Scholen in het hiernamaals

[via Jakob Lorber ontvangen in 1840 van de Heer]:

 

Jarah vraagt Jezus: Komen hun zielen in het hiernamaals soms ook in die zonneschool?" IK zeg: "Dat toch wel niet, Mijn allerliefste Jarah, want zij behoren niet tot een onrijp, maar tot een helemaal rijp volk. En de zielen van een rijp volk komen, als zij eens in alle slechtheid zijn gestorven, door hun eigen wil in de diepte der aarde.

 

Want omdat zij pure materie zijn geworden, is dat hun element, en zij willen en kunnen daarvan niet scheiden. Wel zal er alles, ja zelfs het uiterste aan gedaan worden. Maar alle kwellingen en smarten worden op hen losgelaten om hen los te maken van de materie. En als er een van de materie los komt, dan komt ze in de scholen die op het geestelijke deel van deze aarde bestaan. Pas daarvandaan gaat ze dan verder naar de Maan. Als ze daar iedere graad der zelfverloochening heeft doorgemaakt en daarin sterk is geworden, wordt ze naar een volmaaktere planeet verheven en daar in de ware wijsheid onderwezen.

 

Wanneer dan zo'n ziel in het ware licht is opgenomen, wekt dat licht, als het sterker en sterker wordt, de warmte van het geestelijke leven op, en de ziel begint zich zodanig met haar geest te verenigen, dat langzaam maar zeker haar gehele leven liefde wordt. Als die liefde dan sterk en krachtig genoeg is geworden en is overgegaan in de echte innerlijke levensvlam, dan wordt het in de ziel van binnenuit licht en stralend, en pas dan bevindt zo'n ziel zich in de toestand waarin ze opgenomen kan worden in de vrije wereld van de gelukzalige geesten, waar zij dan als een kind weer verder opgevoed wordt.

 

Maar totdat een op Aarde stoffelijk geworden ziel zover is, kunnen in het gunstigste geval toch altijd wel verscheidene honderden jaren verstrijken. De verbeteringsinrichtingen zullen zo omvangrijk zijn dat ze van hier tot in het hiernamaals zullen worden uitgebreid!

 

Jarah zag op een ster - door Jezus genoemd een kleine school- en trainingshuis in zelfverloochening en zelfbeheersing. Al die schoolhutten staan onder leiding van een engel (Raphael) - bron: GJE2-133,138,139 - 2-140 [4-7]

 

De Waarheid

Want de zuivere waarheid helpt de mens weinig of niets voor het eeuwige leven, zolang hij haar niet door de daad heeft levend gemaakt. Als hij dat gedaan heeft, stroomt het licht van het eeuwige leven binnen en verlicht de hele warboel van de mensenziel, zoals de zon midden op de dag in alle dalen en kloven, ook al zijn ze nog zo diep, haar licht geeft, ze verwarmt en daardoor met haar leven vervult. bron: GJE2-234

 

Wat kan nu anders de volle eeuwige waarheid zijn dan God Zelf, die, altijd al alle volmaaktheid in Zichzelf bevattend, in de geest steeds Één en dezelfde is en dus voor eeuwig in en door Zichzelf onveranderlijk is, omdat in Hem, als de eindeloze volmaaktheid Zelf, geen verdere veranderlijkheid denkbaar is. God is de enige en eeuwige oergrond van al het zijn. Alles wat er is, bestaat uit niets anders dan Zijn vastgelegde ideeën; hun bestaan is daarom ook een bestaan in God en hun leven is Gods leven.

 

In God is derhalve alles de volle eeuwige waarheid, ter­wijl buiten God niets kan bestaan, ‑alleen in ons mensen toch nog, in zoverre wij door de zuivere liefde tot Hem, Één zijn met Zijn heilige geest. De zuivere liefde tot God verbindt ons met God en maakt dat wij Één met Hem worden. Als we dat zijn, wordt alles puur licht, waarheen wij ons ook wenden. Dit oerlicht in de hoogste geestelijke zuiverheid, is dan de eeuwige onveranderlijke waarheid. bron: GJE2-199

 

Want iedere straf als zodanig is geen waarheid, maar het tegendeel, omdat de straf niet uit de liefde, maar uit de toorn van de wet en de wetgever voortkomt. De toorn is zelf een oordeel; en in het oordeel is geen liefde. Maar waar geen liefde is, is ook geen waarheid. Houdt u daarom aan de zuivere liefde, en werk in haar waarheid en kracht, en u zult dan altijd de waarheid vinden en heel duidelijk gewaar worden dat er echt wel een algemene waarheid is, die niet alleen deze aarde, maar de hele oneindigheid doordringt! bron: GJE1‑70

Maar Ik zeg u: Als een mens zou leven volgens de innerlijke zuivere waarheid en daardoor zelf een deel van die waarheid zou worden, en niet meer aan zijn waarheid zou twijfelen, dan zou hij tegen Één van de ons hier omringende bergen kunnen zeggen: 'Verhef je en val in de zee!' ‑ en de berg zou zich verheffen en in de zee vallen! Leef daarom volgens Mijn leer! Wees uitvoerders en niet alleen oppervlakkige hoorders en bewonderaars van Mijn woorden, leer en daden, dan zal ook u dat ten deel vallen, wat u nu zo zeer in Mij bewondert! Want u zijt allen geroepen om net zo volmaakt te zijn als de Vader in de hemel Zelf volmaakt is! Nu weet u alles; leef daarnaar en dan zult u in u zelf gewaar worden of Ik u de waarheid verteld heb of niet! Onderzoek Mijn leer dus door de daad, maar doe het wel met veel vuur, en vermijd iedere vorm van lauwheid, en pas op die manier zult u ervaren of dit een menselijke of een goddelijke leer is!' bron: GJE1‑71

 

Aan gene zijde wordt alles met de zuiverste weegschaal afgewogen en met de secuurste maat gemeten. Waar ook maar iets zelfzuchtigs te voorschijn komt, zal de weegschaal geen uitslag geven en niet voldoen aan de hemelse maat! Daarom moet je zonder enige reserve de volle waarheid in je hebben, anders kun je niet binnengaan in het rijk van God.

 

Zouden wij reeds van het begin af aan verzadigd zijn door de zuivere waarheid, zoals deze komt uit de mond van God, dan zouden wij heel weinig belangstelling hebben voor een toekomstige nieuwe waarheid! God de Heer ziet dat echter van te voren en laat daarom toe dat de afgestompte mensheid een tijdlang met varkensvoer gevoerd wordt, en dat hun bodem door het onkruid een hoge voedingswaarde krijgt. Dan pas smaakt de in de nacht naar licht smachtende mensheid de reine en edele vrucht van het zuivere woord van God. bron: GJE2-76,202

 

De mensen leven niet eeuwig op deze Aarde, zoals een paar duizend jaar lange ervaring laat zien, maar ze moeten allen na niet al te lange tijd dit lichaam verlaten, dat dan voedsel voor de wormen wordt; maar de ziel moet dan verschijnen voor het gerecht van God! Dan vraag ik mij af, hoe ze met haar hoog geprezen leugen voor God zal standhouden – bron: GJE1-56

 

Er is slechts een waarheid in de mens en deze grote en heilige E n e is de liefde, en deze liefde is een echt vuur uit God en woont in het hart; nergens anders dan in deze liefde is waar­heid, want de liefde is zelf in iedere mens de diepste grond van alle waarheid in en uit God!

Als men de waarheid zoekt, dan is die alleen maar in de waarheid te vinden; voor het hoofd is het voldoende als het u de sleutel tot de waarheid levert. Houd daarbij voor ogen dat alles, wat u tot de liefde aanspoort en brengt, een sleutel tot de waarheid kan zijn; laat u dan door zo'n aansporing en door zo'n les leiden en treed binnen in de liefde van uw hart, en u zult de waarheid vinden, die u zal bevrijden van alle bedrog! bron: GJE1‑69

 

UpToDate 2024-2025