Rozengeur
Wist je al?.....
Geurstimulatie voor de behandeling
van angst, verdriet en cognitieve problemen is algemeen bekend. Maar ROZENGEUR
kan bijvoorbeeld het geheugen verbeteren, het leren en denken gemakkelijker
maken en zelfs een positief effect hebben op de hartfunctie.
In een studie over chronische
rugpijnpatiënten werd de pijngrens verhoogd door te oefenen met aangename
geuren, dus veel minder pijn en zonder bijwerkingen. Het kan zelfs pijn
voorkomen!
Laten we bij de verdere toekomstige
vorming van onze cultuur en economie op deze aarde toch eens meer nadenken over wat we onze neus maar constant
aanbieden: de mensen houden blijkbaar meer van uitlaatgassen, industriële
vloeibare en gammele uitlaatluchten uit airconditioningsystemen. Of toch liever
de van nature bekende geuren die de mens
mentaal en fysiek gezond houden?!
Etherische
rozenolie is verkrijgbaar in de apothekers of andere aanbieders.
Laten we het in dit verband over de
‘onderwereld’ hebben. De diepte is de onderwereld, tot daar helemaal waar je
zonder meer nog iets zou kunnen zijn, en daar is die roos. Ps.130:1 verwijst
ernaar. Liefde is daar niet zo eenvoudig, maar…
Twaalf blaadjes heeft een roos, 6
rode en 6 witte afwisselend en een 13e blad die een kleur heeft die
we hier eigenlijk niet kennen, het heeft een onuitspreekbare kleur, een voor
ons hier niet bestaande kleur. Deze roos in de diepte [de binnenste hartkamer]
existeert en de Heer zegt van Zich ‘Ik ben dat!’
Het
Hebr. woord voor ‘geur’, ‘reuk’ is RoejaCh = 200-10-8 en ‘longblaasjes’
of ‘bloembedden’ in het Hebreeuws: ARoeGoH.
De
Heer is afgedaald in Zijn tuin waar het hoeden is, waar de balsembedden
zijn, het is meervoud, waar de ‘deeltjes’ zijn. Het hebreeuwse woord voor Reöh = longen 200-1-5, die zoveel deeltjes [longblaasjes] hebben,
terwijl RoöH of
Reöh – ook als 200-1-5, ‘zien’ betekent. De
bloembedden, de bloemperken, zijn de rugzijde van de longen.
In de geneeskunde is in het Hebreeuws dit ook
de zijde van de longen waar dus de deeltjes van de longblaasjes zijn Waar
nogmaals de bloembedden zijn die geuren geven. Deze vele deeltjes, ook in de
longen, laten dat zien. Maar we
kijken toch niet met de longen? Geen mens ziet met zijn longen. Toch heten zij ‘inzicht’.
We ademen in, dat wil zeggen: Gods Adem ademt de mens in en de mens geeft zijn
belevenissen weer mee terug.
De ziel is de adem, de levensadem,
komend van God als ‘NeShaMa’, het
hoogste van wat we hebben, dat ons doet ‘leven’. Adem betekent ‘NesSheM’ als 50-300-40.
We kennen ook het reukwerk = [Hebr.:
Ketoeroh of Ketoerah], de
geurende 100-9-6-200-5. [Gen.25:1,
4. Kron.1:32,33]. Geur 200-10-8 of ‘lieflijke geur’: 50-10-8-6-8 zoals het vertaald wordt, dat ademt God in. De
Heer geeft ook de adem in de mens bij de Schepping, de ‘roeach’ ,de adem van de neus’,
dat wil zeggen, God stuurt van Zich Zelf uit en geeft daarvan iets aan de mens.
Alles geurt, niet alleen de kruiden
of de bloemen, maar ook hout, stenen of kristallen, alles heeft geur! Eén geliefde is er, één God is er, één mens is
er in de wereld. De mens trekt zich op naar God en in eeuwigheid zal hij
existeren. Ofschoon in de eeuwigheid dan vele mensen zijn, maar ieder ervaart
het voor zich als één. Deze veelheid is een eenheid én
tegelijkertijd een veelheid.
De Heer
zegt in Jakob Lorber: ‘Kijk naar de bloemen op het veld! Is niet elke anders
van vorm, kleur, geur en in het gebruik en van allen is toch alleen de roos
met haar heerlijke geur en haar voor ieders zwakke ogen versterkende dauw de
edelste, indien van tevoren het hart door de geur verkwikt werd?! En als je
naar de talloze sterren aan de hemel kijkt, zul je bij nauwkeurige beschouwing
opmerken dat er ook niet twee hetzelfde licht hebben; maar één onder al die
sterren, die hun groep niet verlaten en die je 'ster van Abel' noemt, is het
die straalt als een heldere dauwdruppel in de morgenzon! Het is voor God
hetzelfde of het nu om een zonnestofje of om een zon gaat en het is voor Hem
hetzelfde om een mug of een olifant te voeden; want als iemand veel heeft, kan
hij daarvan met dezelfde wil en dezelfde liefde aan groot en klein geven: veel
aan degene die veel nodig heeft en een kleine gave aan degene die maar weinig
nodig heeft, en hij kan ook velerlei gaven uitdelen, aan de een dit en aan de
ander dat en zodoende aan iedereen wat anders. Maar Henoch werd begiftigd met
liefde en kreeg een gezegende tong en een zeer verlicht hart; daarom moet hij
ook geven wat hij ontving. En daar Gods liefde zijn aandeel werd, moet hij nu
ook liefde teruggeven, evenals de roos dat wat zij ontving teruggeeft en
niemand twijfelt eraan, dat zij van tevoren van God gekregen heeft wat zij
geeft, omdat het een goede gave is die onze zintuigen goed doet. Wie zou ooit
kunnen twijfelen vanwaar Henochs gave komt, wanneer zijn tong van louter liefde
voor God beeft!’ [Huish. v. God, e
1, hfdst.45:12, e.v.]
In Jakob Lorber staat: ‘Indien ik
je zou vragen: 'Wat is dan het groeien van een roos en wat is de roos zelf?!'
dan zouden jullie verstommen!’ [Huish. v. God, deel 1, hfdst.113:14]
‘Dat
dit echter werkelijk het geval is en moet zijn, wordt al zonneklaar bewezen
door de reuk van elke plant afzonderlijk en nog meer door haar innerlijke
substantie. Ruik maar eens aan een roos, een anjer, een lelie, een viooltje,
dan aan bilzekruid en vraag jezelf a( of de ene bloem hetzelfde ruikt als de
ander. De geur van de roos werkt versterkend op de reukorganen en verscherpt
het gezicht. De anjer trekt de reukorganen samen en verzwakt het gezicht. De
lelie verzwakt de reukorganen en bewerkt na enige tijd zelfs misselijkheid in
de maag, waardoor niet zelden hoofdpijn opgewekt wordt. Het viooltje zal op de
reukorganen op wekkend inwerken en versterkt zelfs de hersenen, terwijl het vuilgele
bilzekruidbloempje meteen walging veroorzaakt en bij lang inademen
duizeligheid en verwijding van de pupil.’ [Aarde en Maan, hfdst.20:6,7]
De Heer: ‘Deze bloem, of liever
geneeskrachtige plant, bloeit en groeit te allen tijde tegelijkertijd, zodat er
nooit enig gebrek aan is; terwijl hier en daar de een en de ander door de
bewoners worden meegenomen, groeit er al snel een jonge roos in hun plaats. In
volle bloei verspreidt ze zo'n aangename geur om zich heen dat je er niet eens
het minste idee van hebt, want er is niets soortgelijks geurigs op je aarde en
je roos is er een muffe stank tegen.’
‘Zo'n volledig
bloeiende medicinale plant zou, als hij maar één keer op aarde verscheen, een
heel land, zo groot als je merg, met de meest aangename geur kunnen verzadigen
dankzij de intensiteit van zijn buitengewone geur ; want als het niet zo was,
hoe zou de aromatische genezende kracht van zo'n bloem dan zelfs tot verre
planeetgebieden kunnen reiken? Maar dat het zich zo gedraagt - je
kunt er alleen een zeer zenuwachtig prikkelbare, geesteszieke slaper naar
vragen, en ze zal je openlijk vertellen wanneer ze psychisch met deze planeet
zou omgaan,ze de gunstige effecten van zo'n medicinale plant ervaart van zo’n
verre planeet welwillend aanvoelen.’ [We hebben het
ook over de roos, die op de planeet Saturnus weelderig groeit!] – [De
planeet Saturnus – Jakob Lorber, hfdst.7:13, e.v.]
De Heer: De “roos” betekent
echter de zuiverste, geurige liefde van Mij uit. Maar net zoals deze
‘meesterlijke bloem’ aan doornige struiken groeit, zo is ook de weg naar de
ware kerk, als de plaats, waar Mijn genade alleen thuis is, eveneens een beetje
doorniger. Maar dat is precies waarom zuivere liefde, waarvan de wortels in de
tuin van kinderlijke gehoorzaamheid de doornige struik voeden met welvarend
voedsel, het hoogste, mooiste en heiligste goed is - ja, ze is alleen het
eeuwige, meest gezegende leven zelf. En wie niet deze koningsbloem geestelijk
in zijn hart zal dragen, zal nauwelijks het grote, eeuwige koninkrijk van de
hemel binnengaan’
‘Gehoorzaamheid
is de tuin. - Het leven in de gehoorzaamheid zijn de goede wortels van de
rozenstruik. [analogie!] Hoewel zij zich
nog steeds in de donkere, lichtloze aarde bevinden, zijn ze niettemin de
belangrijkste dragers van de struik en ten slotte van de bloesem zelf. - De
[innerlijke] kerk [in de mens] is echter [te vergelijken] als de doornige
struik. En daar zitten de doornen in, alle beproevingen van vrijheid en de
veelvoudige verleidingen van de wereld, maar tegelijkertijd ook de vuurzuigers
van liefde, zoals de echte doornen op de rozenstruikzuigers van het elektrische
vuur. – Uiteindelijk is de roos het prachtige symbool van de liefde zelf!’
‘Kom zo snel
mogelijk naar Mijn tuin en bloei daar op tot de glorieuze bloem van het eeuwige
leven, want je zult weer de zeer geheime geluiden van Mijn vaderlijke stem
horen!’ [Hemelse
Geschenken, deel 1, hfdst.40]
‘De roos
is de mooiste bloem op uw aarde, omdat zij met de aangename geur ook de mooiste
kleuren verenigt, waarvan de ene liefde en de ander de wijsheid uitdrukt. Zoals
nu de roos in haar bekoorlijk kleed schoonheid verenigt met welriekende geur,
zo laat ook Mijn woord, het woord der liefde, gepaard met goede daden, iedere
aanbidder de bekoorlijkheid van Mijn goddelijke wezen aanvoelen.’
‘De
doornen zijn de wereldse hartstochten, die allereerst door strijd en lijden uit
de weg geruimd moeten worden. En daarom wil de roos eigenlijk zeggen: "Ik
kan niet bestaan zonder doornen!" Deze moeten overwonnen worden. Zoals nu
de roos door haar doornen elektriciteit opzuigt en deze tot verfraaiing van
haar eigen ik gebruikt, evenzo zal een ieder, die Mijn leer wil navolgen en
naleven, de onaangename wereldse dingen zo benutten, dat eveneens uit hen,
zoals uit de doornen bij de roos, iets geestelijks en verhevens opgroeit.’ [Predikingen
van de Heer, hfdst.17:13,14]
De roos heeft doornen, en dat is
niet altijd even prettig. Je kunt je
eraan bezeren, maar de doorn is het geheim van het Woord: ShoShaNNaH =
ROOS. In dat Hebreeuwse woord vinden we ‘SheSh’ 300-300 = 600 = ZES,
[vergelijk de zesde scheppingsdag!] Het betekent ook ‘linnen’. Vrijdag is de
‘zesde’ dag.
Het Hebreeuwse woord Shanah
betekent ‘veranderen’, ‘herhalen’, ‘oud worden’ of ‘jaar’ en heeft met het begrijp Tijd te maken: 300-50-5 – Eerst komt de 6 – de
verbinding en de verbindingshaak, pas dan de tijd.
In deze roos zijn de 6 witte en de 6
rode bladen. Maar waar is de 13e dan gebleven? Kijken we hiertoe
weer in Genesis 1, naar de eerst 13 woorden, die als het ware ; de bloembladen’
voorstellen.
We beginnen eerst met de 6 witte
bladen: eeth ha-shamajim weëeth ha-arets
weha-arets haj(e)thah: (6 woorden). Daarna de 6 rode bladen: thohoe
wabohoe we-choshech al penee thehom: (6 woorden).
En het 13e hebreeuwse
woord is GEEST, de ROeCh, de Geest van God. Deze heeft geen kleur, maar
brengt de witte en de rode bladen tot eenheid, die als 13e de
tegenstelling opheft.
De Geest maakt aan de tweeheid een
eind. Daarom komt de Roeach Elokim, de Geest van God. Met die roos, die
komen gaat, een roos met doornen, begint de Schepping. De ontwikkeling is in
gang gezet, de een na de ander komt.’ De Bijbel zegt: ‘De woestijn en de dorre plaatsen zullen hierover vrolijk
zijn, en de wildernis zal zich verheugen, en zal bloeien als een roos.’ [Jesaja
35:1]
Er is een hemels uitspansel BOVEN de
aarde. Twee aparte werelden, die toch bij elkaar horen, zoals de kleuren rood
en wit, boven en beneden, mannelijk en vrouwelijk. De roos geeft
rood-wit-rood-wit, goed-kwaad, recht-onrecht, geeft alle tegenstellingen aan.
De Roos wisselt: de 6 dagen van hier en de 6 dagen die er tegenover staan, de
andere kant ervan, de tegenkant. We zien hier maar één kant.
Van ieder mens gaat een geur [reach]
uit die in zijn geheel als ‘roeach’ zoals geest, wind en beweging
zo alles vult. Zoiets is de geur ook [reach] ook, deze komt tot ons of
gaat van ons uit en vult het hele heelal.
Als je wandelt en je komt
hardlopende mensen tegen, die aan het sporten zijn, dan ruik je hun zweet. Vaak
douchen zij zich tevoren en dan ruik je de ‘aftershave’, als ze je passeren,
maar ook wandelaars laten vaak ‘parfum’ achter, dat een heel looppad bepaalt en
dus eigenlijk ook dwingend is. Zweet is
‘ZeoH’ = 7-70-5. De weg van de 7 x 7 heeft niet altijd een aangename geur. Wie
tot de heiligdom komt, wast zijn handen en voeten in het wasbekken, opdat de
geur van de weg, uit de voeten, verdwijnt.
UpToDate 2024-2025