar.
Denken we in samenhang over getal 60
aan de slang met z’n staart, het paard, ( = SOES = 60-6-60), iemand ‘in
slaap sussen’, door de slaap ‘overmand worden’, resp. ‘in
slaap vallen’.
Slaap betekent in het Hebreeuws ShoNoH, d.w.z. de Sh van Shin = het hoofd. De 21e
Hebreeuwse letter: inherent a.h. fysieke hoofd; het staat in
analoge verhouding met onze linker en rechter slapen v.h. hoofd.
Vervolgens de tweede letter van ShoNoH als 14e Hebreeuwse letter N van Nun =
de vis; het betekent: ‘onbewust in de diepte der wateren’;
De derde letter van ShoNoH is de 5e
Hebreeuwse letter H van Heh en betekent ‘open raam’, dat
vergezichten biedt, zoals in het innerlijke van de ziel, dus visioenen. De droom is een soort venster! Bij
de slaap hoort de droom.
De droom is een soort raam! ‘Bij
de slaap hoort de droom erbij. Droom en slaap vormen getalsmatig samen
en omgedraaid het Hebreeuwse woord voor ‘GaLeTh, ‘Geschenk van God’’.
Als men sterft, is men ‘zo te
zeggen’ nog drie dagen verbonden met zijn ‘slapende lichaam’ en zweeft de ziel
er nadien vandaan en gaat ze uit de tijd.
Dromen zijn eigenlijk gaven,
geschenken!!!! En daar kun je veel mee doen. Als je het maar tot je neemt! Dat
is de kwestie. ‘Bewust worden’ of+ ‘gewoon laten gaan!’..G.
UpToDate 2024-2025