DE STATEN VAN DE AARDE
ZIJN ‘DOOF’
VOOR DE
ROEPSTEMMEN
DER ARMEN
De
Heer zegt tegen Jakob Lorber
op 30 juli 1842: ‘Schrijf maar, schrijf, want Ik weet al wat je wilt! – Lees
na in ‚Daniël‘ het derde hoofdstuk, vers 14-20! – Daar zul je wel vinden dat
het rijk van de aarde juist nu helemaal doof is geworden voor de stem van de
arme, bijna ten dode hongerende broeders, zowel naar lichaam als naar geest!’
‘Ik
zeg je nu echter zonder ‚Daniël‘: Het land in de zee zal ondergaan en de trotse
koningin van de golven zal als kaf verstrooid worden, als ze zich nooit zal
laten vertederen door de tranen van de weeklagenden!
– Kijk naar Amerika! Daar is de ‚dag van de afrekening’ al begonnen! – Hier
breekt hij aan!’
[Waarschijnlijk
zal de komende president Biden vanwege zijn hoge
leeftijd bij een tweede vierjarige regeerperiode zich niet meer laten
herkiezen! – en zou Trump alsnog weer aan de ‘macht’
komen, dan zal Amerika binnen enkele jaren in het verval en in de verstrooiing
komen!]
‘De
nood zal, ja moet de volkeren eerst leren dat de aarde gemeengoed is van alle
mensen, niet alleen van die goddeloze satanswoekeraars, die zich door
gestempeld metaal en nu zelfs al door besmeurde, uiterst armzalige stukjes
papier meester hebben gemaakt van de aarde. [het geld. – Het is toch al
schandalig genoeg dat de mensen sloten en grendels aan de deuren van hun huizen
aanbrengen, om vooral niet beroofd worden van datgene waarmee de hel geplaveid
is!’
‘Vervloekt
zij hij [dus waarop geen zegen rust, maar tegenspoed! - en uit hels
eigenbelang] rondom zijn vermeende grond grenzen trekt! Waarlijk, waarlijk! Ik, de Heer van leven en
dood zeg je: ‚Wie altijd zo egoïstisch is en karig tegenover zijn broeders, die
zal Ik eens aan de grenzen en grensstenen laten knagen zolang de zon het heelal
zal verlichten! En een stenen hart zal hem voorgehouden worden! Als dat zich
door zijn tranen zal laten vertederen, dan pas zal hij een zwakke erbarming bij Mij vinden!’
‘Heb
naar geduld! Want dit is maar een zacht vermanend begin voor alles wat komen
zal over de rijke en grote kinderen van de satan! – Zie, het gericht zit hen al
op de nek!’
‘Waarlijk,
dit geslacht zal zijn naam verliezen! De monsters zal Ik krokodillen en draken in de
poel van de eeuwige dood omvormen! De wijdste afgrond van de hel zal door hen
een talloze aanwas krijgen! Waarlijk zeg Ik je: Van de landen van deze natie
krijgen nu al dagelijks tienduizend aan gene zijde hun welverdiende loon, maar
het zal wel beter worden!’ [Hemelse
Geschenken-2-42]
Mathaël zei in het bijzijn van Jezus over de
Farizeeërs: ‘In één der profeten, Daniël geheten, wordt immers gesproken
over een gruwel der verwoesting, Waarbij tevens over zonsverduistering en nog
een aantal verschrikkingen wordt gesproken, wat echter allemaal op
geestelijke wijze is bedoeld.’ [GJE3-97:4]
De Heer zegt: ‘Maar dan zal ook die
grote droefheid en ellende komen waarover de profeet Daniël heeft gesproken
toen hij op de heilige plaats stond en zei: 'In die tijd zal er een
droefheid en ellende onder de mensen zijn zoals er sinds het begin van de
wereld nog niet heeft bestaan!'… [GJE5-128:11]
Daaropvolgend
zegt de twaalfjarige Jezus in de tempel te Jeruzalem: ‘Er komen veel later
ook tijden waarin, zoals Daniël heeft beschreven, zelfs van deze allerzuiverste leer misbruik zal worden gemaakt, maar
nooit met deze 'maagd' zelf, alleen met 'kinderen en kindskinderen' van deze
geestelijk zuivere 'maagd' en gedurende korte tijd, 'weduwe'! Uiteraard zullen
die geen deel hebben aan Mijn beloften, dat zullen alleen die 'maagd' die aan
Mijn mond ontsproten is en haar vele zuivere kinderen hebben!’ [bron: Drie
dagen in de tempel, hoofdstuk 29:18 – Jakob Lorber]
De Heer zegt verder: ‘En daarom ben
Ik dan ook hier naar jullie toe gekomen om ten eerste jullie allen te
verkondigen dat Gods rijk en dus ook alle hemelen in en door Mij naar jullie op
deze aarde zijn gekomen, wat nu reeds een groot aantal voorheen overtuigde
heidenen erkent en openlijk bekent, opdat vervuld wordt wat Daniël profeteerde:
'Ook zij die in het graf zijn zullen Zijn stem vernemen!' want het zijn de
heidenen, die reeds van de wieg af aan begraven waren in het graf van de nacht,
het gericht en de dood.’ [GJE5-266:2]
HET
VIERDE DIER
De Heer: ‘Wat zouden jullie ervan
zeggen als Ik jullie meedeelde dat het over ongeveer 2000 jaar vanaf nu
gerekend, met Mijn leer in het algemeen nog veel slechter gesteld zal zijn dan
met het ergste heidendom van nu, en nog erger zal zijn dan het domste wat de
Farizeeën nu voorschrijven in Jeruzalem, dat vanaf heden geen vijftig jaar meer
zal bestaan?! Wat zullen jullie zeggen als Ik jullie openbaar dat de mensen in
die tijd grote kunstmatige ogen zullen uitvinden en maken, waarmee zij in de
diepste diepten van de sterrenhemel kunnen kijken, en heel andere berekeningen
zullen maken dan de Egyptenaren gedaan hebben?! Ja, de mensen zullen ijzeren
wegen aanleggen en met stoom en vuur in ijzeren wagens rijden zo snel als een
afgeschoten pijl door de lucht vliegt! Zij zullen elkaar met metalen vuurwapens
bevechten, en hun brieven door de bliksem over de hele wereld laten
verspreiden, en hun schepen zullen zonder zeilen of roeiriemen door de kracht
van het vuur over de grote wereldzee varen zo snel en gemakkelijk als de arend
door de lucht vliegt; -en nog duizend en één andere dingen waarvan jullie je
geen voorstelling kunnen maken. En kijk, dat ligt allemaal verborgen in het
vierde dier, en dat kan door jullie nu niet begrepen worden omdat jullie
ook wat Ik jullie nu gezegd heb niet begrijpen kunnen! Maar in de geest zullen
jullie binnenkort dat alles goed begrijpen, maar ook jullie zullen niemand een
andere uitleg kunnen geven dan die Ik nu bij deze gelegenheid gegeven heb!'
[GJE6-101:13,14]
·
Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na
Christus tot in de tweede helft van de 19e eeuw.
·
De geestelijke wending door het instralen van het
goddelijke licht
De Heer: ‘NOTA BENE: een
toelichting voor déze tijd! Van de mededelingen over
alles wat Ik tijdens Mijn lichamelijke leven op deze aarde in het hele Joodse
rijk heb gedaan en geleerd, is reeds na verloop van vijfhonderd jaar na Mijn
aardse leven -met name wat de verklaringen van de dingen en verschijnselen in
de natuurlijke wereld betreft -het meeste voor een deel in vergetelheid
geraakt, grotendeels echter opnieuw zodanig met de oude onzin vermengd, dat
niemand daarin meer de zuivere waarheid heeft kunnen ontdekken.’
‘Er zijn wel veel tamelijk
gelijkluidende, meestal door Grieken en Romeinen vervaardigde handschriften
bewaard, deels in de tien steden in het lange en brede Jordaandal
(waaronder zeker ook de ongeveer zestig steden begrepen moeten worden, die in
Mijn tijd, maar ook daarvoor al en na Mij nog tot na de tijd van de verwoesting
van Jeruzalem en de omgeving daarvan allemaal grotendeels door Grieken en
Romeinen bewoond werden), deels in Essea (waarvan
echter al twaalfhonderd jaar geleden geen spoor meer te vinden was, omdat die
orde te sterk vervolgd werd door de heidense Romeinse christenen) , maar voor
het merendeel in de grote bibliotheek in Alexandrië.’
‘Kijk echter eens naar al die
vernietigende oorlogen en grote volksverhuizingen, waardoor half Azië, het
noorden van Afrika en bijna heel Europa bezocht zijn, en wel omdat al heel gauw
na Mij -zoals de profeet Daniël en kort na Mij Mijn leerling Johannes op het
eiland Patmos in zijn door Mij aan hem gegeven
openbaring heeft getoond -de mensen, en met name de leiders van de gemeenten,
Mijn leer begonnen te verdraaien en met de oude onzin te vermengen, omdat die
hun als de zuiverste waarheid uit de hemelen te weinig winst opleverde.’
‘Toen was het wat Mij betreft: goed
dan, omdat jullie het oude, wereldse vuil liever hebben dan Mijn zuivere goud
uit de hemelen en jullie daarbij steeds meer op honden lijken die terugkeren
naar hun braaksel, en ook op zwijnen die in allerijl weer naar de poel
terugrennen waar ze zich al vaak vreselijk bevuild hebben, zal het goud der
hemelen jullie voor lange tijd ontnomen worden; in alle rampspoed, duisternis
en nood zullen jullie naar Mij smachten, en de dood zal voor jullie weer een
grote schrik op aarde worden!’
‘En zo werd het dan ook, tot in deze
tijd. Bijna alle steden en plaatsen, waarin geschriften over Mijn vele werken
en leren ruimschoots voorhanden waren, zijn vernietigd en verwoest; alleen de
kleine evangeliën van Johannes en Mattheus zijn, om
tot zedenleer te dienen voor de mensen van goede wil, tot nu toe nog min of
meer taalkundig juist als echte documenten over Mijn werken en leren bewaard
gebleven, evenals de geschriften van Lucas en Marcus, voor zover hij datgene
wat hij van Paulus heeft gehoord heel in het kort voor zichzelf heeft
opgeschreven, en tevens verschillende brieven van de apostelen, waarvan er
echter ook vele verloren zijn gegaan, en de openbaring van Johannes, maar wel
ook met enkele taalkundige onjuistheden, wat echter voor degene die door Mij
geleid wordt, geen afbreuk doet aan de hoofdzaak.’
‘Van de andere leringen over de dingen
en verschijnselen en de hoedanigheid daarvan, is tot in deze tijd hier en daar
heel verborgen nog slechts weinig bewaard gebleven; en waar er iets uit de tijd
van de Romeinen en Grieken werd gevonden, kwam het in de kloosters terecht,
maar aan de in het duister smachtende mensheid werd er nooit, zelfs geen jota,
van meegedeeld.’
‘Zons- en
maansverduisteringen, kometen en andere heel natuurlijke verschijnselen
hebben, wanneer ze overeenkomstig de waarheid uitgelegd werden, de priesters
niets opgeleverd; men heeft ze maar al te gauw weer tot voorboden en
verkondigers gemaakt van straffen die ik de mensen had opgelegd, opdat de
daardoor bang gemaakte mensen in grote scharen bedevaarten zouden maken naar de
tempels, die al gauw als paddenstoelen uit de grond schoten, en daar vele rijke
offers aan de voeten van de priesters zouden neerleggen.’
s
‘In de catacomben van Rome en in de
paapse burchten van Spanje en Italië en hier en daar ook van het Duitse rijk
bevinden zich nóg veel belangrijke handschriften uit
Mijn tijd; maar de ook nu nog grootste hebzucht, heerszucht en zucht naar
pracht en praal van de hoer van Babel laat daarvan niets onder de mensen komen,
en wel uit vrees en grote bezorgdheid dat ze zichzelf nu geweldig zou verraden
en aan iedereen strenge rekenschap zou moeten afleggen over de reden waarom zij
de mensen zoveel eeuwen de waarheid heeft onthouden. Aangezien die smadelijke
reden voor ieder denkend mens zonder meer duidelijk is, is het werkelijk niet
nodig die hier nog nader toe te lichten.’
‘Hoe kort is het nog maar geleden, dat
men het volk de vier evangeliën en de 'handelingen der apostelen' van Lucas, de
brieven van de apostelen en de openbaring van Johannes ten strengste heeft
onthouden en in verschillende landen doet men dat nog steeds?’
‘Wat heeft men zich verzet tegen het
licht van Mijn heldere bliksem der wetenschap, die overal van het oosten naar
het westen, alles wat er op aarde is opnieuw helder begon te verlichten, en wel
reeds driehonderd jaar geleden! En het licht ervan schijnt nu steeds helderder,
en wel zodanig dat in deze tijd zelfs de meest geheime en verborgen vertrekken
van de vroeger zo grote en machtige hoer van Babel als bij klaarlichte dag open
liggen!’
‘Men kan met recht vragen: ja, hoe
lang zal deze hoer van Babel haar gang nog kunnen gaan? Dan zeg Ik: wat een
kleingeestige vraag! Kijk naar het licht van Mijn bliksem, dat van dag tot dag
steeds lichter en machtiger wordt! Hoe kan de oude duistere, heidense
Babylonische wonderonzin, waarvan het bedrog tot in alle hoeken en gaten aan
het licht is gebracht, zich nog staande houden naast de duizenden, nu geheel
mathematisch bewezen waarheden, die voor alle mensen vrij te gebruiken zijn en
open staan, uit alle vakgebieden van de wetenschappen en techniek?’
‘Ze kan zich handhaven, zolang er nog
enkele oude en vanuit vroeger tijden nog dom gehouden, bijgelovige vrouwen en
enkele huichelachtige zogenaamde kwezelbroeders leven, die zich door de
priesters zand in de ogen laten strooien, en zolang die heersers nog enige
middelen bezitten om de troon van de hoer van Babel te beschermen. Maar dat kan
en zal nog maar een heel korte tijd duren, omdat er wel voor gezorgd wordt dat
dergelijke heersers hun middelen worden afgenomen, zoals die al velen zijn
afgenomen, en die nu zonder land en volk moeten aanzien hoe hun oude werkzaamheden,
inspanningen en duistere werken in rook opgaan!’
UpToDate 2023-2024