De
seizoenen en de daaraan verbonden geestelijke analogieën
De Winter
In
de winter is er het minste licht en warmte. Analoog hieraan is zo’n periode van
vier maanden als in een staat van aanwezige liefde en wijsheid. Zo beschrijft
Emanuel Swedenborg dit in één van zijn boeken. Vooral betekent winter een
toestand van de kerk of tempel. In dit weinige licht komt de Heer
Zelf en maakt Hij een nieuw begin. Daaruit wordt een nieuwe kerk
geboren, waarin Hij weer wonen kan. Hij kwam Zelf, door Zijn geboorte te doen
plaatsvinden [op 7 januari 4151 n. Adam] als een klein Mensenkindje.
De Lente
De
volgende feestviering zijn de Paasdagen in de
lente. De zonwarmte neemt steeds meer toe, ook het groeidom. Swedenborg zegt
hierover: ‚de mens wordt in de positie geplaatst in de liefde tot de Heer, van
waaruit een nieuwe wijsheid [of warmte] zich kan vormen. Jezus is in ieder mens
opgestaan. Het betekent tevens ook een nieuw begin en dat wij in ons geheugen
een overzicht hebben, dat het geestelijk leven met zijn vele beproevingen ieder
mens te doorstaan heeft.
De eerste drie
dierenriemtekens [zodiacs] hebben een betrekking tot het goede, waaruit het
ware mee overeenkomt evenals in de periode van ram, stier en tweeling. De Ram
staat ook beeld voor het schaap. Want schaap betekent het geestelijk goede en
het rundvee het natuurlijke goede, wanneer
zij met deze eigenschappen goed samenwerkt.
De Zomer
We zijn een fase verder gekomen en we staan al
aan het begin van de periode van de Zon. Deze
tijd is vergelijkbaar met een staat van speciaal ‘verlicht’ zijn. De baan,
die de Zon in de loop van het jaar aan de sterrenhemel beschrijft, wordt
verdeeld in twaalf lagen. Dit wordt een dierenriem genoemd. Over de gehele
wereld zijn de tekens van de dierenriem vernoemd naar verschillende dieren
volgens Egyptische observatie aan de hemel. [in Jakob Lorber beschreven] wiens
land nog de afstammelingen zijn van de vroegere kerk van Noach.
De volgende drie in de dierenriem gaan door de
loopbaan rondom de Zon. Zon betekent een
staat van verlichting en heeft een relatie met het ware. De kreeft heeft
een schaar, zodat hij iets kan pakken. Zij
is een levende waarheid met de eigenschap om andere waarheden met zich mee te
verbinden en deze aan haar ondergeschikt maken. In negatieve zin betekent de
Kreeft het ware, dat zich van het goede wil scheiden. Dit wordt weergegeven
door haar stapvoets verkeerde loopwijze, en de Zon [het licht] begint zich
terug te wijken, naarmate zij zich in haar eigen teken komt.
De Leeuw betekent de kracht
van het ware. De Maagd wijst naar de kerk, die leeft uit liefde voor de
waarheid.
De Herfst
In
de herfst doorloopt de Zon de ‘sterrenbeelden’ Weegschaal, Schorpioen en
Boogschutter. In deze tijd neemt het licht en de warmte af. Vanuit geestelijk perspectief betekent dit
een toestand waarin de verlichting [belichting] steeds meer afneemt en de kerk
haar laatste fase nadert. Juist in zo’n periode wordt zij onder de loep genomen
en rijst de vraag of zij op deze manier in haar toestand blijven zal.
De weegschaal betekent
het afwegen van het goede en ware, dat in zo’n kerk aanwezig is. Schorpioen
betekent de overreding van het verkeerde, welke de mens onopgemerkt te gronde
richt, evenals een schorpioen zichzelf met zijn angel in de staart doorboort.
Boogschutter betekent strijd om de waarheden tegen leugens en vice versa.
Nogmaals de winter
De
winter is wederom teruggekomen. Een nieuwe cyclus begint. De Zon gaat door de
tekens van het dierenriemteken Steenbok, Waterman en Vissen.
Een nieuwe kerk wordt
voorbereid en opgericht, maar zij is nog niet zichtbaar voor het oog van de
wereld. In zulke staten zijn de waarheden gescheiden van het goede, ze leven
alleen in herinnering, behalve bij de weinige leden van een stervende kerk,
waaruit een nieuwe kerk kan worden gevormd. [Hiertoe hebben de
genoemde zodiaktekens weliswaar een zekere relatie, maar echter geen
invloed!!!]
De Steenbok is een
weergave van het ware, dat gescheiden is van het goede. De ‘wateren‘ zijn
bekende voorstellingen van de waarheden. Een Waterman is iemand die zich
bezighoudt met de waarheden. De winter is eveneens een tijd van innerlijke
beschouwing en op zoek naar zijn eigen innerlijke waarheid. De Heer is onze Schepper – en
empirisch gezien – ook een WATERMAN, die Zijn hemelse water over de Aarde giet,
hoewel JEZUS in Zijn aardse leven een STEENBOK was. [7-1]
Nabeschouwing
De vier seizoenen moeten
ook in overeenstemming zijn met de vier dieren, die in de Openbaringen van
Johannes worden genoemd, evenals het visioen van Ezechiël. Deze dieren zijn
o.a.: een Leeuw, een Kalf, een Mens en een Adelaar.
Het Kalf betekent het
goede van het ware, evenzo ook de Stier, waarin de Zon in het voorjaar [de
lente] zich al steeds meer laat zien. De Leeuw betekent de kracht van het ware,
evenals bij het dierenriemteken Leeuw, waar de Zon zomers hoog aan de hemel
staat. In plaats van
Schorpioen zien we hier de Adelaar, een sterrenbeeld, niet zo ver weg van een
hemelsdeel, waarin de Zon in de gloed van de herfst staat.
De staat van de kerk wordt vertegenwoordigd
door de herfsttijd, de waarheden worden min of meer intellectueel beschouwd en
de adelaar betekent de kennis van de waarnemingen [besef] in het ware en de
inzichten in het ware. De mens betekent de wijsheid van het ware. Dit heeft dus
dezelfde betekenis als de Waterman in het hierboven beschrevene en in ook in
het voordeel.
Bron: Swedenborg ‚enthüllte Offenbarungen‘ door professor dr. Charles
van Os, December 1929 - ‚uit de hemelse
leer‘. [Nederland] Deze bijdrage werd ook anoniem gepubliceerd op 22-3-2015 in:
http://meister-eckhart.ning.com/?xg_source=msg_mes_network
[ingekorte versie!] onder verantwoording van Gerard
bron: Jakob-Lorber-Bulletin-International,
07-2019, nr. 43: www.zelfbeschouwing.info
UpToDate 2022