Wie is de Satan?

De Heer zei tegen Satana ten tijde van de aartsvaderen (Adam, Seth, Sehel, Henoch):  ‘Was jij niet eerst door Mij voorbestemd om in het door Mij gevormde lichaam van Adam je aard te veranderen?! Je wilde echter niet – geheel vrij vanuit jezelf – wat je had moeten helpen, maar je streefde ernaar een vrouw te worden! Ik liet je weldra vrij worden en liet je uit het lichaam van Adam ontstaan, één van vlees met hem, terwijl Ik Adam een nieuwe levende ziel inblies en hem zo geestelijk naar Mijn beeld schiep. Jij zou in Eva veranderd moeten worden en je natuur van de dood en het gericht overwinnen en alleen door eigen toedoen zo verkeerd bent geworden.’ [Hui3-21:8,9,10]

 

De Heer wordt bedroefd over de halsstarrigheid en ongehoorzaamheid van Satana en zegt heel treurig tot Kisehel, Henoch en Lamech uit het hooggebergte: ‘Kinderen! Ben Ik zo, en verdien Ik dit?!

Hoeveel heb Ik in Mijn eeuwige liefde wel gedaan om dit wezen te redden en tot de uiteindelijke moeilijke volmaaktheid te brengen; maar in dit werk wil het Mij niet lukken!’

 

‘Ja, Ik heb aan dit wezen een fout begaan en die bestaat uit het feit dat Ik het te volkomen heb geschapen, om het na de voltooiing zo eindeloos gelukkig te maken als maar in Mijn vermogen van eeuwige almacht, wijsheid, goedheid, liefde en erbarming ligt. Maar dit wezen, dat nog niet tot een kwart van zijn rijpheid is gedijd, verzet zich juist nu op de allerbelangrijkste en hachelijkste momenten van zijn ontwikkeling zo zeer tegen Mijn alles leidende orde, dat Ik ernstig bedroefd moet worden over een dergelijke koppigheid!’ [Hui3-22:17-20]

 

                           See the source image

 

De Heer wil echter Zijn eeuwige liefde niet opgeven en zegt: ‘Ik zie Mij genoodzaakt opnieuw een eindeloos lang proces in te leiden om daardoor bij stukjes en beetjes deze stijfhoofdigheid af te zwakken tot op een atoom, en aan de andere kant te beginnen met het vormen van een geheel nieuw schepsel uit jullie, Mijn kindertjes, naar Mijn hart, zoals jullie zijn!’

 

‘O Satana, eens weende Ik, toen je voor de eerste keer ongehoorzaam aan Mij was; nu ween Ik en zal Ik nog een keer wenen, maar daarna zal Ik nooit meer om jou wenen, maar Ik zal je belonen volgens je werken en volgens je wil! Dan zul je inzien wat je trotse eigenzinnigheid van je maakte en waarheen zij leidde!’ [Hui3-22:21,22]

 

·       Satan wil een man worden

Satan oppert de wens om een man te worden en dit gaat ook in vervulling. Waarom wilde hij een man worden? Om zich beter te kunnen ontwikkelen en verbeteren. Daarop zei de Heer: ‘Luister, jij eeuwig onbestendig en veranderlijk wezen, en zeg Mij in hoeveel wezens je je daarom al hebt laten omvormen waarbij je Mij altijd de verzekering gaf en zei: ‘O Heer, laat mij toch deze vorm aannemen, dan zal het daarin beter gaan met mij!’

 

‘Ik heb met jou altijd gedaan wat je ook maar wilde; er zijn op aarde niet zo veel atomen als er gedaanten en vormen en karakters zijn waarin je je door Mij al hebt laten veranderen ten behoeve van je steeds weer voorgevende verbetering!’ ‘Zo vaak Ik maar ter wille van jou een nieuw zonnen- en planetengebied heb gegrondvest, wilde je in de zonnen vrouwelijk zijn – en op de planeten mannelijk!’ [Hui3-23:8-10]

 

Verder sprak de Heer tot Satan: ‘Maar als je een vrouw wilt blijven, dan zal Ik je een vorst van de nacht uit jou ter zijde stellen; die zal je de macht geven het geslacht van de mensen te beproeven. Wil je evenwel een man zijn, dan zal Ik een reine zonnevrouw tegenover je stellen, een tweede Eva; die zal je op je oude koppigheid treden. Ook al wil je haar in haar hiel steken, dat wil zeggen in haar vlees, dan zal dat haar niet in het minst schaden! Nu weet je hoe de dingen er voorstaan; doe dus wat je wil.!’

 

‘Als je een man, een vrouw, een dier of een element wilt zijn, daar zal Ik me daar weinig van aantrekken; maar Ik zal nu ook van Mijn kant niet met jou overleggen, maar volgens Mijn enige raad doen!’

 

‘Hierop werd Satana [naar zijn wens] plotseling een krachtige, opgewekte uitziende man en de Heer toonde de man direct de zonnevrouw en zei: ‘Goed dan, - daar ben je, en daar is zij! Ga daarom weg van hier volgens je vermogen en ik zal volgens het Mijne handelen! Amen.’ Hierop werd Satan onzichtbaar evenals de zonnevrouw.’ [Hui3-23:14-20] (Merkwaardig dat in de tijd der oervaderen al sprake was van man en vrouwdeling, twee binaire ‘genders’, althans bij Satan [Luzifer] , de voorloper van enerzijds het binair tweegeslachtsmodel of anderzijds het zich willen manifesteren als genderbinair wezen!)

 

De Heer verklaart het innerlijk verwante wezen van Satana: ‘Zie, Satana, Adam en Eva zijn als het ware één, en verder zijn Kaïn en zijn nakomelingen ook weer als het ware één, omdat ten eerste Satana zich geheel uit gehoorzaamheid aan Mij had moeten laten gevangennemen in Ada en vanuit hem in Eva en vanuit Eva in de eerst verwekte zoon, opdat zij zodoende volkomen volmaakt was geworden en daardoor alle verdere verwekking volmaakt, zoals in de hemelen, uit haar voortgesproten zouden zijn!’ [Hui3-24:10]

 

En verder zei de Heer tegen het gezelschap: ‘Dit wezen wilde dat echter niet, omdat ze het niet over haar hart kon verkrijgen om Mij vanuit zichzelf zoveel gehoorzaamheid te tonen.

In Adam wilde het niet overeenkomstig Mijn beeld zijn; daarom vereende zij zich met de zelfaanschouwing, ging spoedig over in fatale eigenliefde, en de mens Adam doolde als een treurige woning van dit wezen rond en lette niet op de dingen die hem omgaven. Weldra moest Ik een scheiding van zijn wezen uitvoeren, nam uit Adam hetgeen zich in hem als het vrouwelijke had gevormd en liet in hem alleen de mannelijke geest en plaatste de vrouwelijke geest als Eva vrij in een nieuwe, mooie woning buiten Adam.’

 

De Heer vervolgde: ‘En Adam herkende in Eva meteen zijn tweede zelf en had er een groot welgevallen aan. Maar daar het tweede wezen spoedig in zichzelf merkte dat het zwakker was dan het eerste, zon het op een list om zich mogelijkerwijze boven het eerste te verheffen.’ [Hui3-24:11-15] [Hier zien we een vergelijking met Luzifer en zijn Schepper, Luzifer wilde zich boven de Godheid verheffen!]

 

En verder: ‘Het tweede wezen [het vrouwelijke deel van Adam] concentreerde zich in zijn mannelijk deel, liet in Eva het zich zwak wanende vrouwelijke achter en maakte zich van haar los in de gedaante van een slang als een afschuwelijk tweeslachtig wezen dat als man en tegelijk als vrouw kon handelen, wat dan ook spoedig zichtbaar werd bij de niet gezegende verwekking van Kaïn…’

 

‘En zie, Ik moest toen de hele schepping omvormen en in plaats van de volkomen verwekking, de onvolkomen zegen met het voorbehoud dat deze niet door Mij kan worden aangezien voordat het overgeërfde kwaad uit het grondwezen van Satana door de zuivere liefde tot Mij geheel vertreed wordt, omdat in Adam zowel als in Eva een deel van Satana noodzakelijk achterbleef, dat elkaar voortdurend begerig moet behagen, omdat het, hoewel gescheiden, toch de typisch eigen dubbelnatuur van Satana is.’ [Hui3-24:17,18]

 

‘Zie, zoals in Adam en Eva wordt dit wezen nu voortdurend in alle schepselen gedeeld en verzwakt totdat het zich tot aan het einde der tijden volledig gedeeld zal hebben en er tenslotte niets meer overblijft dan de lege vorm zonder leven omdat al haar liefdeleven moet en zal overgaan in een geheel nieuw schepsel in jullie, die nu reeds Mijn kinderen zijn.’ [Hui3-24:20]

 

·       Satan verleid de mensheid

 

Satan (Lucifer) oppert het plan om de mensen door vrouwelijke schoonheid te verleiden. Hij zegt: 'Ik heb wel macht in het gesternte evenals over alle elementen op aarde...‘  'Ik zal bij de verwekkingen van de dochter in de laagte aanwezig zijn en hun vlees zo mooi en bekoorlijk laten worden dat iedereen die zo‘n dochter van de steden in de laagte zal zien, helemaal door haar grote bekoring gefascineerd zal worden! Dat kan en mag ik doen omdat het vlees nog in mijn macht is!‘ Daarop zei de Heer met een stem van boven: 'Satan, omdat je een man wilde zijn ben je vrij; doe in jouw elementen wat je wilt, en de Heer zal ook datgene doen wat Zijn wil is!‘ (Hui3-32:3,8,19)

 

‚Ik heb macht in het gesternte evenals over alle elementen op arde; maar wat heb ik daaraan, als de mensenkinderen macht hebben in het hart van God en daarmee overal, waar ik altijd in opstand wil komen, mij met vreselijke kracht tegemoet kunnen treden!‘

 

‚Maar ik weet nog steeds wat ik wil doen; ik zal het menselijk ras binnenkort als lokaas gebruiken,  omdat ik het recht heb het te proberen, en het zal spoedig blijken of de kinderen van de Heer zo standvastig en onwankelbaar zijn als ze nu hebben bewezen te zijn onder de persoonlijke en essentiële leiding van de Heer!‘

 

Ik zal aanwezig zijn bij de voortplantingen van de dochters van de diepte en zal hen zo mooi en bekoorlijk in hun vlees maken dat iedereen die naar zo'n dochter van de steden van de laagte kijkt, volledig in de ban zal zijn van haar grote magie! Dit kan en mag ik doen, omdat het vlees nog steeds in mijn macht is!‘

 

‚Maar wat doe ik, als ik dit doe! Goed of kwaad? Want als ik kwaad doe, zal de Heer mij gelijk geven; als ik goed doe, zal de Heer zeggen: Het goede is alleen in God! Maar ik weet hoe ik het zal regelen: Het zal in het midden geplaatst worden, - noch kwaad, noch goed!‘

 

‚En de mooie dochters zullen dat zijn; naast hen zal er nog één zijn die sterk en deugdzaam is, die met God welgevallig kan meelopen! [Maar als hij dat niet is, zal hij tenminste in de mooiste dochters een goede toetssteen en een machtige gelegenheid vinden om zijn deugdzaamheid te versterken of te verzwakken, zodat hij voor God en mij staat zoals hij is, maar niet zoals hij zonder inspanning en zelfbeheersing zou willen zijn: een heer zelfs over mij en een machtige vorst in de hemel!‘

 

‚Dat daardoor menig zwakkeling in het garen zal gaan, dat is zeker; maar dat daardoor ook menig groot deugdige held zal worden, dat is ook zeker! Het ding - aan beide zijden gewogen - is dus op zichzelf noch slecht, noch zelfs goed te noemen; het is dus het midden, dat wil zeggen een limbo tussen goed en kwaad!‘

 

‚Laat het daarom vast besloten en kort uitgevoerd worden! Maar nog één ding: Als de zaak uiteindelijk toch erger blijkt te zijn dan ik nu heb berekend? Dan zou ik weer vijandig met de Heer moeten omgaan! Maar ook hier weet ik wat ik wil doen! Henoch is de rechterarm van de Heer hier op aarde; ik zal naar hem toegaan en hem mijn plan voorleggen! Hij zal er met de Heer over overleggen en mij dan laten weten of het voor de Heer aanvaardbaar is!‘

 

‚Dat zou zeker goed zijn, maar als Henoch met zijn grote macht mij gruwelijk afwijst? Wat dan in mijn nieuw ontwaakte woede?! Hoe zit het als ik zelf naar de Heer durf te gaan! Dat zou natuurlijk de kortste weg zijn!‘

 

‚En er kwam een stem van boven tot het oor van Satan, die kortweg zei: "Wat raadpleeg jij in deze zaak? Maar Satan zei: "Heer, ik wil niets kwaads doen, maar alleen een levitatie oprichten voor Uw kinderen, maar niemand in het minst hinderen in zijn volle vrijheid; sta mij daarom toe! En de stem van boven zei: "Satan, aangezien jij een mens wilt zijn, ben jij vrij; doe wat jij wilt in jouw elementen, en de Heer zal ook doen wat Zijn wil is! - Maar laat Henoch vrijuit gaan naar Mij!‘

 

‚En Satan was volkomen tevreden met dit besluit, en legde spoedig zijn hand op het vooropgezette werk, dat hij echter lange tijd niet wilde laten slagen; want zolang het geslacht duurde, zoals het nu bestond in de hoogte als in de diepte, werd er weinig gedaan met zijn schijnbeweging, - maar des te meer met de opvolgers, zoals het verloop helaas zal aantonen!‘ (Hui3-32:3-20)

 

 Lamech stelt de Heer een zeer menselijke vraag, waar komt het erge en slechte(de oorsprong en het wezen van het kwaad  in de mens vandaan? Waar komt de zonde vandaan, waar de toorn, de nijd, de wraak,de heerszucht en de hoererij? De Heer geeft hem daarop een uitvoerig antwoord en zegt oder andere:

 

En de Heer antwoordde Lamech: "Mijn beste Lamech, deze vraag van jou klinkt als een zeer wijze vraag, maar ik zeg je: ze is zeer menselijk! Maar Ik wil je toch een antwoord geven en je vraag oplossen, ook al dacht je stiekem dat je Mij een vraag gaf waarvan het antwoord Mij enige zorg zou baren, en dus luister je: In Mijn gezichtsbundel is er absoluut niets kwaads, maar alleen verschillen in de uitwerking van Mijn wil; en die is even goed in de hel als in de hemel, in het scheppen als in het vernietigen.’

 

‘Maar in de bundel van schepselen moet slechts één ding als goed worden beschouwd en geplaatst, namelijk: het relatiedeel van de bevestiging alleen moet als goed worden beschouwd en geplaatst, waaronder het schepsel naast Mij en in Mij kan bestaan, en dat is het ondersteunende of altijd scheppende deel uit Mij, - maar het ontbindende of vernietigende heersende machtsdeel als kwaad in de ogen van het schepsel, omdat het in hetzelfde naast Mij en in Mij niet als bestaand kan worden gedacht.’

 

‘In Mij zijn daarom het Ja en het Nee even goed; want in het Ja schep Ik, en in het Nee orden en bestuur Ik alles. Maar voor het schepsel is alleen het ja goed en het nee slecht, en dat zolang het niet volledig één is geworden met Mij in het ja, waar het dan ook in het nee zal kunnen bestaan.’

 

‘Er zijn ontelbare andere werelden waar Satan niet gekend wordt en dus ook het nee niet gekend wordt, maar alleen het ja in zijn omstandigheden.’

 

Voor Mij bestaat er geen Satan en geen hel, – maar wel wat hemzelf en de mensen van deze aarde betreft, omdat het hier om de vorming van Mijn kinderen gaat. Er zijn nog talloze andere werelden waarop men de Satan niet kent...De aarde is een kinderkamer en daarom is daar altijd veel gehuil en loos lawaai.’ (Hui3-67:9,16-18)

 

Satan verdraait op listige wijze de beloften van de Heer. Hij bezweert de ondergang van de Heer met de volgende woorden: ‘Jouw almachtige God zal ik aan een stuk hout laten vastmaken, waarvandaan Hij tevergeefs om hulp zal roepen! Dit mensengeslacht zal ik zo gauw mogelijk met vlammen en watervloeden verdelgen, opdat er nergens meer een spoor van te vinden zal zijn; maar jou zal ik niet doden  opdat je een getuige bent van alles wat ik zal doen waarover ik nu in mijn gerechtvaardige grimmigheid heb gesproken!’ (Hui3-86:8,9)

 

Henoch geeft een krachtig antwoord en zegt tegen de myriaden maal myriaden aantal zonnejaren oude Satan: "Hoor nu, gij meest kwaadaardige willekeurige schender van de heiligheden! Myriaden van maal myriaden van zonnejaren, zoals één duurt voor achtentwintigduizend aardse jaren, je bent altijd een meest koppige, meest recalcitrante afvallige van God geweest!’

 

‘Wat heeft de oneindige liefde van de Heer allemaal gedaan om u duivels, ongehinderd door uw vrije wil, weer op het rechte pad te brengen!’

 

‘Kijk omhoog, al die ontelbare zonnen en werelden van alle soorten die de Heer voor jullie heeft geschapen, zodat jullie op de ene of de andere terugkeren! ‘Kijk omhoog naar al die talloze zonnen en werelden van allerlei aard die de Heer terwille van jou heeft geschapen, opdat je op de ene of de andere zon zou terugkeren!’ (1 myriade is dus 28.000 jaar!] (Hui3-87:2-4)

 

En de Heer zei tegen hem:  ‘Zie, alle ontelbare zonnen en werelden van alle soorten heeft de Heer voor jou geschapen, opdat jij naar de een of andere zou terugkeren. Tot nu toe heb Ik je nooit een doel gesteld, maar het stond je vrij om vele tijdslimieten te gebruiken. Vervolgens om Mij bij elke afspraak voor te liegen, de ene leugen na de andere. Om Mij te bespotten als een domme God vol zwakheden, alsof Ik blind en doof zou zijn en jouw plannen niet zou kunnen doorzien! Je kent de leeftijd van Adam?! Maar nu ben Ik jouw oude ongerechtigheid beu en daarom stel Ik je nu een tijdslimiet vanuit Mijzelf!’ (Hui3-87:10)

 

‘Ken je de leeftijd van Adam? Zie, het is reeds eenmaal verlopen; maar wanneer het nog zesmaal zal verlopen, dan zullen ju en al jouw helpers en helpsters de verschuldigde beloning vinden in het eeuwige vuur van Mijn toorn!’

 

‘Maar opdat je dit vuur zou proeven tot de laatste limiet dat Ik nu voor je gesteld heb, heb Ik zojuist een kleine vonk in het midden van de aarde laten dalen en er een haard voor gebouwd en een nieuwe woonplaats rond de haard; daar zul je van nu af aan tijdelijk gedwongen zijn deze kleine vonk te beproeven! - En dit zal zo vaak gebeuren als je tegen Mij gezondigd hebt, zoals nu!’

 

‘Maar nu beveel Ik jou deze woning binnen te gaan zolang het Mij behaagt! Amen. Hier splitst de aarde zich naar de afgrond. Rook en vlammen kwamen uit de spleet, en met het vreselijkste gehuil dook Satan in de afgrond; en de aarde sloot zich weer.’

 

[Hier is de vraag of de Heer de toenmalige leeftijd van Adam met 930 jaar bedoelde of dat Satan al wist dat Adam al gauw zou sterven] (Hui3-87:4-15)

De Heer waarschuwt voor de slang in het vlees van de vrouw. Hij zei tegen Lamech uit de berghoogte: ‘Pas op dat de slang je geen parten speelt want zij is reeds in de laagte begonnen het vlees van de dochters te verfijnen en glad en mooi te maken! Wanneer je ziet dat het vlees van de vrouwen steeds voller, blanker, fijner en weelderiger wordt; wanneer de vrouwen met onbedekt hoofd en gezicht, met naakte borst en blote handen zullen rondlopen; wanneer de vrouwen wellustig de mannen zullen nalopen en de moeders hun dochters zullen opschikken en tooien en hen overdag en ‘ s nachts mee uit zullen nemen om door dergelijke uiterlijke opsmuk, hetgeen de allerergste kunst van Satan is om een man te vangen, opdat hij zou besluiten zich aan de dochter over te geven en haar tot vrouw te nemen of haar op zijn minst per dag of per uur als bijslaap te nemen om tegen een meest schandelijkste huurloon ontucht te bedrijven.’ (Hui3-122:3-5)

 

‘Let op, Lamech, wat Ik hier zeg! –; wanneer de vrouw zich boven de man zal verheffen en over hem zal willen heersen, en ook werkelijk over hem heerst, door haar van Satan verkregen bekoorlijke vlees of door schatten en erfenissen van de wereld of door een zekere voorname stand en voortreffelijker afkomst.

 

Wanneer het vrouwelijk geslacht, dat ondergeschikt zou noeten zijn, met spottende en verachtelijke blik en hart neerziet op de arme man en zal uiroepen: ‘ Bah, wat een stank hangt er aan deze ordinaire kerel! Wat is deze mens toch ontzettend lelijk; wat een weerzinwekkende aanblik! Kijk dit lage gespuis…’  Dan, zegt de Heer, luister goed Lamech! -dan zal ik de wereld verlaten en haar overgeven aan de macht van degene aan wie zij hulde brengt, en ik zal alle schepselen vervloeken! En Ik zal Mijn oren stoppen, zodat Ik het sterke gejammer van de ellendige mensen der aarde niet zal kunnen horen, om Mij te ontfermen over hun nood en hun ellende, maar om Mijn oordeel te zenden over alle vlees op aarde op de vastgestelde tijd, en om Mijn toorn uit te storten over het gehele land en over alle schepselen!’ (Hui3-122:6,7)

 

UpToDate 2024-2025